“Als klein kind kreeg ik wel iets mee van geloof en kerk. Maar we raakten de kerkgang kwijt toen we naar een andere plaats verhuisden. Mijn ouders konden daar geen gemeente vinden waar ze zich thuis voelden.”
“In 2015 kwam ik Robbert tegen. Hij ging regelmatig naar de kerk – iets waar ik wel aan moest wennen. Voor mij was het ook nieuw dat na het eten de Bijbel op tafel kwam, en dat voor en na de maaltijd werd gebeden. Maar ik vond het interessant: ik zag het geloof als mogelijkheid, niet als verplichting. Ik vond het wel spannend om het erover te hebben. Mijn ouders vonden het wel mooi, en ook mijn vrienden reageerden geïnteresseerd. Het leverde goede gesprekken op.”
‘Ik zag het geloof als mogelijkheid, niet als verplichting’
“Robbert en ik kerkten in eerste instantie in een laagdrempelige stadskerk. Voor mij was het een goede manier om weer kennis te maken met de kerk, voor Robbert was het wat te vrijblijvend. Toen onze relatie serieus bleek en we in de kerk wilden trouwen, wilde ik me verdiepen in wat dat inhoudt. We verhuisden naar Voorburg en kwamen terecht in de Oude Kerk, waar we ons meteen thuis voelden. Samen volgden we een kennismakingscursus christelijk geloof en het jaar daarop deed ik belijdenis. Onze bruiloft was het hoogtepunt. Die hebben we samen met de predikant voorbereid. Hij liet me ontdekken hoe ik in het kerkelijk huwelijk sta. Ik kon vragen stellen en kritisch zijn, zodat ik vol overtuiging ‘ja’ kon zeggen.”
“De kerk geeft me veel: een plek om naartoe te gaan om rust, houvast en troost te vinden, en een gemeenschap om bij te horen. Ik geef me er graag aan over. En hoewel ik het spannend vind om dat zo uit te spreken, zie ik steeds meer het werk van God in mijn leven. Ik denk dat ik daar een antenne voor heb ontwikkeld. Ik sta anders in het leven, het geloof is onderdeel van mij geworden.”
Tekst: Janet van Dijk | Foto: Leonard Walpot