Misschien heb je er weleens een gezien of zelfs gehoord: een ramshoorn, in het Hebreeuws sjofar genoemd. Het is een eenvoudig muziekinstrument, gemaakt van de hoorn van een rein dier – behalve van een rund. Die uitzondering is veelzeggend: het volk Israël vergeet de misstap met het gouden kalf in de woestijn niet.
Door de eeuwen heen is het gebruikelijk geworden om juist de hoorn van een ram te gebruiken. Die verwijst naar een heel andere geschiedenis, een van redding en vervanging. In Genesis 22 lezen we hoe Abraham zijn zoon Isaak moet offeren. Op het beslissende moment grijpt God in. Abraham ziet een ram, met zijn hoorns vast in de struiken. In plaats van Isaak wordt de ram geofferd. De ramshoorn herinnert tot op de dag van vandaag aan dat ingrijpen van God.
Door merg en been
Heb je weleens geprobeerd om geluid uit zo’n hoorn te krijgen? Dat is nog niet zo makkelijk! Het vraagt oefening, beheersing van adem en lipspanning. Mooie melodieën kun je vergeten, een sjofar produceert geen toonladders. Maar het geluid kan wel variëren: korte stoten, lange uithalen, trillende en gebroken tonen – elk met een eigen betekenis. Het is rauw, doordringend, primitief bijna. Geen zoetklinkende muziek maar een schok, een signaal. Het gaat door merg en been.
En dat is precies de bedoeling. De sjofar is een van de oudste instrumenten van de mensheid. In de Bijbel klinkt hij op momenten die ertoe doen. Denk aan Exodus 19, waar het volk Israël bij de berg Sinaï de Wet ontvangt. Of als waarschuwing bij gevaar, een alarmsignaal in oorlogstijd. Misschien helpt het om het te vergelijken met ons luchtalarm op de eerste maandag van de maand. Je weet dat het een test is, maar toch schrik je even. Hoeveel te meer als het écht is!
Houding van reflectie
In september klonken in synagogen wereldwijd honderd tonen op de ramshoorn. De laatste toon – tekia gedola – wordt zo lang mogelijk aangehouden. Iedereen die luistert, weet: het nieuwe jaar is begonnen. Joods Nieuwjaar, Rosj Hasjana, markeert tien dagen van bezinning, de aanloop naar Grote Verzoendag (Jom Kippoer). Dagen van zelfonderzoek, verzoening, herstel.
Die houding van reflectie herkennen we wel een beetje rond onze jaarwisseling. Ook wij kijken terug en vooruit. Hoe was het afgelopen jaar? Wat brengt het nieuwe? Maar de joodse traditie voegt iets essentieels toe: de vraag naar jezelf. Hoe staat het in mijn relatie met God? Hoe ben ik omgegaan met de mensen om mij heen? Is er iets wat hersteld moet worden? In die zin is Rosj Hasjana geen vrolijk feestje met vuurwerk en champagne, maar een ernstig en hoopvol begin.
Goed en zoet
Bij het joodse Nieuwjaar hoort een bijzondere gewoonte: een stukje appel gedoopt in honing. Geen oliebollen, geen vette snacks, maar iets zoets. Het is een symbolisch gebaar: je hoopt dat het nieuwe jaar goed en zoet zal zijn, zonder bitterheid.
Misschien is het mooi om iets van deze traditie over te nemen. Juist nu we richting Kerst gaan en nadenken over vrede op aarde en goede voornemens, kunnen we ons dezelfde vragen stellen: Wat neem ik mee het nieuwe jaar in? Waar verlang ik naar? Wat hoop ik dat God mij en ons zal schenken?
Luister de overdenking
Ds. Jacco Overeem heeft voor de podcast Levenswoorden van Groot Nieuws Radio vier afleveringen opgenomen over verschillende Joodse feestdagen. Luister hieronder de aflevering over Joods Nieuwjaar.