Heb je het over calvinisme, dan heb je het vaak over soberheid, hard werken, discipline en niet te gek doen. Johannes Calvijn (en met hem vele andere hervormers), zagen de rijkdom en luxe in de katholieke kerk als een grote misstand. Die strookte niet met de ernstige boodschap van het Evangelie: de mens is zondig en kan alleen door Gods genade worden gered. Dankbaarheid voor die overweldigende genade uit je door een leven in dienst van Hem. Zonder overdreven weelderigheid, omkijkend naar de (arme) medemens. Door een sober leven keer je je als gelovige af van primaire behoeften en verlangens die jou niet horen te beheersen.
Armoedegelofte
Het lijkt bijna alsof Calvijn soberheid heeft uitgevonden. Maar al lang vóór de Reformatie zijn er in Nederland gelovigen die uit overtuiging sober leven. In de middeleeuwen bijvoorbeeld ontstaan diverse bedelorden, waarvan de franciscanen misschien het meest bekend zijn. Hun stichter, de Italiaanse Franciscus van Assisi, geeft al zijn bezittingen weg en leeft met een groep broeders leven in armoede, al prekend, zorgend en rondtrekkend.
Naarmate de bedelorden groeiden, zich settelden en belangrijke posities binnen de kerk gingen innemen, werd de armoedegelofte minder streng nageleefd. Toch blijft soberheid tot op de dag van vandaag een kernwaarde voor de franciscanen.
Vernieuwing van binnenuit
Iets later, in de veertiende eeuw, ontstaat in de Lage Landen een belangrijke religieuze hervormingsbeweging die aan de basis staat van de typisch Nederlandse soberheid: de Moderne Devotie. Aanhangers keren zich tegen het machtsmisbruik en de weelde in de katholieke kerk en streven naar vernieuwing van binnenuit van het christelijke gemeenschapsleven. Niet de kerk, maar jijzelf bent verantwoordelijk voor je zielenheil.
Moderne devoten leven samen in gemeenschappen, maar leggen geen formele kloostergelofte af. Nederigheid, soberheid en eenvoud heersen in deze mini-samenlevingen. Er zijn verhalen bekend van aanhangers die wedijveren om het smerigste werk te doen en het onsmakelijkste voedsel te eten.
Het lijkt geen toeval dat de beweging ontstaat en populair wordt in de Hanzesteden rondom de IJssel. Hier wonen in die tijd veel welvarende kooplieden. Een sober, onopvallend leven past bij het werk van deze handelslui: zo wekken ze geen afgunst op en blijft de (buitenlandse) concurrentie beperkt.
Sobere paus
Tijdens de Reformatie moedigen veel hervormers volgelingen aan om sober te leven. Een onverwachte strijder voor soberheid uit die tijd is paus Adrianus, afkomstig uit Utrecht. In Rome is hij ontzettend impopulair, deze ‘barbaar’ uit het Noorden.
Hij is opgescheept met grote schulden van zijn voorganger, ontslaat een groot deel van zijn hofhouding en leeft een simpel, sober bestaan, te midden van het uitbundige Vaticaan, dat grote weelde gewend is. Hij steekt zijn afkeuring voor luxe niet onder stoelen of banken. Als vijf kardinalen hem in de aanloop naar zijn kroning uitzonderlijk tafelzilver cadeau doen, reageert hij daar als volgt op: “Deze schatten zijn meer voor een koning, jullie zouden als kardinalen beter schatten voor de hemel kunnen verwerven!”
Paus Adrianus leidt de katholieke kerk nog geen jaar, van 1522 tot 1523, voordat hij onder verdachte omstandigheden overlijdt.
Oog voor de wereld om je heen
Door de tijd heen is veranderd hoe we soberheid interpreteren, uitdragen en toepassen. Volgens kenners zit het nog steeds diep verankerd in onze volksaard, dat calvinisme dat zich uit in een sobere levensstijl en hard werken.
Calvijn benadrukte zelf eens dat rijkdom geen vloek, maar een zegen was, en bovenal verplichtte tot zorg voor de armen. En misschien is dat wel de kern van wat soberheid is voor de hedendaagse gelovige: bewust kiezen hoe je je geld besteedt, met oog voor de wereld om je heen in al z’n kwetsbaarheid.
Deze tekst is afkomstig uit de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Afbeelding: Thomas a Kempis op de Agnietenberg (1569), Stedelijk Museum Zwolle. Tekst: Francis Boer