Hoor, een heilig koor van stemmen,
staande aan de glazen zee,
halleluja, halleluja,
God zij glorie, zingen zij.
Menigten die geen kan tellen,
als de sterren in hun glans,
psalmen zingend, palmen dragend,
in de hemel is een dans.
Ja, zij hebben overwonnen
met uw kruis als hun banier,
volgend U in uw verzoening,
door de diepe doodsrivier.
Met uw lijden medelijdend,
medestervend in uw dood,
vonden zij het eeuwig leven
en hun loon bij U is groot.
Nu omstraalt hen licht des hemels
en de levensbron ontspringt
waar zij juichen U ter ere
waar hun koor uw glorie zingt.
Vrede is hun deel voor immer,
liefde is hun eeuwig recht,
want zij traden uit de schemer
voor uw levend aangezicht.
God uit God, Gij eerstgeboren
licht uit licht, o zonneschijn,
in wiens lichaam uitverkoren
heiligen slechts heilig zijn,
schenk ons leven uit uw bronnen;
door uw adem aangeraakt
zingen wij tot Vader, Zoon en
heilige Geest die levend maakt.
Tekst: Christopher Wordsworth – ‘Hark the sound of holy voices’, bij Openbaring 7,9-17
Melodie: Nederland ca. 1700
Vertaling: Willem Barnard
© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, Den Haag (vertaling)