Ik ben van jongs af aan een natuurliefhebber. Ik herinner me nog het geluksmoment toen ik als kind van 8 jaar, lopend door het Corversbos, het verschil tussen een vrouwtjesvink en dito huismus ontdekte. Ik struinde vaak over de hei bij Laren waar toen nog volop veldleeuweriken kwinkeleerden. Ook oefende ik, eenmaal volwassen, op een bescheiden manier duurzaam leven.
Maar het eerste boek van Irene van Lippe-Biesterfeld, Dialoog met de natuur (1995), ging aan mij voorbij. Ik ben bang dat ik haar indertijd – ik zeg het met schaamte – wegzette als een zweverige boomknuffelaar.
De mens is deel van de natuur
Ondertussen heeft prinses Irene niet stilgezeten. Ze richtte de duurzaamheidsstichting NatuurCollege op en werkt samen met Staatsbosbeheer om kinderen kennis te laten maken met de natuur. En nu heeft ze dus een tentoonstelling gemaakt. “De kunsten brengen mensen dichter bij hun gevoel, bij hun emoties”, vertelt ze in een begeleidende video bij de tentoonstelling.
Ons gangbare westerse wereldbeeld heeft ons met zijn wetenschappelijke blik veel gebracht. Maar we raakten ook veel kwijt. Zoals het besef dat we niet boven of buiten de natuur staan maar er deel van zijn. Die scheiding wil prinses Irene graag opheffen. In deze tentoonstelling doet ze dat door kunst en natuur met levensbeschouwing te verbinden. Ze wil je leren kijken en vooral leren zien.
Doodlopende weg
Ik dwaalde door de zorgvuldig ingerichte zalen met heel uiteenlopende kunstuitingen. Ik noem er slechts een paar. Intrigerend vond ik hoe Tineke van der Pouw Kraan filmde hoe planten en schimmels zich ondergronds vertakken en met elkaar samenleven. Een weergaloos kleurenspel van verbindingen dat zich ongezien onder onze voeten afspeelt. En hoe Sun-Hyuk Kim boomwortels verbeeldt die een menselijke figuur op handen en voeten verbeelden. Met neergebogen hoofd draagt deze figuur een afgebroken boom op zijn rug.
Kijkend door het raam naar buiten zag ik een meer dan 2 meter hoog bronzen beeld van de Roemeense kunstenaar Albert György: ‘Mélancolie’. Een mens op een bank, met een hoofd (weer: naar beneden gebogen), armen en benen, maar geen longen, geen hart. Uit een speaker klinken de woorden van Irene van Lippe-Biesterfleld:
We zijn weeskinderen op aarde
ontworteld, losgekoppeld
deze scheiding is als een leegte in onszelf.
Het is een van de korte ‘meditaties’ die uitnodigen tot bezinning. De boodschap is overduidelijk: we zijn op een doodlopende weg. We moeten omschakelen, en snel ook. Een ouderwetse boetepreek in een modern jasje.
De natuur krijgt ogen
Boven de ingang van een klooster staat soms ‘Deo vacare’ (word leeg voor God). Hier wordt mij als bezoeker gevraagd mijn mond te houden, de telefoon op te bergen en geen foto’s te maken. Het werkt. Als ik stil word, ontdek ik niet alleen verwondering maar ook leegte. En schaamte. Ik krijg niet alleen oog voor wat ík in de natuur zie. De natuur zelf krijgt ogen.
Ik kijk een beer recht in de ogen in het close-fotoportret ‘Kodiak Bear #1’ van de Australiër Dean West. Hoe kijkt hij? Zonder oordeel? Op een vogelexcursie zei onze gids: “Wij kijken nu door een kijker naar tientallen lepelaars, maar vergeet niet dat zij ook naar ons kijken.”
In de museumgids tref ik een mooi citaat van Picasso: “Iedereen wil kunst begrijpen. Waarom proberen we niet het lied van een vogel te verstaan?”
Dwaal je deze maand over de Westerheide bij Hilversum en stemt het gemis van de veldleeuwerik je droevig? Fiets dan even door naar Laren voor deze mooie tentoonstelling. Word stil, verwonder je en laat naast verdriet ook je dankbaarheid en verontwaardiging stem krijgen.
‘Wij zijn natuur’ is nog tot en met 31 augustus te zien in Singer Laren.