Een boek over een disfunctioneel gezin vanwege een moeder met een bipolaire stoornis, waarin een gehandicapt kind geboren wordt dat maar kort zal leven, heeft alles in zich om een zwaar en deprimerend boek te worden. Zo’n boek dat je leest omdat het nou eenmaal literatuur is, maar dat een dof gevoel van de ellende over dit bestaan bij je achterlaat. Vaak is mijn ervaring bij Nederlandse literatuur zo. Hoe goed de boeken ook zijn geschreven, ze geven mij geen hoop of moed. Ik merk dat ik daardoor steeds minder geneigd ben om Nederlandse romans te lezen. Ik zoek mijn toevlucht tot het Angelsaksische taalveld, tot biografieën of tot theologische boeken. Dat is jammer, literatuur helpt om je fantasie te ontwikkelen, om empathie op te wekken om werelden tot leven te brengen die je eigen horizon verruimen. Kortom, literatuur kan een heerlijk iets zijn.
Hoop in het lijden
Niets ontgaat ons van Janke Reitsma doet dat gelukkig wel: hoop geven, en moed. Niet omdat er een happy end is of een christelijk sausje dat alles weer goed maakt, wel omdat je als lezer achterblijft met het gevoel dat er een stroom van goedheid door het boek heen loopt. In alle uitzichtloosheid en in al het lijden, en dat is er volop, zit een kern van hoop en de mogelijkheid van een nieuwe kans.
Janke Reitsma doet dat gelukkig wel: hoop geven, en moed
Chaos in het gezin
Koen is 15, hij heeft een moeder met psychische klachten en een vader die alle hulpverlening buiten de deur houdt. Als zijn moeder zwanger wordt, stopt ze met haar medicijnen en komen haar psychische klachten terug. Dat leidt tot chaos in het gezin. Uit de zwangerschap wordt een meisje geboren, Aukje. Ze heeft een ernstige chromosoomafwijking en zal niet lang leven. Ook nu houden de ouders van Koen de hulpverleners zoveel mogelijk buiten de deur, waardoor de zorg voor Aukje vaak op Koen neerkomt. Zijn moeder is te instabiel om de zorg op zich te nemen, zijn vader vlucht in zijn werk in de kringloopwinkel.
Draden van hoop
De eerste draad van hoop in het boek van Janke Reitsma is de liefde van Koen voor zijn zusje. Een puberjongen die vol ontferming de rol op zich neemt die zijn ouders in hun onvermogen laten liggen. Het gezin woont aan de rand van het wad, in een adembenemend landschap met getijden en veel vogels, waar Koen zich helemaal thuis voelt. Dat is de tweede draad van hoop: in het landschap, de schoonheid ervan, maar ook in de ruwheid van de natuur vindt Koen een thuis.
Er volgt een zware tocht die niet geschikt is voor een tienerjongen met een gehandicapt babyzusje op zijn rug.
In de loop van het boek ontwikkelt Koen een vriendschap met een meisje op school dat, net als hij, buiten de groep valt. Hadewych, ze komt uit de stad en fotografeert. In de vriendschap vindt Koen houvast en richting. Dan is er ook nog tante Nel die probeert iets voor het disfunctionele gezin te betekenen. Ook weer draden van hoop. Koen besluit zijn zusje, met sondevoeding en al, mee te nemen voor een tocht over het wad naar een gedeelte dat bij laagwater bereikbaar is, een eilandje met een baken. Het is een plek die Koen ziet als een paradijs op aarde. Dat moet Aukje zien, al is het maar één keer. Er volgt een zware tocht die niet geschikt is voor een tienerjongen met een gehandicapt babyzusje op zijn rug. Dat realiseert Koen zich naarmate de tocht vordert, toch gaat hij door. De tocht wordt een catharsis voor Koen zelf, maar ook voor zijn vader. Geen happy end. Wel een, met hoop gevulde, mogelijkheid tot herstel.
Geen happy end. Wel een, met hoop gevulde, mogelijkheid tot herstel.
Knap debuut
Janke Reitsma is schrijver en orthopedagoog. Dit is haar debuut, eerder publiceerde zij twee korte verhalen in het literair tijdschrift Liter. Janke Reitsma heeft met Niets ontgaat ons voor een heel knap en meeslepend debuut gezorgd. Een boek dat zowel beklemmend als bevrijdend is. Zo’n debuut doet vermoeden dat we nog veel van haar kunnen verwachten. Ze is van harte welkom in het Nederlandse literaire landschap dat wel wat schrijvers kan gebruiken die, zoals zij, in staat zijn de gebrokenheid van het bestaan te gronden in een verwachting van geloof, hoop en liefde. In het Engels is daar een mooi woord voor, redeeming, literatuur die de mogelijkheid openlaat dat de diepte van de ellende niet het laatste woord heeft. Reitsma heeft een boek met die kwaliteit geschreven, en dat is knap.
Janke Reitsma: Niets ontgaat ons, Uitgeverij Mozaïek, Utrecht