Het boek benadrukt telkens weer dat je goed bent zoals je bent. En dat iedereen maar wat doet in het leven, en klungelt en zoekt. En het soms even niet meer weet. Het boek van Mackesy inspireert en doet je even op een andere manier ‘kijken’ naar je leven; niet rationeel of analytisch, maar gevoelsmatig, intuïtief.
Het is een boek dat je doorkijkt en dan plots bij één tekening stopt. Omdat het je ontroert, troost of het je milder doet kijken naar jezelf. Een beetje zoals de methode Lectio Devina, waarbij je een bijbeltekst leest en elke keer op een ander moment in de tekst geraakt bent. Afhankelijk van het moment. De ene keer is het die ene zin, de andere keer dat ene woord. Dat is met dit boek net zo.
Willekeur
Bij zijn eerste boek De jongen, de mol, de vos en het paard zocht ik soms naar een antwoord op een levensvraag, sloeg ik het boek willekeurig open en liet me inspireren door het lot. Nu kijk ik het boek door tot iets me raakt. Ik laat het boek op die pagina openstaan op een plek waar ik vaak langsloop. Tot het me genoeg verteld heeft en ik weer zoek naar een ander beeld.
Wat me nu raakt
Ik vertel graag iets over de tekening op de pagina die nu openstaat. Er staat bij: Op een dag kijk je om en dringt het tot je door hoe zwaar het is geweest en hoe goed je het hebt gedaan. Op het plaatje zie je de vier vrienden uit de titel staan in een sneeuwlandschap, naast een rivier die langzaam kronkelt, de verte in. Dit plaatje raakt me omdat het onmiddellijk mijn hart verzacht. Wat moet dat een heerlijk gevoel zijn, als dát tot je doordringt.

Doe ik het wel goed?
Zonder te willen klinken als Brigitte Kaandorp – “Ik heb een heel zwaar leven” – denk ik vaak: doe ik het wel goed? Met name rond mijn kinderen en de opvoeding. Over hoe ons leven gelopen is en over de keuzes die ik heb gemaakt. Ze groeiden niet op in een standaard omgeving, in een rustig kerngezin, met één woonplek, twee ouders en noem maar op. Ik kan me daar best onzeker over voelen. Helemaal nu een van de twee zich best tegen me afzet.
50 jaar getrouwd
Ik was onlangs op het 50-jarig huwelijksfeest van mijn oom en tante en hun zoon van 40 sprak hen toe. Zij hebben zware tijden gekend. Hij drukte hen op het hart dat hij van ze hield en dat ze het als ouders goed hebben gedaan. En dat ze erin geslaagd zijn om de verbinding nog sterker te maken. Ik stelde me voor dat mijn zoon van 40 dit tegen me zou zeggen en dat was troostrijk.
Ook nú is het al goed genoeg
Wat als ik op een dag terugkijk en denk: ik heb het, ondanks alles, goed gedaan. Ik deed wat ik kon en het was genoeg. Wat moet dat een opluchting zijn. Moet je dan tot je 70e wachten om dat ook echt te geloven? Het boek herinnert je eraan dat je dat ook nú al af en toe tot je door mag laten dringen.