© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, Den Haag (melodie); © Gooi en Sticht, Utrecht (tekst)
Toegelicht: Zolang er mensen zijn op aarde
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Hilversum)
Danklied
Dit bekende lied was in het vorige liedboek (1973), en ook dáárvoor al, heel populair. De opzet van de gedachtegang kent een eenvoudige interne logica: zolang er mensen op de aarde zijn, zolang is God de vader van hen allemaal. Dat betekent dat mensen met het geloof in een God leven sinds mensenheugenis en tot zover wij in de toekomst kunnen zien: God omvat heel de mensheid. Couplet 2 zegt in dit opzicht met andere woorden hetzelfde als couplet 1 – en God wordt er beide keren voor gedankt.
Bloemen en vogels
Couplet 3 is ontleend aan de evangelietekst waar Jezus de mensen voorhoudt: ‘kijk naar de vogels in de lucht, kijk naar de lelies op het veld. Als God hen al met zoveel zorg omkleedt, hoeveel te meer zal hij dan naar jullie omzien.’ (Matteüs 6; Lucas 12) Daardoor voelt de zanger van dit lied zich geborgen: ‘al mijn dagen zijn geteld’.
Eucharistie
Huub Oosterhuis schreef dit lied helemaal aan het begin van zijn dichterlijke leven. Een verwijzing naar de eucharistie kon niet ontbreken: het lichaam van Gods Zoon als levend brood. Hij is het licht der wereld, het eeuwige leven. En daarom (couplet 5) moet heel de schepping, al wat ademt, Hem aanbidden. Niet alleen de Zoon, de Schepper zelf is in ons midden, als een zorgzame vader. Theologisch een heel klassiek lied.