Als Jos Wienen iets heeft besloten, gaat hij daar volhardend mee aan de slag. Ook als hij daarbij gehinderd wordt, en zelfs als zijn eigen leven in gevaar komt. Zo nam de burgemeester, die bekendstaat om zijn discipline en dossierkennis, zich voor om met harde hand op te treden tegen criminaliteit in Haarlem. Dat leidde tot ernstige bedreigingen. Wienen woonde maanden op een onderduikadres en had voortdurend beveiligers om zich heen. Pas sinds het einde van de zomer mag hij weer alleen over straat.
“Hoe heb je die tijd beleefd?” vragen Rob en Paul Visser zich af. “Ik heb me nog nooit zo veilig gevoeld”, lacht Jos Wienen. “Ik had van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat heel aardige en professionele mensen om me heen. Maar het was ook lastig, want ik was nooit alleen. En echt alles moest gepland worden. Ik mocht niet in mijn eigen huis blijven, ik kon niet meer zomaar bij de mensen zijn met wie ik normaal gesproken leef. Dat is vervelend.”
Onkruid wieden
In augustus werd de beveiliging stukje voor stukje ‘afgeschaald’, zoals dat heet. Zijn aanpak blijft onveranderd: hard optreden tegen criminaliteit in Haarlem, ‘zijn’ burgers beschermen. “Ik wil er pal voor staan dat criminelen geen ruimte krijgen. Want criminaliteit gaat niet alleen in tegen regels, maar het gaat ook ten koste van mensen.”
Hij hoort als burgemeester regelmatig over grof en bruut geweld. Criminaliteit is als onkruid: heb je net gewied, schiet het ergens anders weer op. Je zou er moedeloos van kunnen worden. Zo niet Wienen. “Het hangt af van je manier van kijken naar de wereld. Als je oog hebt voor de juiste symbolen en signalen, weet je: het is niet hopeloos.” Zijn geloof leert hem dat steeds opnieuw. “Jezus heeft duidelijk laten zien dat het gaat om liefde, voor God en voor de naaste. Dáár doe ik dit allemaal voor.”
Het doet Paul Visser denken aan een overdenking die hij onlangs hoorde “over een onkruid dat zich onder de grond verspreidt. Het komt steeds weer op als je het weghaalt, toch moet je dat consequent blijven doen. Alleen dan kan het afsterven.”
Op verhaal
In de hectiek van zijn dagelijks leven is het belangrijk om regelmatig op verhaal te komen, realiseert de burgemeester zich. “Mijn agenda is altijd gevuld en alles lijkt belangrijk. Maar het is niet goed en niet gezond om steeds maar door te rennen.”
“Hoe haal jij jezelf dan weer op als mens?” vraagt Paul Visser zich af. De zondag, die heeft Jos Wienen daar hard voor nodig. “Ik ben van jongs af aan gewend om dan rustdag te houden. In de loop van de jaren ben ik de zondag ook steeds meer gaan ervaren als de dag waarop je op verhaal komt.”
Een vast onderdeel van deze dag is naar de kerk gaan. “Een belangrijk moment om weer met God verbonden te worden”, vindt hij. “Lang niet altijd komt dat door de preek, soms gebeurt dat ook door een enkel woord uit een bijbelverhaal, een ontmoeting, het orgelspel of het kerkgebouw.”
Welke bijbelverhalen helpen hem om weer op adem te komen, willen Visser en Visser weten. “De wonderbaarlijke visvangst”, noemt Wienen als voorbeeld. “Je bent beroepsvisser, je weet hoe het werkt, en op een dag vang je niets. Dan zegt iemand: ‘Gooi het net uit aan de andere kant.’ Dat klinkt als een advies van niks. Want als er aan de ene kant geen vis zit, zit er aan de andere kant ook niets.” Het verhaal zet hem elke keer aan het denken. “Soms staar je je blind op de manier waarop je iets doet. En plotseling bedenk je: misschien moet het net aan de andere kant uit.”
En zo zijn er meer verhalen. De verloochening van Petrus in het Johannesevangelie bijvoorbeeld: “Zo mooi hoe Jezus die vraag stelt: ‘Hou je van Me?’ En dan nog een keer. En nóg een keer.” Of het verhaal van koning David. “Daarin zie je zijn grootheid én zijn kleinheid. Soms zeggen mensen zelfs: David was eigenlijk een naar mens, als je kijkt naar wat hij allemaal heeft gedaan. Maar dat maakt dit bijbelgedeelte zo levensecht.” Paul Visser glimlacht: “Nu staat de theoloog in je op.”