Wij zoeken hier uw aangezicht.
God, houd uw oog op ons gericht:
Kyrie eleison!
De zon straalt van uw aangezicht
en zet ons leven in uw licht.
Amen. Halleluja!
Gij hebt uw woord gestand gedaan:
wij zijn met Christus opgestaan!
Amen. Halleluja!
Hij gaat ons voor, is ons vooruit.
De schepping zingt zijn vreugde uit:
Amen. Halleluja!
Het lied van wie zijn voorgegaan
zet ons vandaag tot zingen aan:
Amen. Halleluja!
Ontvlam in ons en vuur ons aan!
Getroost zullen wij verder gaan.
Amen. Halleluja!
Tekst: Sytze de Vries
Melodie: Bertram Luard Selby
© maker
----
Toegelicht: Wij zoeken hier uw aangezicht
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Hilversum)
Intochtslied
Dit is een lied voor het moment dat de gemeente ‘intocht’ doet in het huis van God. Een lied aan het begin van de kerkdienst. En omdat de kerkdienst de plek is waar mensen samenkomen die door God geroepen zijn, zoeken ze in dat huis eerst zijn aangezicht, met meteen ook de vraag of Hij zijn oog op de gemeente gericht houdt. Zo begroeten gasten en gastheer elkaar. Feitelijk is het intochtslied, drempelgebed en kyriegebed ineen.
Smeekgebed en lofzang
Het lied heeft in het verleden vele versies gekend, maar de versie van het Liedboek valt duidelijk in twee delen uiteen: enerzijds de coupletten 1 tot en met 5, anderzijds de coupletten 6 tot en met 10. Dat is te zien aan de eindregel van de coupletten: eerst vijfmaal ‘Kyrie eleison!’ en daarna vijfmaal ‘Amen. Halleluja!’ De reden daarvan is dat het binnentreden van Gods huis meteen met de aanroep ‘Heer ontferm U’ verbonden is. Ontferming over de mensen die samenkomen maar die tegelijkertijd symbool staan voor heel de wereld, die God in de liturgie ontmoet, en die Hem en zijn genade zo nodig heeft.
Uit het donker
Die mensen die die kerk binnenkomen, komen (als het ware) direct uit het donker van de nacht en vragen God hen vast te houden. Om niet meer ten prooi te vallen aan het donker, maar juist de dag toe te behoren. God wordt vereenzelvigd met het licht, gesymboliseerd in de zon die ook op deze nieuwe dag over de wereld opgaat. Een heel basale maar ook diepgaande beeldspraak. De mensen worden in het nieuwe licht tot aanzijn geroepen, en wel ‘met een nieuwe naam’ (vgl. Openbaring 2:17). Het maakt de ontmoeting wederkerig: mensen keren zich naar God, Hij toont hun zijn genade. Er is sprake van relatie.
Nieuw begin
In de tweede helft van het lied ligt de nadruk op de lofzang. Deze coupletten zijn niet vragend of smekend maar constaterend, namelijk dat de zon van Gods aangezicht straalt en Hij zijn woord reeds gestand gedaan heeft, namelijk op de paasmorgen, waar iedere eerste dag van de week weer een afglans van is. Zo voegt de gemeente zich in een verhaal dat allang gaande is. Het begint niet pas deze (zondag)morgen. ‘Het lied van wie zijn voorgegaan zet ons vandaag tot zingen aan.’ En er wordt vooruit gekeken. Christus gaat ons voor, en is reeds 'vooruit gegaan'. Zo zijn Pasen en Hemelvaart in één adem omvat. De gemeente roept om Geest: ‘Ontvlam in ons en vuur ons aan, getroost zullen wij verder gaan!’ Behalve Pasen wil men ook iedere zondag een nieuw Pinksteren: aangevuurd worden door de Geest.