Dit lied werd gezongen tijdens het Petrus Festival 2021. Meer zien? Ga naar petrus.protestantsekerk.nl/festival.
De zee, het land, de hemel in uw hand,
de zon en wolken, al wat ons omspant
de maan en sterren, ver voorbij ons denken,
in al wat is, wilt u uw liefde schenken.
De storm die over grauwe akkers raast,
de lentewind die over tulpen blaast,
de bij die langs de zomerbloemen gaat,
de kinderlach die droefenis verslaat.
U bent de vogels en de zuiderwind,
de eerste krokus en het lentekind,
de weg die stralend voor ons ligt, die ons leven
bedoeling en betekenis zal geven,
de groene velden in een zomerlicht,
de donzen heuvels in een vergezicht,
de maan die langs de donkere huizen glijdt
de zon die ons op onze wegen leidt.
De hele schepping maakt van u gewag:
de sterrenhemel ademt uw gezag,
de koeien grazend in zonneweiden,
het schuwe hert met jongen aan haar zijde,
de oude man die zijn geluk hervindt,
het mijmerend lied van het eenzelvig kind,
uw beken stromend door weldadig land,
de meeuwen zwevend langs de duinenrand.
U bood mij liefde bovenal en hoop
wanneer gevaar mij onverwacht besloop.
Was ik alleen, dan schonk u mij uw zegen;
in ziekte kwam ik uw nabijheid tegen.
Was ik een vreemde in een ander land,
u bracht mij kracht en reikte mij de hand.
Al wordt het herfst en is de dood nabij,
ik zal geen angst meer kennen, ik ben vrij.
Zoals een oester zich in zee ontvouwt,
ontsluiten wij ons zonder voorbehoud
voor u, in wiens genade wij ontkiemen,
in onze zoektocht naar het immens sublieme.
Zoals de wind de bloesembomen streelt
en met de vlieger van een jongen speelt,
leidt u ons, stervelingen, door de tijd
naar uw oneindige volkomenheid.
Tekst: Job Degenaar
Muziek: Stijn van der Loo
Uit: Psalmen anders, aanvulling bij Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk (uitgave van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, mei 2022).