“Deze kanokast hebben we meegenomen uit Malawi, waar we in 2012 als gezin naartoe werden uitgezonden namens de Gereformeerde Zendingsbond, de GZB. We kochten de afgedankte kano van een lokale visser aan het immense Lake Malawi. Door er een stukje af te zagen, kan hij overeind staan en is het nu een boekenkast.
De kano staat symbool voor de grote zendingsopdracht van Jezus: we zijn geroepen om vissers van mensen te zijn, om mensen van overal – steeds meer – bekend te maken met Hem. Eerst waren we vissers in Malawi, nu willen we dat in Nederland gestalte geven.”
Op pad
“Ik ben in 1978 geboren in Kampen, als tweede van zes kinderen. Een jaar later werden mijn ouders zendelingen in Nigeria. Ik kijk dankbaar terug op mijn kindertijd, ik mocht vaak met mijn vader op pad. In 1987 overleed hij door een auto-ongeluk. Een paar dagen later waren we ineens terug in Nederland. Dat was natuurlijk heel abrupt en heftig. Na vier jaar hertrouwde mijn moeder.”
“Na mijn studie social work en de pabo trouwde ik met Marieke en werd ik schoolmeester. Maar van jongs af aan had ik al het verlangen om uitgezonden te worden, dus in de avonduren studeerde ik hbo-theologie. Mijn vrouw en ik lazen samen over zending en gingen naar conferenties en ontmoetingen met zendingswerkers. Er kwam alleen niet direct iets op mijn pad. Dat maakte me soms onrustig. Ik heb toen geleerd: wie God wil dienen, moet niet alleen bereid zijn om te gaan, maar ook om te blijven.”
'Wie God wil dienen, moet niet alleen bereid zijn om te gaan, maar ook om te blijven'
Groot tekort
“Op een gegeven moment belde de GZB: of we nog steeds het verlangen voor zending hadden. De jongste van onze vier kinderen was net geboren toen we in 2012, na een goede voorbereiding, werden uitgezonden naar het noorden van Malawi. Mijn rol was om daar voor de Presbyteriaanse Kerk niet-geschoolde leiders toe te rusten, mijn vrouw werkte later in het missieziekenhuis. De kerk in Malawi groeide hard en had een enorm tekort aan gemeentepredikanten. In het noorden waren toen 1.500 kerkjes, met minder dan tweehonderd predikanten. Elke dominee had zo’n acht tot twaalf kerkjes onder zijn hoede. Daardoor preekte meestal iemand die er niet voor was opgeleid.”
‘Ik leerde dat onze cultuur gericht is op resultaat’
Blinde vlekken
“Ik heb veel geleerd van die tijd. Ik mocht een toerustingsprogramma en lesmateriaal ontwikkelen. Ik probeerde de mensen voor wie het bedoeld was, erbij te betrekken. Ik wilde dat het iets van henzelf zouden worden. Maar ze vonden het heel ongemakkelijk om commentaar te leveren. Ze hadden er te veel respect voor dat ik voor hen huis en haard had achtergelaten. Na een proefperiode hebben we het materiaal herschreven – het was nog te theologisch, te veel en te westers. Uiteindelijk is het in vijf lokale talen vertaald en gebruikt.
Toen ik de predikanten toerustte om een pastoraal team op te zetten en in kaart te brengen waar ze tegenaan liepen, zeiden ze: ‘We hadden blinde vlekken. Dit helpt ons echt de mensen beter te zien.’”
“De uitzending heeft me geleerd dat ik die vlekken zelf ook heb. Een Malawiaanse vriend, zeer intelligent en een veelbelovend predikant, wees me op iets wat bij veel zendelingen gebeurt: ‘Jullie cultuur is gericht op resultaat, in mijn cultuur gaat het eerst en vooral om de relatie. Jullie zijn geschoold om te presteren, dat merk je.’ Het is ook goed om te beseffen dat je in die context een rijke westerling bent, zelfs als je denkt dat je niet koloniaal bezig bent en in Nederland in een eenvoudig rijtjeshuis woont.”
Rotsvast vertrouwen
“Spreken over je geloof is in Malawi een heel normaal onderdeel van je leven. Dat vind ik mooi. En mensen bidden overal voor, of het nu voor een reis is of voor het koekje bij de koffie. Het sterkste is me de vreugde in de Heer bijgebleven. Zeker, mensen hebben grote vragen – de armoede ligt soms letterlijk op de stoep. Toch hebben veel Malawianen een rotsvast vertrouwen in God.
Wat ik ook gezien heb, is hoe belangrijk het is om elkaar echt te bedanken. Wij zijn hier na een bezoek geneigd om te zeggen: ‘Bedankt voor de gastvrijheid’ en dan in de auto te stappen. Dáár bedank je elkaar heel uitgebreid. Ook het rouwen vond ik fascinerend. Bij ons is dat naar buiten toe een beetje formeel en ingetogen, in Malawi gaan ze er publiekelijk heel diep doorheen. De hele omgeving neemt er de tijd voor. Dat ongeremde delen van je verdriet is heel gezond om het verlies te aanvaarden.”
Verrijkt en veranderd
“In 2016 kwamen we terug in Nederland, verrijkt én veranderd. Je kunt dan niet verder waar je gebleven was. Veel dingen waren bevreemdend, bijvoorbeeld de enorme focus op welvaart. Mijn roeping om Jezus bekend te maken en te leren met Hem te leven, moest ik opnieuw vormgeven. Dat was best ingewikkeld en duurde een tijd. Wat mijn vrouw en ik eraan hebben overgehouden, is dat we graag meelopen met mensen op zoek, zoals migranten en vluchtelingen. Ook in mijn werk – voor een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen – ben ik weer betrokken bij de wereldkerk. We hebben onze tentpinnen niet zo diep in de grond staan, wie weet worden we op een dag weer uitgezonden.”