‘Pablo, onze Spaanse windhond. Schuchter en bang kwam hij bij ons, zijn grote lijf zat onder de littekens. In Spanje hadden ze hem gebruikt voor de jacht. En toen hij niet snel genoeg meer was en dus geen nut meer had, werd hij mishandeld en afgedankt. En nu mogen wij voor hem zorgen. Wat een goedzak, hij genoot intens van elke knuffel die hij kreeg. En zijn vertrouwen in mensen groeide met de dag. En als we dan een stuk met hem gingen wandelen, dan dartelde hij erop los en maakte hij de grootste bokkensprongen. Geen gebruiksvoorwerp meer, maar hond werd hij. Schepsel zoals hij bedoeld was. Puur geluk. Pablo leerde me hoe dat eruitziet.
'We willen wel anders, maar hoe?'
Eén hond gered, maar al die andere stakkers dan? Al die dieren en mensen, al die schepselen van God gekooid, geknecht, gebruikt, misbruikt. Je kunt er moedeloos van worden. De schepping zucht, de klimaatrapporten liegen er niet om. Milieuvervuiling, bio-industrie, kinderarbeid, noem maar op.
Grote systemen, structuren. We draaien erin mee, ze groeien ons boven de pet. We willen wel anders, maar hoe? Wat kunnen we doen? En ondertussen maken we de wereld kapot.
Duizend zeesterren
Een prachtig joods verhaal helpt ons op weg. Het verhaal gaat over een jongen die in de ochtendschemering druk in de weer is op het strand. Het strand ligt vol met aangespoelde zeesterren. Eén voor één pakt de jongen ze op en gooit ze terug de zee in. Een voorbijganger komt langs en vraagt verbaasd waar de jongen mee bezig is. De jongen zegt: ‘Als ik dit niet doe, dan gaan ze dood door de zon.’ ‘Maar dat is gekkenwerk. Het strand is nog kilometers lang en het ligt vol met nog wel duizenden zeesterren. Waarom zou je dat doen, waarom maak je je zo druk?’ De jongen pakt nog een zeester van het strand, kijkt er even naar en gooit ‘m dan de veiligheid van de golven in. En terwijl hij dat doet, zegt hij: ‘Voor deze ene maakt het wat uit.’
Kleine daden
Een heerlijk eigenwijs verhaal, vol joodse wijsheid. Jezus, een Joodse leraar, zegt eigenlijk net zoiets tegen zijn vrienden. ‘Wat je voor een van de minsten van mijn broeders en zusters hebt gedaan, dat heb je voor mij gedaan.’ Geen mens kan de hele wereld redden, maar red een leven en je redt de wereld. Jouw kleine, groene, goede daden, ze doen ertoe. Een wereld van verschil kun je voor iemand zijn. Dus gewoon doen, want voor die ene maakt het wat uit. Dus gewoon gaan, stap voor stap.’