Net voor de preek tijdens de ochtenddienst gaat de jongste groep (tot 7 jaar) naar Op Stap, hun zondagsschoolmoment. De oudere kinderen, van 7-9 en 10-12 jaar, hebben zondagsschool tijdens de middagdienst. Bij elkaar zijn het zo’n 40 kinderen. Ze zijn in groepen gesplitst vanwege het aantal en het verschil in ontwikkeling. Tine Veldhuizen: “In kleine groepen heb je meer oog voor het individuele kind en heb je makkelijker een echt gesprek.”
Grote vragen
Tine staat in de Baarnse Calvijnkerk bekend om haar creatieve ideeën. Of het nu gaat om een gemeentedag, een kinderkerstfeest of een leuk uitje, ze denkt graag mee. Maar aan het zondagsschoolwerk verloor ze haar hart, al bijna dertig jaar geleden. Een hele periode, beaamt ze, maar absoluut niet te lang. “Ik beleef er zelf ook veel aan. Kinderen zijn onbevangen maar kunnen ook met grote vragen komen. Ik geef zelf leiding aan de oudste groep, waar je al echte gesprekken mee kunt voeren. Een inspirerende vorm vind ik om dit gesprek staand in een kring te doen, zodat we goed naar elkaar kunnen kijken én luisteren. Alle kinderen moeten ervaren dat er ruimte is voor wat zij te vertellen hebben.”
Met zo’n grote groep kinderen zijn er veel medewerkers nodig. “Iedereen vindt het van groot belang dat we er zijn, mensen willen dan ook meehelpen.” Onder de zondagsschoolleiders zijn meer vrouwen dan mannen. Als er mensen mee moeten draaien, worden daarom juist mannen gevraagd. “We zijn een mooi team. Iedereen heeft hetzelfde enthousiasme: het kind willen zien.”
Zaaien
De zondagsschoolleiding bedenkt haar eigen thema’s. “We putten uit materialen die er zijn. Uit het materiaal van JOP* halen we vaak goede spelmethodes. We hebben het eens een seizoen lang gehad over ‘wonderen’. Een ander seizoen ging het over ‘reizen’: toen gingen de kinderen aan het eind van het seizoen met een koffertje naar huis waar alle werkjes van het hele jaar in zaten.
Dit jaar vertellen we verhalen over kinderen uit de Bijbel. Onlangs stond het verhaal van de maanzieke jongen centraal, een ingewikkeld verhaal waarin het woord mosterdzaad voorkomt. Een collega-leidster vertelde dat het diezelfde zondag landelijke zaaidag was. Zij had het idee om met elkaar te gaan zaaien.”
“Toen ik verder zocht, bleek het ook nog de internationale dag van de aarde te zijn. Allerlei lijntjes kwamen bij elkaar. Mijn eerste vraag in de kring was: wat vind je mooi aan de schepping? De een zei: de ruimte. Een ander: de dieren. Weer een ander: zuurstof. Het werd een leuk gesprek over het bewonen en beheren van de aarde. De kinderen gingen naar huis met een potje met zaadjes waar bloemen uit komen die insecten aantrekken. Hopelijk worden ze verrast door de aarde en het leven.”
Terugdenken
Tine vindt het mooi dat ze door de zondagsschool zelf ook gedwongen wordt met bijbelverhalen in de weer te zijn. “Wat valt mij op, wat triggert mij, welke vraag zou ik aan de kinderen willen stellen? Ik begin altijd met iets bij mezelf, dan volgen de kinderen vanzelf.”
In de lijdenstijd stonden zes bijbelse lijdensverhalen centraal. Tijdens die hele periode werkten de kinderen aan een paaskrans. “Door ze ergens naartoe te laten werken, hopen we dat de kinderen geen enkele bijeenkomst willen missen want dan hebben ze een onderdeel niet. Van een ouderpaar hoorden we dat hun kind thuis alle verhalen bij de krans kon vertellen. Dat zien we natuurlijk graag!”
Ook aan het kerstfeest wordt altijd veel aandacht besteed. “We maken een groot decor waar veel werk in zit. Je kunt denken: zoveel werk voor zo’n korte tijd ... Maar het is niet voor de anderhalf uur dat we Kerst vieren in de kerk, het is voor de beleving. We willen iets meegeven waar de kinderen later nog aan terugdenken.”
De zondagsschool blijkt bovendien belangrijk voor het opbouwen van vriendschappen in de kerk. “Als je daar vriendjes en vriendinnetjes krijgt, is de kans groter dat je binding houdt met de kerk.”
Geleerd in de kerk
In haar dagelijks leven werkt Tine bij Special Arts, een stichting die bevordert dat alle mensen met een handicap aan kunst kunnen doen en dat ze hun talenten op dat gebied kunnen ontwikkelen.“Het vertellen en het bedenken van creatieve projecten voor mijn werk komen me goed van pas: het zijn dingen die samenkomen in de zondagsschool. Een tijdje geleden stond ik in het Flint Theater in Amersfoort voor een volle zaal bij een poëziefeest voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat ik dat durf en kan, is in de kerk ontstaan.”
De wereld van de kerk en die van Special Arts raken elkaar in het mogen zijn wie je bent, vindt Tine. “Wie je ook bent: je hebt een verhaal, je bent uniek. Die unieke verhalen zijn mooi. Voor Special Arts hebben we dichters gekoppeld aan mensen met een verstandelijke handicap. De dichters komen verrijkt terug. Je kunt van de ander leren. Leeftijd of wat je wel of niet hebt, maakt niet uit. Het is mooi als je zo in het leven kunt staan …”
Doorgeven
“God heeft ons gemaakt en iedereen doet ertoe. Zo wil ik ook naar kinderen kijken. Leren kijken zoals Jezus, met oog voor ieder mens, hen écht zien zoals ze zijn. Dat iemand jou neemt zoals je bent en onvoorwaardelijk naast je staat: voor mij is dat liefde. Er is heel veel gebrokenheid op deze aarde, maar ik geloof dat het aardse leven er niet voor niets is. Wij hebben de taak het mooie dat God wil laten zien, door te geven. Wat zou ik graag zo kunnen kijken, doorgeven en liefhebben.”
Kinderen en kerk
Op de website van JOP staan allerlei werkvormen voor kinderdienst, catechese en zondagsschool. Kijk op jop.nl/vieren. Een inspirerende vorm is bijvoorbeeld KIEM in Amersfoort. In het tv-programma Met Hart en Ziel is te zien hoe deze kindernevendienst de natuur in trekt. Terug te kijken via kro-ncrv.nl/methartenziel.
Foto’s: Werry Crone | Tekst: Janet van Dijk