Jesse Oostermann
Leeftijd: 25
Woonplaats: Zevenbergen
Is klokkenluider en luidmeester bij het Utrechts Klokkenluiders Gilde. Hij is lid van de Protestantse Gemeente Zevenbergen.
‘Het is een ambacht dat vraagt om techniek’
“Het had niet veel gescheeld of het handmatig luiden van klokken in Utrecht was verdwenen. Gelukkig stak een groep padvinders hier in 1979 een stokje voor met de oprichting van het Utrechts Klokkenluiders Gilde. Dat is nu zo populair dat we een wachtlijst hebben.
Ik vervul twee rollen: ik luid de klokken en ik ben luidmeester. Dat is een soort dirigent die via gebarentaal – want je kunt elkaar niet verstaan bij zoveel decibel – duidelijk maakt wie wanneer moet gaan luiden, en of er harder of juist zachter aan het touw getrokken moet worden.
Het is een misverstand dat luiden alleen maar trekken aan een touw is. Het is een ambacht dat vraagt om techniek. Niet alleen om klokken van soms wel 1.000 kilo in beweging te krijgen, maar ook om een mooie harmonie te krijgen.
Het gilde luidt op verschillende locaties in Utrecht de klokken, waaronder veel kerken. De bekendste is de Domtoren, die heeft wel veertien klokken. Dan zijn heel veel variaties mogelijk: van wat meer mineur in de Vastentijd bijvoorbeeld tot vrolijke combinaties op feestdagen. Sommige klokken zijn eeuwenoud. Het voelt heel bijzonder om door het luiden zo’n stukje geschiedenis tot leven te brengen.”
Luid zelf de klokken van de Domtoren via luidsimulator.klokkenluiders.nl.
Wim van de Heide
Leeftijd: 53
Woonplaats: Wijnjewoude
Is koster en klokkenluider voor twee kerken in het Friese Wijnjewoude.
‘Onze klokkenstoel is echt ingeburgerd’
“Hoe oud onze klokkenstoel is, is niet precies bekend. Maar de eerste vermelding stamt uit 1723. Om alle drie klokken te luiden heb je vier mensen nodig, omdat de middelste klok dik 800 kilo weegt.
Het luiden met de hand is een ambacht geworden. Net als ik vinden heel veel mensen in ons dorp het een rijke traditie die we moeten behouden. Daarom proberen we ook jonge mensen erbij te betrekken, zodat ze interesse krijgen om dit vak te leren. Toen we als kerk nog een zondagsschool hadden, mochten de kinderen na de kerstviering altijd de klokken luiden van de klokkenstoel. Dat is volgens mij een heel goede manier om ze enthousiast te krijgen voor het luiden.
Bij begrafenissen wordt op verzoek van de familie ook vaak de klok geluid. Van oudsher zit daar een boodschap in: als een man overlijdt, luidt de grootste klok als eerste, bij een vrouw de middelgrote klok en bij een kind de kleinste klok. Niet iedereen in ons dorp heeft misschien wat met de kerk, maar onze klokkenstoel is echt ingeburgerd. We krijgen zelfs donaties uit het dorp om de klokkenstoel te onderhouden.”
Beluister op hervormdegemeentewijnjewoude.nl/klokkenstoel hoe de klokkenstoel klinkt.
Jaap Flikweert
Leeftijd: 75
Woonplaats: Aardenburg
Luidt al ruim twintig jaar op zondag de klokken van de Protestantse Gemeente Sint-Kruis en Aardenburg.
‘Om acht uur ’s avonds luidt nog altijd de papklok’
“Vijftig jaar geleden ben ik actief geworden in de kerk, sindsdien heb ik allerlei bestuurlijke functies vervuld. Toen onze klokkenluider ruim twintig jaar geleden te oud werd om de klokken te luiden, wilde ik dat wel gaan doen, want ik woon vlak bij de kerk. Ik doe het tot op de dag van vandaag.
Het klokkenluiden in Aardenburg heeft een lange geschiedenis. Vroeger werd de klok om acht uur ’s avonds geluid om de landarbeiders te waarschuwen dat de poort van de stad ging sluiten. In de volksmond heet dit de ‘papklok’, want bij thuiskomst gingen ze aan tafel voor de pap. De papklok wordt inmiddels mechanisch geluid, maar de grote klok luid ik met de hand.
Het oudste deel van onze kerk stamt uit 959. In de Tweede Wereldoorlog werden veel klokken uit de kerken gehaald om kanonnen van te maken. Ik weet niet of dat ook bij onze kerk is gebeurd, maar ik herinner me wel dat een deel van de toren was ingestort. Er is in de oorlog namelijk verschrikkelijk hard gevochten hier. Die toren werd herbouwd en in 1959 weer in gebruik genomen. Dat wij elke zondag in zo’n historisch gebouw mogen kerken is gewoon bijzonder!”
Tekst: Annemarie van den Berg-Nap | Foto’s: Marjan van der Meer