Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Dwight Dissels: 'Wat kan ik voor je doen?'

In een samenleving vol verdeeldheid en wantrouwen kan de kerk verschil maken. Rob Visser en Paul Visser praten met gospelzanger Dwight Dissels over muziek, racisme, en de kerk als vuurtoren. Wat kun je betekenen voor anderen? Daar gaat het Dissels om.

‘De eerste zwarte Jezus’, zo schreven kranten toen gospelzanger Dwight Dissels in 2017 meedeed aan The Passion. Zelf haalde hij dáár nu precies zijn schouders over op. Dat hij Jezus mocht vertolken, dát was voor hem bijzonder. “Mijn reactie was: ik ben ook de eerste kále Jezus.” Hij lacht hard. Dit is zoals het publiek hem kent: innemend, met een gulle lach, en open over wat hij gelooft. 

Dankzij zijn deelname aan de RTL-zangtalentenshow The Voice of Holland en later aan The Passion heeft Dissels kunnen bouwen aan zijn carrière als gospelzanger. Hij zingt Nederlandstalige soul met een boodschap, zoals de songs ‘Echte Nederlander’, ‘Alles komt goed’ en ‘Altijd mijn kind’. Zijn grote wens voor ooit: “Een gospelconcert met groot orkest in Carré.”

Geraakt

“Welk nummer is je het meest bijgebleven van The Passion?”, wil Rob Visser weten. Daar hoeft de zanger niet lang over na te denken: “Het nummer van De Dijk: ‘Kan ik iets voor je doen?’ Achteraf liet een dame weten dat ze er enorm door geraakt was, alsof Jezus zelf vroeg wat Hij voor haar kon doen. Ze was ongeneeslijk ziek, ik ben het nummer later voor haar gaan zingen in het hospice. Voor mij heeft het daardoor een heel bijzondere betekenis gekregen. Eigenlijk vraagt Jezus aan ieder van ons: kan Ik iets voor je doen?”

“Mooi dat jou van zo’n enorm muzikaal spektakel juist dit ene bijblijft”, vindt Paul Visser. “Dat zegt alles over je leven, je geloof, je hart.” Iets willen betekenen voor anderen is voor Dissels vanzelfsprekend. Iedereen draagt littekens met zich mee, heeft hij geleerd in het leven. “En door die littekens kun je soms juist iets voor anderen doen.”

Eigenlijk vraagt Jezus aan ieder van ons: kan Ik iets voor je doen?”

Zaadjes

De gospelzanger groeide op in Zaandam, in een christelijk gezin. Toen hij 10 jaar oud was, overleed zijn vader. “Een klap voor ons gezin, wij bleven met vraagtekens achter. In de jaren daarna had ik een hoop vragen: God, wie bent U dan? Hoe heeft dit kunnen gebeuren?”

God voelde ver weg voor de jonge Dwight. Terwijl zijn moeder zong in het kerkkoor, zat hij verveeld de kerkdiensten uit – hij ging liever voetballen. “Maar ik zag hoe mijn moeder elke dag opnieuw een keuze maakte om door te gaan. Daar zijn de zaadjes geplant voor mijn geloof.”

De ommekeer kwam toen hij op zijn 19e tijdens een gospelconferentie geraakt werd door de woorden van een gospelzanger. “Alle puzzelstukjes vielen in elkaar. Daarna begon mijn geloof een andere rol te spelen.”

“Inmiddels zet jij jezelf en je geloof zonder schaamte neer, waar je ook bent”, weet Paul Visser. “Dat doe ik bewust”, beaamt Dissels. “Waar ik ook ben, ook op een podium: het gaat niet om mij, maar om de boodschap van geloof, hoop en liefde.”

Orgel

Dissels is inmiddels betrokken bij Maranatha Ministries, een multiculturele gemeente in Amsterdam-West. Er komen mensen die hun roots hebben in Suriname en de Antillen, maar ook bijvoorbeeld in Indonesië, Bulgarije, en verschillende landen in Afrika.
“Wat mij ooit opviel bij een Surinaamse begrafenis, is dat het er zo totaal anders aan toeging dan ik gewend was”, zegt Paul Visser. “In een witte kerk, waar ik vandaan kom, lopen we er vaak nogal ernstig bij. Op die Surinaamse begrafenis voelde het alsof mensen zich door de dood heen zongen.”
“Klopt,” zegt Dissels, “en het grappige is: ik ken het allebei. Vroeger gingen wij naar een witte kerk, met orgel. We zongen liederen uit de bundel Glorieklokken en van Johannes de Heer. Als het in mijn leven niet gaat zoals ik wil, val ik nog steeds terug op dat soort nummers – ‘Groot is Uw trouw’ bijvoorbeeld.”
Rob Visser glimlacht: “Toen ik predikant was in Apeldoorn, kwam er soms een groot, zwart gospelkoor zingen. De kerk stond op z’n kop. Achteraf zeiden mensen: wat jammer dat wij zo stijfjes zijn.” Dissels: “Door de jaren heen heb ik geleerd dat de ene of de andere manier niet betekent dat je meer of minder gelooft. Mensen uiten zich gewoon op verschillende manieren.”

“Door de jaren heen heb ik geleerd dat de ene of de andere manier niet betekent dat je meer of minder gelooft. Mensen uiten zich gewoon op verschillende manieren.”

Inleven

Als tienerleider gaat Dissels in zijn kerk met de tieners in gesprek over onderwerpen die voor hen relevant zijn, zoals groepsdruk, omgaan met geld, bidden, vrees voor mensen, en social media. Regelmatig spreekt hij jongeren die in de knoop zitten. “Juist door wat ik zelf op die leeftijd heb meegemaakt, kan ik me goed inleven in kinderen die ook een ouder verloren hebben, of van wie de ouders gescheiden zijn. Met de tranen die ik gehuild heb, kan ik anderen helpen.”
“Heb je na het overlijden van je vader ooit gedacht: God zal er wel een bedoeling mee hebben?”, vraagt Rob Visser. “Nee, nooit”, antwoordt Dissels. “Ik ben juist heel boos geweest op God. Ik heb nooit antwoorden gekregen, maar ik heb er wel vrede mee gekregen. Ik weet nu: het gaat niet om mijn verdriet, maar om de vraag: wat kan ik daarmee betekenen voor anderen?”

Bonnetje mee

“Hoe ervaart jouw multiculturele kerk hoe de witte bevolking zich verhoudt tot jullie?”, vraagt Rob Visser. Dissels denkt niet graag in scheidslijnen en verschillen, geeft hij aan. “Om eerlijk te zijn, keek ik nooit naar kleur in onze kerk. Ik realiseerde het me pas toen anderen tegen mij zeiden: ‘Wat bijzonder, zo multicultureel.’”
“Het lijkt alsof je zelf niet echt geleden hebt onder racisme”, constateert Paul Visser. “Klopt dat?” Dissels vertelt over het multiculturele Zaandam, waar hij opgroeide: “Het was een mengelmoes van Turken, Marokkanen, Surinamers. Hoe je eruitzag, speelde amper een rol, het ging erom wie je was als persoon. Ik ben er dus nooit op een harde manier mee geconfronteerd. Sterker nog, ik vergat het soms.”
Maar tijdens voetbalwedstrijden werd hij soms wel uitgescholden. “‘Zwarte, ga bananen eten’, zeiden ze dan bijvoorbeeld. En mijn moeder benadrukte af en toe: ‘Je moet wel je best doen, want je hebt een kleurtje.’ Je leert dus dat je je extra moet bewijzen. Als ik iets gekocht heb in een supermarkt en ik wil nog iets halen in een andere supermarkt, neem ik altijd het bonnetje mee. Want stel je voor dat ze vragen waar ik die boodschappen vandaan heb ... Onbewust houdt het mij dus toch bezig.” Tijdens de Black Lives Matter-protesten tegen racisme ging hij met zijn kinderen in gesprek over racisme en vooroordelen. “Toen bleek dat zij af en toe uitgescholden worden. Dan komt het wel dichter bij huis.”

"Het gaat erom dat je om je heen kijkt: wie wonen er in de wijk? Hoe kunnen we er zijn voor hen?”

Witte kerk

“Paul en ik zijn allebei dienaren in een nogal witte kerk”, zegt Rob Visser. “Hoe kunnen wij als Protestantse Kerk meer openstaan voor mensen van andere culturen en huidskleuren?”
“Het hangt af van je interne motivatie”, vindt Dissels. “Als het er alleen om gaat dat je geen witte kerk wilt zijn, redeneer je eigenlijk verkeerd. Het gaat erom dat je om je heen kijkt: wie wonen er in de wijk? Hoe kunnen we er zijn voor hen?”
Paul Visser snapt wat Dissels bedoelt: “We moeten niet proberen hip te zijn, we moeten de verbinding zoeken.” Hij vertelt over de pioniersplek Licht op Zuid in Rotterdam, waar zijn eigen gemeente, de Maranathakerk, nauw bij betrokken is. “Vrijwilligers organiseren bijvoorbeeld voetbalwedstrijden in de wijk, runnen een voedselbank en geven taallessen in ons kerkgebouw. Het is mooi om te zien hoe kleuren en culturen dan door elkaar lopen en hoe mensen vanuit een levend geloof zonder onderscheid goeddoen.”
“Maar mensen komen niet altijd vanzelf in beweging”, weet Rob Visser. “Soms heb je als voorganger en als kerkenraad de taak om de gemeente te enthousiasmeren.” Dat herkent Paul Visser: “Tegelijk werd ik de afgelopen tijd enorm verrast. De komst van Oekraïense vluchtelingen maakte bij allerlei mensen heel veel los, nog voordat ik er iets aan gedaan had.”

“Ik zie de kerk als een vuurtoren in een donkere wereld vol mensen die zoeken naar antwoorden, innerlijke rust, echtheid en waarheid"

Kritisch

De kerk kan volgens Dissels een heel belangrijke rol spelen in de samenleving, ook bij het wegnemen van verdeeldheid of vooroordelen. “Welk talent je ook hebt – zingen, schoonmaken, de boekhouding doen, een praatje maken met de buurvrouw – als je dat goed inzet, laat je Zijn licht schijnen.”
Paul Visser is het met hem eens, maar hij vindt dat de kerk soms ook wel wat kritischer mag zijn. “Er is een hoop rottigheid in de wereld, dat vraagt om open ogen en oren, en zo nodig om tegenspraak.”
“Het profetische spreken van de kerk, bedoel je?”, vraagt Rob Visser. “Ja, we kunnen heel goed bidden tot God, bijvoorbeeld als het gaat om Oekraïne. Maar hebben we daarnaast ook het lef om mensen, regeringen en kerken aan te spreken als zich rottigheid voordoet?”
“Wat steeds opnieuw nodig is, is een open gesprek over de vraag: wat is er werkelijk gaande?”, onderstreept Paul Visser. Dissels: “Ik zie de kerk als een vuurtoren in een donkere wereld vol mensen die zoeken naar antwoorden, innerlijke rust, echtheid en waarheid. In die wereld kan God ons gebruiken. En dat bedoel ik niet als een soort programma: ‘Nú mag U ons gebruiken.’ Maar eerder een dagelijkse beschikbaarheid: ‘Heer, gebruik ons zoals U wilt.’ Dán kan de kerk een verschil maken, ook als het gaat om polarisatie en racisme.”

Word gratis abonnee

Petrus gratis in de brievenbus?

Dwight Dissels

Gospelzanger Dwight Dissels is getrouwd en vader van drie kinderen. Hij is opgegroeid in Zaandam en verloor op 10-jarige leeftijd zijn vader. De zanger is altijd open over zijn geloof en is al jaren betrokken bij Maranatha Ministries, een Volle Evangelie-gemeente in Amsterdam-West. In het dagelijks leven is hij ook financieel analist.

dwightdissels.com

Tekst: Marusja Aangeenbrug | Foto's: Sjaak Verboom

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)