Ik ken het klappen van de zweep,
ik ken de regels van het spel,
ik ken de zin van het bestaan,
maar als ik drink dan gaat het wel.
Aan dit 'kroegvers' van Jan Boerstoel moest ik denken na het zien van 'Druk', de nieuwe film van Thomas Vinterberg. 'Druk' is Deens voor dronken. En dat zijn vier bevriende docenten wel aan het raken tijdens een verjaardagspartijtje van een van hen. Die ene begint daarbij over het inzicht van een filosoof/psychiater dat we als mens geboren worden met een tekort aan alcohol van 0,05 procent. Door dit dagelijks aan te vullen zou een mens veel energieker en creatiever worden. Hij stelt voor om dit als experiment uit te voeren.
Daar voelt de rest wel voor, want hun docentenbestaan is vervallen tot grauwe routinematigheid. En het huwelijk van geschiedenisleraar Martin (geweldig neergezet door Mads Mikkelsen) is intussen ook bijna zo dood als een pier.
Het experiment wordt officieel vastgelegd in een document, met methode én doel. De uitvoering leidt tot hilarische scènes, van stiekem drinken in school en de vondst van meerdere drankflessen in het materiaalhok van de gymdocent.
Maar het werkt: hun lessen worden veel leuker. Leerlingen zijn enthousiast, en de vrouw van Martin weet niet wat ze meemaakt als hij het gezin meeneemt op een kanotocht en ze samen in de tent de liefde weer voelen en voeden.
De Engelse titel van de film luidt 'Another Round'. Die is ook goed gevonden. Dat duidt niet alleen op de roep in de kroeg om nog een rondje, in het experiment komen er nog twee ronden. Ronde 2 is het opschroeven van het promillage naar 1.0. Als Martin dan op school verschijnt en de docentenkamer binnen waggelt, leidt dat tot pure slapstick. Maar z'n les gaat eigenlijk nog beter. Dat geldt ook voor het voetbalteam dat de gymleraar begeleidt en het leerlingenkoor dat de muziekdocent ongekend begeistert begeleidt.
Ronde 3 is puur bingedrinken, er zit geen rem meer op. De hilariteit - als ze als groep flink doorhalen en op zoek moeten naar een verse kabeljauw bijvoorbeeld - is er nog steeds, maar het begint ook steeds ongemakkelijker te worden. De gymdocent drinkt zichzelf zelfs letterlijk de vernieling in.
Als kijker zou je dat die docenten toe willen roepen: 'Kijk nou eens wat jullie aan het doen zijn! Kap ermee!' Maar Vinterberg is geen moralist. Hij laat inderdaad alleen maar zien wat drank kan doen: losser maken, onzekerheid wegnemen, maar ook dingen kapotmaken. En hij laat vooral zien wat er achter die buitenkant van een mens allemaal kan zitten.
In een mooi interview in Trouw legde Vinterberg uit wat hij met z'n film bedoelde: “Het doel van het drinken is om weer gewichtloos te worden, precies zoals in hun jeugd. Daarom begin ik de film ook met een citaat van de Deense filosoof Søren Kierkegaard: ‘Wat is jeugd? Een droom. Wat is liefde? De inhoud van die droom.’ Ik heb de quote opgenomen als een prelude, omdat het voor mij het verlangen naar de jeugd beschrijft, op een heel mooie, eerlijke en toegewijde manier.”
Dat verlangen naar de jeugd heeft bij Vinterberg ook een donkere rand gekregen, want tijdens het ontstaan van deze film verloor hij z'n dochter Ida. Zij kwam door een verkeersongeluk om het leven. Hij heeft de film aan haar opgedragen. Ze zou met haar klasgenoten zelfs meespelen. Het maken van de film ging door. Voor de klasgenoten én de regisseur was dit natuurlijk heel confronterend en pijnlijk, maar ook louterend. Het geeft dat citaat van Kierkegaard extra emotionele diepte.
In datzelfde interview rept Vinterberg ook over zijn vrouw. Zij is priester in de Lutherse kerk. Ze speelt een rolletje in de film, als vrouw van de psychologiedocent. Als de vraag in het interview in Trouw komt of Vinterberg zelf gelovig is, antwoordt hij: “Dat heeft wat mij betreft opnieuw te maken met controle. Het geloof is niet iets wat je kunt controleren. Ik ben opgevoed door atheïsten, door journalisten en academici, in een hippie-commune in de jaren zeventig. Ik heb daar een paar jaar terug ook een film over gemaakt, 'Kollektivet'. Ik heb twijfels, en ik ben sceptisch. Dat heb ik van kleins af aan meegekregen, maar ik probeer wel het geloof te vinden, ja.”
Iets van die zoektocht zie ik ook in de prachtige scène waarbij een heel onzekere jongen een mondeling tentamen moet doen. De manier waarop hij door dat tentamen geholpen wordt door een van die docenten is ongemakkelijk (ja, weer met drank), maar ook ontroerend als de jongen Kierkegaard citeert: 'Je moet je eigen feilbaarheid zien om lief te kunnen hebben.' 'Kun je daar een voorbeeld van geven?' En dan zegt de jongen: 'Mijn eigen falen.' Dat is niet alleen een bevrijdende biecht van die jongen, maar ook een spiegel voor de kijker, voor mij: hoe is dat bij mij, met mijn falen én mijn liefhebben?
Die liefde is ook terug te zien in de onvoorwaardelijke vriendschap van de docenten voor elkaar en voor hun leerlingen. Ook lijkt de liefde in de gebroken relatie van Martin en z'n vrouw weer op te bloeien. Of gaat die toch stuk omdat koning alcohol bij hem intussen te machtig is geworden? Het zijn allemaal vragen die je overhoudt. En dat is het sterke van Vinterberg. Hij laat veel over aan de kijker. Hij confronteert. Hij vertelt een verhaal - ook nu weer heerlijk gefilmd, met vaak een losse camera dicht op de acteurs - en dat verhaal ontregelt en ontroert.
De finale van de film is groots, meeslepend, maar ook open. Want die zweefduik van Martin op het eind ... Wat wil die nou zeggen? Is het raar als ik daarbij toch vooral moest denken aan Kierkegaards 'sprong van het geloof'? Het zou het derde Kierkegaardcitaat in de film zijn. En komt niet al het goede in drieën?
Hoe dan ook, na 'Festen' en 'Jagten' is dit mijn derde favoriete film van deze geweldige regisseur. Niet voor niets won de film een Oscar als beste internationale film.
Bekijk hier de trailer van Druk: