Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Lied: Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer

Lied 84 uit het Liedboek, gezongen door Carmen Stoetzer-Melissant (vers 1, 2, 3 en 6).

Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen.
Hoe brand ik van verlangen om
te komen in uw heiligdom.
Wat zou mijn hart nog liever wensen
dan dat het juichend U ontmoet
die leven zijt en leven doet.
 
Het heil dat uw altaar omgeeft
beschermt en koestert al wat leeft.
De mus, de zwaluw vindt een woning.
Haar jongen zijn in veiligheid.
Mij is een schuilplaats toebereid
in het paleis van U, mijn koning.
Heil hen die toeven aan uw hof
en steeds zich wijden aan uw lof.
 
Welzalig die uit uw kracht leeft,
die naar uw tempel zich begeeft,
zijn hart wijst hem de rechte wegen.
Zij trekken op van overal
en, gaat het door het dorre dal,
dan valt op hen een milde regen.
Ja, in het hart van de woestijn
ontspringt een heldere fontein.
 
Want God onze Heer die ons mild
bestraalt als zon, beschermt als schild,
zal in genade ons verhogen.
Zijn hand onthoudt het goede niet
aan wie oprecht Hem hulde biedt
en eerlijk wandelt voor zijn ogen.
Heer, die het al in handen houdt,
welzalig die op U vertrouwt.
 
Tekst: Jan Wit
Melodie: Genève 1551
© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, Den Haag (tekst)
---

Toegelicht: Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer

(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Hilversum)

Intochtspsalm

Psalm 84 is door de eeuwen heen een geliefde geweest in het psalter van Genève. Een graag gezongen psalm ook aan het begin van de kerkdienst, omdat het zingt over het verlangen van de mens om in zijn tempel te komen – en dat verlangen wordt dan ook (hoewel niet een op een vergelijkbaar) op de kerk geplaatst als ‘huis van God’. In zijn huis (de tempel) woont de heilige namelijk onder de mensen.

Mus en zwaluw

Niet in de laatste plaats is de psalm ook populair omdat – zeker in de berijmde versie – er zo’n teer beeld in voorkomt van kleine kwetsbare vogels die ook mogen schuilen onder Gods dak – alsof hun nestjes in de gootstenen van de tempel zijn gebouwd. En niet alleen voor die kleine vogels is er plaats bij God, zelfs voor hun nog kwetsbaarder, pas uit het ei gekropen jongen. Op basis van couplet 2 in deze berijmde versie zou je dit beeld nog verder kunnen doorvoeren: ‘Heil hen die toeven aan uw hof en steeds zich wijden aan uw lof’: de zingende gemeenschap voor God voegt zich bij al die kwetterende vogeltjes.

Pelgrimspsalm

Is de functie vaak die van intochtspsalm, qua genre is dit een pelgrimspsalm, voor Gods volk dat optrekt naar de heilige stad Jeruzalem. Die tocht gaat door dorre dalen en droge woestijnen, maar met andere psalm- en profetenteksten zingt deze psalm ook over ‘milde regen’ in de dorre dalen en ‘een heldere fontein’ in het hart van de woestijn. Zo beschermt God, als zon en schild (couplet 6), ieder die ‘eerlijk wandelt voor zijn ogen’.

Elke week het beste van Petrus online

Ontvang de wekelijkse nieuwsbrief

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)