Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Lied: De Geest van God waait als een wind

Lied 691 uit het Liedboek, gezongen door Joy Wielkens

De Geest van God waait als een wind
op vleugels van de vrede,
als adem die ons leven doet,
deelt ons een onrust mede
die soms als storm durft op te staan,
geweld en kwaad durft tegengaan,
een koele bries die zuivert.

De Geest van God is als een vuur,
als vlammen felbewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmte in hart en ogen.

In stilte werkt de Geest van God,
stuwt voort met zachte krachten,
een wijze moeder die ons hoedt,
een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
doet mensen weer elkaar verstaan,
omgeeft ons als een mantel.

Tekst: Marijke de Bruijne
Melodie: Gon Voorhoeve
© Kok, Utrecht

----

Toegelicht: De Geest van God waait als de wind

(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Hilversum)

Beelden van Gods Geest

Dit Pinksterlied bezingt de Geest van God in drie beelden. Alle drie die beelden vinden we terug in Bijbelverhalen waar het over de Geest gaat – of, breder gezegd, om ‘Gods aanwezigheid’.  En omdat de Geest overal waait waarheen hij wil, zijn dat heel verschillende beelden.

Wind

In het bekende Bijbelverhaal over Pinksteren, zitten de leerlingen van Jezus samen en steekt er ineens een hevige storm op. Maar de wortels van het beeld van Gods geest als ‘wind’ zijn nog veel dieper en gaan al terug naar het Eerste Testament. In Genesis 1 gaat het immers al over de Geest van God die over de oervloed zweefde, waarna Gods rust en orde creëerde in de oerchaos. Dat is een vergelijkbaar beeld. Over die beelden, de geest als ‘storm’ en de geest als rustige ‘wind’ of ‘adem’, zingt het eerste couplet van dit lied. De Geest van God verschijnt daar waar orde en vrede zijn. Zij ademt het leven in. Die rust en vrede staan natuurlijk in contrast met het beeld van de storm. Maar misschien staat het aanbreken van rust, orde en vrede wel precies zo in schril contrast met wat we in de wereld vaak zien aan geweld en kwaad. Zodoende breekt de Geest onverwacht in, omdat zij het gans andere toont. De storm wordt ‘een koele bries die zuivert’.

Vuur

Precies zo dubbelzinnig is het beeld van de Geest als vuur. Zij is felbewogen en verteert, maar ook een gloed, een kaarslicht, een vonk van hoop. Feitelijk is het beeld hier hetzelfde: het vuur verteert wat slecht is (‘onrecht’) en wordt daardoor teken van hoop dat het ook anders kan. Het beeld van de Geest als vuur komt uit hetzelfde verhaal in Handelingen 2, waar na de hevige windvlaag, tongen van vuur op de hoofden van de discipelen verschijnen. Maar ook dit beeld heeft diepere wortels. God is bij het volk Israël in de woestijn aanwezig als een vuurkolom. En waar God aanwezig is klinkt zijn stem, die bedacht is op geordend leven, zodat het hele volk mee kan naar het Land van Belofte. Wellicht heeft de dichteres daaraan gedacht: teken van vuur als hoop, wenkend perspectief, warmte-gevend.

Stilte

En dan is het in het derde couplet alsof we bij Elia op de Horeb staan. In dat verhaal bleek de Heer niet in de storm te zijn die voorbijkwam, noch in het vuur. Maar God was aanwezig in ‘het gefluister van een zachte bries’. Zo werkt de Geest van God in het derde couplet ook: ‘in de stilte’. Hier is sprake van een zorgende God; als een wijze moeder en ‘bron van goede machten’. Zij geeft moed om door te gaan en ‘omgeeft ons als een mantel’. En heel geruststellende beeldspraak.

Elke week het beste van Petrus online

Ontvang de wekelijkse nieuwsbrief

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)