Oud en vergeeld
Veel mensen denken bij het begrip ‘kanselbijbel’ aan een groot formaat, bijna zo groot als de complete lezenaar. In leer gebonden, misschien zelfs met wat zilverbeslag aan de buitenkant. De bladzijden oud en vergeeld, de tekst – meestal een Statenvertaling – nog net leesbaar. Toch ziet een kanselbijbel er niet altijd zo uit. Iedere bijbel die vast op de preekstoel ligt, mag zo worden genoemd.
In het schemerduister
Waarom is een kanselbijbel vaak zo groot? Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van kanselbijbels door de tijd heen, maar de toon werd meteen gezet bij de eerste uitgave. Deze Statenbijbel, in de Statenvertaling uit 1637, had een groot formaat. Het was een luxe editie die niet zomaar iedereen kon aanschaffen.
Juist voor gebruik in de kerk was het formaat ideaal. In slecht verlichte kerken was het fijn om tijdens de middag- en avonddienst een boek met grote letters op de kansel te hebben. Zo was Gods Woord zelfs in het schemerduister leesbaar.
De grootte van zo’n kanselbijbel was niet alleen praktisch, maar diende ook een symbolisch doel: als het Woord centraal staat in de protestantse liturgie, mag het ook fysiek een belangrijke plaats innemen.
Statussymbool
Het is de vraag of kanselbijbels vroeger ook buiten de erediensten op de preekstoel te vinden waren. Vaak ging het om kostbare bijbels, die door gemeenteleden aan de kerk waren geschonken. Niet alleen het formaat en de versiering aan de buitenkant maakten zo’n exemplaar waardevol, maar in sommige gevallen ook de ingebonden prenten. Zo’n geschenk verleende én de schenker én de kerk een bepaalde status.
In kerken waar nog oude kanselbijbels liggen, dienen deze vaak als ornament, of als ondergrond voor de uitgeprinte preek, de tablet van de predikant of een nieuwere vertaling. Al in 1946 zag de lutherse professor W.J. Kooiman dit met lede ogen aan. In Vox Theologica, een theologisch tijdschrift voor academici schreef hij enigszins geïrriteerd: “Zo’n klassieke Bijbel, die niet de gewenste vertaling bevat, heeft recht op een vertrouwde plaats in een beveiligde vitrine of in de kluis. Zo’n oude Bijbel mag er in geen geval voor de show liggen.”
Waar blijft de kanselbijbel?
Wanneer een nieuw exemplaar zijn intrede doet, verdwijnt de oude bijbel soms van de kansel. Waar blijven die zware, dikke boekwerken?
In het Friesch Dagblad van 12 maart 2021 vertelde predikant Hinne Wagenaar hoe de 17e-eeuwse kanselbijbel van de Redbadtsjerke in Jorwert – “een joekel en zwaar om te tillen” – na de restauratie van de kerk eerst in de kelder van een kerkvoogd werd bewaard. Omdat er in die tijd veel kanselbijbels werden gestolen, leek dat de handigste oplossing. Later belandde hij onder het bed van een ouderling en vervolgens in de boekenkast van Wagenaar.
Over het boekwerk doet een wild verhaal de ronde uit de Bataafs-Franse tijd (1795-1813). Een boze soldaat zou met zijn zwaard in de bijbel hebben gehouwen omdat de Franse soldaten niet mochten overnachten in de kerk. Er zijn geen bronnen die dit verhaal bevestigen, het weggehakte deel is inmiddels gerestaureerd.
Meer over dit soort protestantse onderwerpen lees je in de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Dit is een artikel in de serie #Protestants. Lees ook:
Beeld: Ingeborg Kriegsman