‘Openbare geloofsbelijdenis’ houdt in dat iemand tijdens een speciale kerkdienst, vaak rond Pasen of Pinksteren, het geloof belijdt in God de Vader, de Zoon en de heilige Geest. De gelovige wordt daarmee belijdend lid van de gemeente.
De belijdenis is eigenlijk een antwoord op de doop: hiermee zegt de gelovige 'ja' op het sacrament van de doop. Volwassen gemeenteleden die nog niet eerder zijn gedoopt, ontvangen na hun openbare geloofsbelijdenis de doop. In sommige gemeenten kun je alleen deelnemen aan het heilig avondmaal, of ouderling of diaken worden, als je belijdend lid bent.
Dopen in de paasnacht
Al in de vroege kerk is er een vast gebruik voor nieuwe gelovigen. Kerkvader Hippolytus beschrijft in ongeveer 215 na Christus dat zij maar liefst drie jaar catechese krijgen, daarna vasten ze in de Veertigdagentijd. Tijdens de paasnacht worden ze gedoopt en spreken ze een voorgeschreven geloofsbelijdenis uit. Hierna legt de bisschop de dopelingen de handen op en zalft hen met olie, als teken van het ontvangen van de heilige Geest en het uitdrijven van demonen.
Vormsel
In de middeleeuwen, als de kerk vooral groeit door geboorten in plaats van toetredingen, doopt de priester pasgeboren kinderen. De handoplegging en zalving moeten wachten tot de bisschop langskomt.
Rond de elfde eeuw komt er een los, nieuw sacrament voor gedoopte kinderen. Ergens tussen hun zevende en tiende levensjaar krijgen zij het vormsel. De bisschop zalft hun voorhoofd dan met heilig chrisma, een mengsel van geurige olie en balsem. Ze ontvangen zo de bijzondere kracht van de heilige Geest om van het geloof te getuigen. Tegenwoordig gebeurt dit in de katholieke kerk pas vanaf het twaalfde levensjaar.
Belijdenis en avondmaal
Protestanten willen na de Reformatie af van sacramenten waar zij geen duidelijke Bijbelse oorsprong voor zien. Alleen doop en avondmaal blijven over als sacramenten. Om ervoor te zorgen dat gelovigen weten waar die over gaan en om de kerk te redden van ‘onwetendheid en verval’, stelt Calvijn een openbare belijdenis in. Daaraan voorafgaand krijgen jongeren van hun zevende tot hun veertiende catechisatie, intensief onderwijs in de geloofsleer. Ook de lutheranen kennen zo'n periode van bezinning en studie als voorbereiding op de belijdenis.
Thuis, school en kerk
Tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619) wordt officieel besloten deze calvinistische lijn te volgen. In de Nederlandse Hervormde Kerk krijgen kinderen iedere zondag catechisatie van de dominee. Ook onderwijzers en ouders worden geacht de geloofsleer over te brengen.
Kort voor de geloofsbelijdenis krijgen ze speciaal les over de betekenis van het avondmaal.
Voor in de kerk
In eerste instantie wordt in Nederland alleen geloofsbelijdenis afgelegd voor de kerkenraad (of een afvaardiging daarvan). Inmiddels is het juist een gebeurtenis die plaatsvindt voor in de kerk, met de hele gemeente als getuige. Achteraf krijgen de belijdeniscatechisanten vaak een kaart, kaars of boek mee, als herinnering aan hun openbare geloofsbelijdenis.
Deze tekst is afkomstig uit de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Beeld: Protestantse Gemeente Gees