Enigszins buiten adem van het snelle lopen doet Mascha de deur open van het kerkgebouw aan de Lutherse Burgwal. “Ik heb nog even een hapje gegeten bij een van de kosters, die hierboven woont - dat kon precies.” Bij binnenkomst blijkt het kerkgebouw - enigszins verscholen in hartje Den Haag - een stuk groter dan verwacht. Mascha gaat voorop naar een van de zaaltjes.
Jonge koster
Bij een kop thee vertelt ze hoe ze 27 jaar geleden als student lid werd van de Evangelisch-Lutherse Gemeente in Den Haag. “Het eerste jaar wilde ik eigenlijk niks doen, maar dat mislukte”, lacht ze. “Ik ging gelijk al bij de cantorij. En toen de dominee hoorde dat ik in mijn vorige gemeente leiding had gegeven aan de kinderkerk, vroeg ze of ik dat hier ook wilde doen.”
Een paar jaar later vertrekt de koster. Mascha - net afgestudeerd - krijgt de vraag of ze een half jaar als interim-koster boven de kerk wil wonen, tot er een nieuwe koster is gevonden. “Moet je je voorstellen, een meisje van 24 in zo’n grote kerk in de binnenstad. Na concerten moest ik alle deuren dichtdoen en controleren of er geen zwervers in de wc’s zaten … Op de eerste avond dat ik hier woonde, werd er beneden voor de kerk iemand doodgeschoten. Mijn moeder zag dat op het journaal en belde me. Ik loog maar en zei: ‘Dat is helemaal aan het einde van de straat.’”
Misschien is ze er achteraf bezien wel wat te naïef ingestapt, zegt ze. Toch kijkt ze positief terug op haar tijd in de kosterij. “Ik ontmoette in die periode ook mijn huidige man. Hij was een leerling van onze vaste organist en kwam hier in de kerk studeren. Na afloop at hij dan bij mij.”
Behoefte peilen
Na haar tijd als interim-koster besluit Mascha om zich in te zetten als ouderling. Als jeugdouderling krijgt ze onder andere de kinderkerk onder haar hoede. In de loop van de tijd wordt ze daarnaast lid van de bloemschikgroep, meldt ze zich aan als lector en wordt ze voorzitter van de werkgroep publiciteit. Ook neemt ze de opmaak van het kerkblad voor haar rekening en bereidt ze samen met een van de kosters en zijn vrouw regelmatig uitgebreide maaltijden, voorafgaand aan activiteiten. Het klinkt misschien als veel, maar zo voelt het niet, benadrukt ze. “Alleen maar in de kerkbanken zitten en niksdoen, daar word ik echt niet gelukkig van. Ik wil graag overal een aandeel in hebben. Dingen regelen en afstemmen, peilen waar behoefte aan is in de gemeente en daar een aanbod voor bedenken - daar word ik blij van.”
Talenten
Vanaf 2009 stopt ze een aantal jaar als ouderling, maar de rest van haar activiteiten zet ze voort. Omdat ze zich betrokken voelt en er ‘lol in heeft’, maar óók omdat ze het als een opdracht ervaart, legt ze uit. “Ik heb veel met de gelijkenis over de talenten (Matteüs 25:14-30, red.). In dat verhaal hoor ik: je talenten mag je niet laten liggen, die moet je inzetten. Dat kun je als belastend zien, maar ik denk dat het de kunst is om het op zo’n manier te doen dat je er plezier uit blijft halen. Ik ben goed in organiseren, kan goed het overzicht bewaren. Ik vind dat ik daar wat mee moet doen. Eigenlijk gebruik ik in de kerk dezelfde vaardigheden die ik ook in mijn werk gebruik, als coördinator van het opleidingsaanbod van een revalidatiecentrum.”
Een paar jaar geleden heeft ze opnieuw het ambt van ouderling opgepakt en is ze voorzitter geworden van het college van ouderlingen. Ook maakt ze inmiddels elk jaar het jaarboekje. “En recent was ik nog voorzitter van de beroepingscommissie. Maar dat is maar tijdelijk, hè.”
Bier met appel
Ondertussen borrelen er steeds weer nieuwe ideeën in haar op. “Toen het Reformatiejaar eraan kwam, wilden we naast alle serieuze dingen ook iets ludieks organiseren. Daarom nam ik met onze koster en twee leden van andere lutherse gemeenten het initiatief om Lutherbier te laten brouwen. Een recept met appel, was het idee. Vanwege die uitspraak die vaak aan Luther wordt toegeschreven: ‘Ook als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, zou ik vandaag nog een appelboompje planten.’”
Het Lutherbier wordt een groot succes. “Uiteindelijk was de eerste duizend liter al vergeven voor we zelfs maar wisten hoe het bier zou smaken. Daarom hebben we nog twee keer duizend liter laten produceren. Het liep een beetje uit de hand, mensen belden zelfs op met de vraag: hoe kan ik het bier het beste serveren tijdens de kerstmaaltijd?”
Beren op de weg
Mascha’s optimisme is wat haar betreft niet alleen een karaktertrek, maar ook verbonden met haar geloof. “Ik leef vanuit hoop. Ik geloof dat als je vanuit positiviteit met iets aan de slag gaat, je bijna zeker weet dat er iets goeds uit voortkomt. Dat gebeurt niet altijd op de manier die ik zelf had bedacht, maar toch: het komt goed.” Ze lacht. “Eigenlijk zie ik mezelf ook wel als een appelboompjesplanter.” Dat maakt dat ze veel van de grond krijgt, maar ook weleens botst met anderen. “Ik kan niet zo goed tegen mensen die constant beren op de weg zien.”
“Wil je de kerk en de rest van het gebouw nog even zien?” vraagt ze dan. In de gemeentezaal - imposante houten deuren, boeken aan de wand, een prominente piano - is één muur volledig bedekt met de namen van oud-predikanten en -kerkenraadsleden. Bij 2013 houdt de lijst op. “We moeten nog iemand vinden die in dit handschrift de laatste namen kan aanvullen”, legt Mascha uit. “Eigenlijk zou dat niet zo moeilijk moeten zijn. Als je een beetje kan handletteren zou je dat handschrift zo onder de knie moeten kunnen krijgen.” Er valt even een stilte. “Nee, laat ik dat toch maar niet doen.”
Foto’s: Heiko Bertram | Tekst: Jedidja Harthoorn