“Een kerk, en zeker een oud gebouw, vind ik imposant. Als ik me daar bevind, valt er een last van mijn schouders. Rust daalt op me neer: hier mag ik zíjn. Ik hoef geen kopzorgen te hebben, ik hoef alleen maar stil te zijn. Op andere plekken ervaar ik dat niet, alleen in kerkgebouwen.
Ik ben niet gelovig opgevoed, maar doordat ik op een katholieke basisschool en een christelijke middelbare school zat, had ik veel christelijke vrienden. Daardoor heb ik altijd gedacht: wij zijn niet zomaar op aarde.
‘Rust daalt op me neer: hier mag ik zíjn’
Als tienermeisje was ik vooral met mezelf bezig, in mijn studententijd ben ik echt op zoek gegaan. Ik lees nu veel over filosofie en theologie. Ik wil kijken wat mij raakt. Ik heb een gelovige vriend, hij vindt het fijn dat ik er actief mee bezig ben. Maar ik kan natuurlijk niets beloven. Aan mijn schoonfamilie stel ik allerlei vragen, zij vertellen mij veel over het evangelie.
Ik ben al jaren niet meer in een kerkdienst geweest, maar ik loop graag even naar binnen als een kerk open is en als het er uitnodigend uitziet.”