God roept de mens op weg te gaan,
zijn leven is een reis:
‘Verlaat wat gij bezit en ga
naar ’t land dat Ik u wijs.’
Het volk van God was veertig jaar
– een mensenleven lang –
op weg naar het beloofde land,
het land van Kanaän.
Heer, geef ons moed en doe ons gaan
uw weg door de woestijn
en laat uw Zoon een laaiend vuur,
een nieuwe Mozes zijn.
Eer aan de Vader en de Zoon
en aan de heilige Geest,
God, die al voor de eerste mens
belofte zijt geweest.
Tekst: Henk Jongerius
Melodie: Este’s Psalter 1592
© makers
Projectkoor o.l.v. Hanna Rijken
Orgel: Sebastiaan 't Hart
Fluit: Hanna Rijken
Harp: Victoria Davies
------
Toegelicht: God roept een mens op weg te gaan
(door dr. Oane Reitsma, medewerker Spiritualiteit en Eredienst in de dienstenorganisatie)
Onderweg
Christenen werden in de eerste eeuwen van onze jaartelling ‘mensen van de weg’ genoemd. Dit beknopte maar prachtige lied van de in 2024 overleden dominicaner monnik Henk Jongerius bezingt het mensenleven op zichzelf als een reis. Immers: we zijn altijd op weg, van de wieg tot het graf, laten daarbij dingen los en pelgrimeren steeds verder.
Roeping
Het lied vertelt eigenlijk dat de metafoor van het mensenleven als een reis niet zozeer het lot van de mensen is, als wel hun bestemming en roeping. Want het is God die telkens mensen roept om zijn stem te volgen. Het eerste couplet refereert impliciet aan de aartsvader Abraham, die zijn oorsprong achter zich liet en de stem volgde ‘naar het land dat God hem wees’. Abraham reisde niet alleen, God beloofde hem met hem mee te gaan op zijn pad. Eeuwen later (couplet 2) deden de afstammelingen van de aartsvaders hetzelfde: het volk Israël dat opnieuw de stem volgde, optrok uit angstland Egypte en op weg ging naar het beloofde land. Wel deden ze daar een hele generatie lang over, 40 jaar. Maar opnieuw waren ze niet alleen: God reisde mee.
Nieuwe Mozes
In het derde couplet verandert de vorm. Van de verhalende derde persoon is de toon ineens in de tweede persoon: als een gebed wordt God aangesproken. Er wordt om gebeden dat Christus ‘de nieuwe Mozes’ zal zijn. Dat is een heel Bijbels beeld, zeker in het evangelie van Matteüs. Jezus ging immers ook de mensen voor en wees hen spiritueel de weg. Zo werd Hij een licht op hun levenspad. Hij was in Egypte, ging door de woestijn, ging door de Jordaan en verkondigde vanaf een berg een nieuwe interpretatie van de wet van God. Maar die spirituele betekenis krijgt Hij voor ons pas als we erom bidden dat in onszelf te verinnerlijken.
Doxologie
Het vierde couplet is een klassieke lofprijzing: de drie-ene God, Vader, Zoon en Geest worden geloofd. Waarom? Omdat God voor alle mensen, al vanaf Adam (en Eva), een belofte was. Al het leven kent een bestemming, een doel en zin.