De mannen hebben geen tijd nodig om het ijs te breken. Boven een kop koffie en een dik beboterde plak krentenwegge komt het gesprek gelijk los. Bjorn lacht: “Ik ga geen bijbelteksten citeren, hoor. Daar ben ik heel slecht in. Ik ben niet zo’n lezer, ik ga meer af op mijn gevoel.”
Piet is wél een lezer. “Mijn boekenkast staat vol, vooral met boeken over Jezus. Dat heeft te maken met een gesprek dat ik had toen ik een tijdlang op een school in Libië werkte. Een islamitische onderwijzer nodigde mij uit om mee te gaan bidden. Toen we achteraf doorpraatten, zei hij: ‘Voor mij is God overal aanwezig: in de vogels die fluiten, in de bloemen die bloeien ... Daarom vind ik het lastig te begrijpen dat christenen Jezus zien als de Zoon van God. God is al in alles, die hoeft toch niet naar de aarde te komen?’ Ik had geen weerwoord. Wie was Jezus eigenlijk voor mij? Dat werd vanaf toen de vraag van mijn leven.”
Inmiddels heeft hij een antwoord. “Ik geloof dat ieder mens een eeuwige ziel heeft die een deel van God is. Zo kijk ik ook naar Jezus: als een mens die - net als wij - verbonden was met God. Wij hebben net als Jezus de opdracht om iets van Gods liefdeskracht te laten zien.”
Bjorn werkt - na een korte onderwijscarrière - als expeditiemedewerker bij een groot bedrijf. Daarnaast doet hij veel in de kerk: hij is onder andere organist.
Respect
Met bidden kan Piet niet zo veel. “Ik ben een deel van God, ik hoef geen contact te zoeken met God. Soms wordt er in de kerk gebeden alsof er een mannetje in de wolken zit dat naar ons luistert en doet wat wij zeggen. Dat geloof ik niet.”
Bjorn ervaart dat anders. “Ik geloof dat God bij mijn leven betrokken is, dat Hij mij niet loslaat. In de Bijbel lezen we dat toch ook: dat we door Jezus tot God mogen komen? Jezus is tenslotte voor onze zonden gestorven.”
“Dat geloof ik dus niet”, reageert Piet. “En dan zeggen sommige mensen: dat je dát los kan laten, dat is toch de kern van het geloof? Maar dat is voor mij niet zo. Ik denk dat het goed is om daar eerlijk met elkaar over te praten, om open te staan voor elkaars gedachten. Respect is de basis voor een relatie.”
Bjorn knikt enthousiast. “Dat gesprek is precies wat ik in onze kerk heel erg mis. Gewoon op een doordeweekse avond bij elkaar gaan zitten en praten. Dan hoor je persoonlijke verhalen en leer je mensen op een heel andere manier kennen. En je leert van elkaar.”
Andere vormen
Er zijn nog weinig kinderen en jongeren te vinden in deze gereformeerde kerk. “Dat doet me wel pijn”, zegt Bjorn. “Ik wil heel graag dat onze kerk blijft bestaan. Hier is van generatie op generatie het geloof doorgegeven, dat moeten we vasthouden. Daarom bid ik elke avond voor onze kerk. Niet alleen voor onze eigen kerk, trouwens. Het is mijn droom dat de drie kerken in ons dorp verder gaan als één kerk. Want Jezus gaat door kerkmuren heen.”
Over meningsverschillen moet je gewoon kunnen praten, vindt hij. “Stel dat alle kerken afbranden, zou elke kerk dan weer zijn eigen gebouw neerzetten? Dat zou toch raar zijn?” Piet is het niet met hem eens. “Ik vind het juist heel waardevol dat ik een kerk kan kiezen waarin ik me thuis voel. Die qua sfeer en beleving bij me past. Bovendien denk ik dat samenwerking voor veel ouderen behoorlijk gevoelig ligt, vanwege het verleden.”
Toch beseft hij dat er iets moet veranderen. “Om het hoofd boven water te kunnen houden, zullen er andere vormen van kerk-zijn moeten komen. Hoe die er precies uit moeten zien, weet ik niet. Er moet in ieder geval meer ruimte komen voor onderling gesprek. Ik zou het wel toejuichen als hier een geloofsgemeenschap zou groeien van mensen uit allerlei kerken die samen aan zoiets willen werken.” Bjorn lacht. “Toch wel?” Piet: “Ja, uiteindelijk vind ik ontmoeting het allerbelangrijkst. In de ontmoeting met je medemens ontmoet je ook God."
Update: bijna twee jaar na dit interview kent Westerhaar een bijzondere oecumenische gespreksgroep, op initiatief van Piet en Bjorn:
Foto’s: Jaap Schuurman | Tekst: Jedidja Harthoorn