Ze hebben elkaar nog nooit gesproken, maar moeten meteen samen op de foto. Terwijl de fotograaf aanwijzingen geeft – “Ga maar even op straat staan, dan krijg ik de kerk er beter op ...” – tasten Evert Ruiter en Merle Maas elkaar alvast een beetje af. Hij woont in Maarssen, zij in Utrecht. Hij heeft drie zoons die net het huis uit zijn, zij is net getrouwd. “Je stelt wel veel vragen”, zegt Evert als ze samen de kerk in lopen. “Dat is mijn werk”, lacht Merle. “Als gezinsbegeleider moet je vooral veel luisteren en vragen stellen. Maar ik ben ook gewoon geïnteresseerd.”
Evert Ruiter (53) en Merle Maas (26) zijn beiden lid van de Nieuwe Kerk in Utrecht. Evert woont in Maarssen en is directeur after-sales bij een autobedrijf, Merle woont in Utrecht en is gezinsbegeleider bij Timon.
Bijna-doodervaring
Wat er bijzonder is aan hun gemeente? Over alle onderwerpen kan in een open sfeer worden gesproken, vinden Evert en Merle allebei. Dat blijkt wel, als er binnen dertig kaartjes op tafel komen. Met daarop vragen als: ‘Wie is een voorbeeld voor jou?’ en ‘Kun je God kennen?’
Beiden mogen twee vragen uitzoeken die ze de ander willen stellen. Het is een tijdje stil, dan trapt Evert af. “Ik heb een kaartje gepakt met de vraag: ‘Is er leven na de dood?’ Heb jij daar ideeën bij?” Merle: “Ja, ik geloof zeker dat de hemel bestaat. Maar hoe die eruitziet? Het zal er feest zijn, denk ik.”
“Ik geloof ook dat de hemel onze bestemming is”, reageert Evert. “Dat komt omdat ik iemand ken die een bijna-doodervaring heeft gehad. Ze vertelde dat er dansende mensen waren en dat ze bij Jezus op schoot zat. Dat verhaal heeft heel veel indruk op me gemaakt.”
“Wat mooi”, zegt Merle. “Ik ben pas op mijn zeventiende tot geloof gekomen en dat had ook te maken met een bijna-doodervaring, die van mijn beste vriendin. Bijzonder dat jij ook iemand kent die zoiets heeft meegemaakt.”
Jaloezie
Het sluit aan op een van haar vragen: “Is er een situatie geweest waarin je het gevoel had: er moet meer zijn?” Evert aarzelt even. “Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin en eigenlijk heb ik mijn hele leven al in God geloofd.”
“Daar kan ik een soort jaloezie bij voelen”, reageert Merle. “Dat je het geloof van jongs af aan hebt meegekregen, alle bijbelverhalen hebt gehoord, hebt geleerd hoe je moet bidden.”
“Nou, ik vond het anders echt een last, als kind”, zegt Evert. “Ik groeide op in een traditionele omgeving en ik was jaloers op vriendjes die niet geloofden, want die hoefden zich aan veel minder regels te houden. Als puber heb ik me wel behoorlijk verzet.”
“En toch geloof je nu”, zegt Merle. “Heb je dat dan toch niet van je ouders meegekregen?”
“Ondanks mijn eigen weerstand ben ik blijven geloven”
“Nee, je gaat niet geloven door je opvoeding”, antwoordt Evert gedecideerd. “Ik ervaar het als een geschenk dat ik ondanks mijn eigen weerstand ben blijven geloven. Ik kan niet precies uitleggen waarom, maar als ik ‘s nachts wakker lig, weet ik: Hij is er.”
Vervelende vent
Merle heeft nog een andere vraag. “Wat vind je van de gedachte dat God in jou is en door jou werkt?” Evert is even stil, hij speelt met de kaartjes in zijn hand. “Bij die vraag moet ik aan het verhaal van Jona denken, dat is mijn lievelingsverhaal. Jona is eigenlijk een enorm vervelende vent die eerst wegvlucht voor Gods opdracht. Vervolgens komt hij in de maag van een grote vis terecht, wordt hij gered en doet hij God een belofte. Maar dan raffelt hij zijn opdracht alsnog af: hij gaat maar een deel van Nineve in en gaat vervolgens op de berg zitten kijken wat er gebeurt! Blijkbaar gebruikt God lastige mensen. En Hij doet denk ik ook iets met mij, al begrijp ik niet precies hoe dat werkt.”
“De dagen dat ik God ervaar, zijn mijn betere dagen”
“Hoe zou jij die vraag beantwoorden?” vervolgt hij. Merle: “De dagen dat ik ervaar dat God in mij is, zijn mijn betere dagen. Niet dat er dan niks ergs kan gebeuren, maar het is altijd beter als Hij erbij is, waar ik ook doorheen ga.”
“Jij komt natuurlijk in behoorlijk donkere situaties”, zegt Evert. “Ga je elk gesprek in met de wetenschap: ik heb God bij me?” “Ja,” antwoordt Merle. “In de wetenschap: Hij zorgt voor mij, Hij zorgt ook voor dit gezin, en ik mag dit gezin bij Hem brengen. Soms moet ik een heftige boodschap overbrengen en ga ik er met lood in mijn schoenen heen. Dan vraag ik God om erbij te zijn. En soms gaat een gesprek dan wonderbaarlijk goed. Dan staat een gezin bijvoorbeeld helemaal achter de keuzes die gemaakt moeten worden. Daar zie ik de hand van God in.” Evert is onder de indruk. “Wat mooi, daar kan ik van leren. Zo bewust met God leven hoort misschien wel bij nieuw geloof.”
Foto's: Leonard Walpot | Tekst: Jedidja Harthoorn