Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Mijn mooiste lied: Catrien Posthumus Meyjes over ‘Wij noemen je naam’

Haar ‘mooiste lied’ is een droevig lied. De gemeente zingt het wanneer iemand is overleden. Catrien Posthumus Meyjes vraagt het zich weleens af: is diegene nu in het paradijs? “We weten het niet. Tegelijk is er niemand die zo vol vuur kan zingen over het paradijs als ik.”

Wij noemen je naam

Wij noemen je naam
om wie je was:
een metgezel
die ons is voorgegaan,
in stil vertrouwen voorgegaan.

Wij noemen je naam
om wie je was:
een mens als wij.
Je zwijgen raakt ons diep,
je zwijgen raakt ons stil verdriet.

Wij noemen je naam
om wie je bent:
door God geliefd,
gewijd in Christus’ naam,
gewijd, gezaaid om op te staan.

Tekst: René van Loenen
Muziek: Marijn Slappendel

Wij noemen je naam om wie je was

“Je naam, dat is heel groot, daar zit alles in. Je biografie, je lijf, je fouten, je goede dingen. Met deze liedregel komt de hele persoon in beeld. Ook de dieptes die wij misschien niet kennen. God weet dat wel. Hij kent de diepte die met die naam verbonden is. Daarom is het goed om juist op een moment van gedenken de naam te noemen.”

In stil vertrouwen voorgegaan

“Een overledene is voor mij een voorbeeld – het is iemand die ‘de brug over is gegaan’. Daar is durf voor nodig. Dat de ander die durf had, geeft mij vertrouwen. Ik had een buurvrouw die weg was geraakt van de kerk. Toen ze ging sterven zei ze: ‘Ik geloof dat ik God nu toch wel nodig heb.’ Dat vond ik mooi gezegd. Sterven is loslaten en overgeven. De overledene heeft het vertrouwen gekregen om te sterven. Ik weet niet wat er dan komt, maar het is oké. 
Voor mij is vertrouwen: geloven in iets wat groter is dan mijzelf. Geloven dat het goed komt. Het leven heeft het goed met me voor. God is voor mij niet per se een persoon, veel meer ‘een grootsheid’. Mijn vertrouwen is dat het goedkomt. En dat vertrouwen reikt tot over de dood.
Het woord ‘voorgegaan’ is voor mij niet gericht op een concrete plaats. Is de overledene in het paradijs? Ik vraag me dat weleens af. Het zou fantastisch zijn, maar we weten het niet. Niemand weet het.
Tegelijk is er niemand die zo vol vuur kan zingen over het paradijs als ik. ‘In paradisum deducant te angeli’ – mogen de engelen u geleiden naar het paradijs – luidt de aloude requiemtekst. Als ik dat zing, ga ik helemaal aan. Ik zing iemand graag naar de hemel toe.”

Je zwijgen raakt ons stil verdriet

“Als in de kerk een overledene wordt herdacht, ken je diegene niet altijd persoonlijk. Deze zin helpt om toch helemaal betrokken te zijn, want hij raakt bij iedereen wel iets. Mensen komen hierdoor direct bij hun eigen verdriet. 
Dit lied is nieuw. In onze gemeente zingen we bij een overlijden tot nu toe altijd ‘Niemand leeft voor zichzelf’ van Huub Oosterhuis. Een lied waar ik nog steeds kippenvel bij krijg. Dit nieuwe lied kun je ook goed gebruiken op zo’n moment. Je kunt het ook gebruiken tijdens een dienst waarin alle overledenen uit het afgelopen jaar herdacht worden: Allerheiligen, Eeuwigheidszondag of oudjaar. En thuis zingen kan ook: om op die manier als gezin een ritueel moment te hebben rond het overlijden van een naaste.
Ik gun dit lied een grotere bekendheid. De tekst en de melodie zijn goed, het ritme heeft een hemelse lichtheid.”

Door God geliefd

“Dit geldt voor elke overledene, want ik geloof dat in ieder mens iets goeds zit, al kunnen er veel schaduwkanten zijn. Kijk, mensen als Donald Trump en Vladimir Poetin zijn door hun schaduwkanten ‘overgenomen’. Macht corrumpeert. Daardoor kunnen ze niet meer bij hun goede kern komen.
Onze vorige predikant begon elke preek met ‘lieve gemeente’. Bij zijn afscheid zei hij: ‘Ik deed dat niet omdat u zo lief was, maar omdat u door God geliefd bent.’”

In Christus’ naam gewijd, gezaaid om op te staan

“Mijn vader was predikant. Hij stierf in de overtuiging dat de dood slechts een slaap is. Zelf geloof ik niet dat hij op zal staan, hij was hartstikke dood. Maar zijn ziel leeft wel voort. Ik ontmoet mijn vader af en toe nog, ik stel dan vragen en krijg daar soms ook antwoord op. Voor mij vinden ‘opstaan’ en ‘opstanding’ plaats op die momenten: als ik een antwoord krijg, zodat ik alsnog iets van die ander leer. 
Ik heb mezelf geleerd om abstracter om te gaan met klassieke kerktaal. Neem de zinsnede ‘Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt’. Dat zingen we bij een avondmaalsdienst. Ik zeg het niet na. Maar als ik het zing, gaat het probleemloos en van harte. De tekst is voor mij liturgisch functioneel. Ik zing op dat moment een mooie melodie met een mooie tekst die goed voelt. Dat is het geheim van muziek. Je wordt gedragen door de melodie en de woorden. Je wordt opgetild en je tilt elkaar op. Daarom hou ik van zingen.”

Elke week het beste van Petrus online

Ontvang de wekelijkse nieuwsbrief

Tekst: Auke Schouwstra | Foto’s: Eljee Bergwerff

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)