De Grote Kerk in het centrum van de stad is snel gevonden. Het gebouw van de protestantse gemeente staat ruimtelijk op een plein, te midden van veel bomen. Een beetje zoals een oase … Maar de ‘echte’ Stadsoase in Emmen is gevestigd in een naastgelegen winkelpand. Het is zondagavond als ‘Kom op adem’ wordt gehouden. Een groep van zes jongeren heeft net de pasta pesto op. Begeleider Mirte Kajim (21) biedt een stoel aan en adviseert om de jas aan te laten. Ze legt uit dat het pand ook de bloemenwinkel is van een van de pioniers van de Stadsoase. Als er bloemen staan, mag de kachel niet aan. De groep deert de kou niet. Ze zijn allang blij met de gezellige ontmoetingsplek en op de bank liggen genoeg dikke kleden om hen warm te houden.
Pionieren
Mirte ruimt de lege borden op en pakt de boerenyoghurt uit de koelkast, terwijl ze vertelt over het ontstaan van de Stadsoase: “Voordat we afgelopen februari officieel van start gingen, waren we al ruim anderhalf jaar aan het pionieren. Het was een soort trial-and-errorfase waarin we van alles organiseerden. Onze visie was snel duidelijk: er zijn voor twintigers – studenten en starters. En dat op verschillende manieren, zodat het passend is voor iedereen.”
‘Hier heb ik de ruimte om ergens vraagtekens bij te zetten’
Er ontstonden drie soorten activiteiten. Sommige zijn gericht op verbinding, waarbij de begeleiders een luisterend oor kunnen zijn. Zoals de open huiskamer op de donderdagmiddagen, waar je kunt komen om te studeren of gewoon voor een kletspraatje. Ook zijn er activiteiten gericht op zingeving en levensvragen. Daar wordt gemediteerd en gereflecteerd. Bijvoorbeeld een meditatieavond of een samenkomst tijdens de Dag van de Filosofie. “En tot slot zijn er activiteiten met een duidelijk christelijke bron”, zegt Mirte. “Dan pakken we de Bijbel erbij, zoals bij ‘Kom op adem’.”
Miniversie van Taizé
Mirte vertelt enthousiast dat ze zelf groot fan is van Taizé, de Franse kloostergemeenschap waar veel jongeren naartoe gaan om samen te bidden, te zingen, stil te zijn en elkaar te ontmoeten. ‘Kom op adem’ is daar een miniversie van. Die begint met de ontmoeting tijdens het eten. Nu pakt Mirte de Bijbel erbij. Ze trekt haar schoenen uit en gaat comfortabel zitten op een poef. Vervolgens leest ze het verhaal van de toren van Babel en vraagt aan de groep wat hun opvalt in het verhaal. “What strikes you about this passage?, zeggen ze dan zo mooi in Taizé”, lacht Mirte. Een gesprek met de groep volgt.
‘Tijdens het zingen en de stilte gaan mijn gedachten echt uit’
Mirte is zelf ook nog een jongere, maar dat vindt ze niet ingewikkeld: “Dat is juist fijn. In de kerk ervaar ik vaak eenrichtingsverkeer. Hier ben ik ook een van de jongeren en heb ik als begeleider de ruimte om ergens vraagtekens bij te zetten.”
Ook Serissa Pathuis (23) komt graag in de Stadsoase: “Ik ben gelovig opgevoed en ben de laatste jaren zoekende geweest. Sinds een paar maanden kom ik weer in de kerk. Het is een fijne gemeente, maar in de Stadsoase vind ik leeftijdsgenoten. Ik was nog niet bekend met Taizé, maar door ‘Kom op adem’ ben ik zo enthousiast geworden dat ik er binnenkort zelfs naartoe ga. Het is fijn om diepgaande gesprekken te voeren.”
Je moet het ervaren
Na de overdenking worden liedbundels van Taizé uitgedeeld en zet Mirte de muziek aan om samen te zingen. Meditatieve liederen, zoals ‘Confitemini Domino’ en ‘Exomologisthe to Kyrio’. Soms in canon, soms Franstalig. De een zingt zachtjes mee, de ander luistert en kijkt naar buiten. Weer een ander staat op en haast zich naar de bushalte om naar zijn studentenstad te reizen. Ook dat is prima.
Na het zingen volgt een periode van vijf minuten stilte. Als Mirte de stilte met een lied verbreekt, voelt het alsof ze nog minutenlang konden blijven zitten. Ze vraagt met welk gevoel ieder de week ingaat. “Met rust”, zegt Serissa enthousiast. “Tijdens het zingen en de stilte gaan mijn gedachten echt uit en dat is fijn.” Wat dat precies is? Dát is volgens alle jongeren moeilijk uit te leggen. Je moet het ervaren. Daarom gaan sommigen van hen ook dit jaar weer naar Taizé, maar tot die tijd komen ze ‘op adem’ in de Stadsoase.
Tekst: Hilde Kooij-Tromp | Foto’s: Jelte Bergwerff