Vergeet niet hoe wij heten:
naar U zijn wij genoemd.
Zoud Gij ons niet meer weten
dan waren wij gedoemd
te sterven aan uw leven;
maar zo Gij ons gedenkt
is er een eeuwig even,
een ogenblik gegeven
een paasdag die ons wenkt.
Zij raken niet vergeten
die over zijn gegaan
tot U, want in uw heden
bewaart Gij hun bestaan.
Hun namen zijn verzekerd
in uw gedachtenis,
Gij zult ze blijven spreken
tot die dag aan zal breken
waarop het wachten is.
Vergeet niet hoe wij heten,
wij heten naar uw naam.
Uit duizenden gebeden
stelt zich uw eenvoud saam.
Want zo zijt Gij gebroken,
gelijk het ene licht,
van naam tot naam gesproken,
van dag tot dag ontloken,
zo zien wij uw gezicht.
Tekst: Willem Barnard
Muziek: Willem Vogel
© makers
Toegelicht: Vergeet niet hoe wij heten
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Gedenken
Dit lied kan zowel op de Gedachteniszondag rond 1 november of op de laatste zondag van het kerkelijk jaar (eind november) klinken, maar ook rond afscheid nemen en sterven in het algemeen. Daarbij zijn het niet (alleen) wij die gedenken, maar roepen wij Godzelf op om te gedenken. In 1 Samuël 25 staat een prachtige tekst die bepalend is geworden in de Joodse traditie: God bewaart de mensenlevens als ‘een steentje geborgen in een buidel’, maar het steentje van de ‘vijanden’ zal worden weggeslingerd. Zo ontstaat er een bundel van levenden, van wie deel heeft aan de nabijheid van God. Zolang de namen van de mensen nog klinkend genoemd worden, blijven zij volgens de traditie deel hebben aan het land der levenden. De grens tussen leven en dood ligt hier anders dan wat wij er doorgaans onder verstaan: doden zijn in het land der levenden, zoals de levenden in het land van de doden kunnen zijn.
Wenkend licht
Dit lied gaat over ons. Het eerste en laatste couplet vragen: ‘vergeet niet hoe wij heten’. En daarbij zitten er voor de dichtkunst van Willem Barnard zo typische paradoxen in. Als wij niet langer door God werden gedacht, zouden wij ‘sterven aan Zijn leven’. Maar zolang Hij ons gedenkt ‘is er een eeuwig even’, hebben wij nu al deel aan die bundel der levenden. En zijn wij in het licht van God dat in het nu al vooruitschijnt als ‘een paasdag die ons wenkt’.
De gestorvenen
Dat alleen couplet 2 gaat over ‘die over zijn gegaan’ geeft het lied een heel bijzondere vorm. Zij zijn letterlijk omvat door de levenden van couplet 1 en 3. In couplet 2 wordt een onderscheid gemaakt tussen hoe wij de tijd ervaren en Gods ‘heden’, waarin alle tijden samenkomen omdat Hij ze omvat. Couplet 3 trekt dat door, door te zeggen dat onze veelheid (‘duizenden gebeden’) bij God eenvoud wordt – nog zo’n fraaie dichterlijke paradox!
Verlangde melodie
De melodie bestaat uit sprongen die steeds (op verschillende manieren) herhaald worden. Ook dit lijkt een bewust vormaspect: de melodie is na deze een paar keer gehoord te hebben makkelijk te onthouden, en onthouden (memoriseren/herinneren) is immers precies het thema van het lied: het onthouden van de namen, ‘van naam tot naam’, ‘van dag tot dag’, totdat wij God zien van aangezicht tot aangezicht.
Dit lied werd gezongen in de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (29 januari, KRO-NCRV). Bekijk of lees ook de overdenking van ds. Rianne van der Nagel: