Het zal zijn in het laatste der tijden
dat de berg van de tempel verheerlijkt zal staan,
dat de wegen er heen zullen leiden
en de volken der aarde op weg zullen gaan
om de rechten des Heren te leren,
zich tot God en elkaar te bekeren.
Als Jeruzalems tinnen gaan blinken
en beschamen der bergen en heuvelen trots,
zal van Sion uit blijde weerklinken
het bevrijdende woord van het koninkrijk Gods.
Tot bescherming van allen die leven
staat de wet van Gods heil er geschreven.
En een smidse van ’t huis onzes Heren
maakt het zwaard tot een ploegschaar, de speer tot een zicht.
Niemand zal meer een wapen hanteren;
maar zij groeten elkaar in het heldere licht
van de waarheid die eindelijk zal dagen
over mensen van zijn welbehagen.
Tekst: Jan Wit, bij Jesaja 2:2-5
Melodie: Frits Mehrtens
© BV Liedboek
---
Toegelicht: Het zal zijn in het laatste der tijden
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Smidse
Wie eenmaal uit het liedboekcompendium heeft begrepen dat in het ritme van dit lied, dat zich zo stug doorzet (ta-ta-taa, ta-ta-taa, ta-ta-taa), de hamerslag van de smid doorklinkt die zwaarden omsmeedt tot ploegscharen, kan het lied niet meer anders horen: hier wordt zo gewerkt aan de wereld van God dat de vonken ervanaf vliegen!
Jesaja
De inspiratie vond de dichter Jan Wit in Jesaja’s visioen over de berg van God, waar de tempel glorieus op staat te stralen en waar alle volken naartoe trekken (Jesaja 2, 2-5). Visioen van gemeenschap en vrede. De drie coupletten volgen vrij letterlijk de bijbeltekst. Uiteindelijk leiden de wegen van alle volken naar deze berg. Ook al lijkt het alsof zij eerst een andere weg kiezen: ontegenzeggelijk zullen zij hier uitkomen. Mooi is in het eerste couplet de vondst ‘zich tot God en elkaar te bekeren’, want het volgen van de wet van God betekent automatisch de weg van de naastenliefde volgen. Tussen die twee kan geen tegenstelling zitten; zij liggen altijd in elkaars verlengde. Alle geloof waarbij mensen elkaar de rug toekeren, strookt niet met het geloof in deze God en Zijn woord.
Profetie
Het tweede couplet borduurt erop voort. Gods woord (Zijn wet!) is bevrijdend en beschermt ‘allen die leven’ en niet maar een kleine groep. Het beoogt heel Zijn schepping en alles wat daar leeft. Het derde couplet van het lied draait vervolgens om de meest bekende zin uit deze profetie, dat zwaarden worden omgesmeed tot ploegscharen en speren tot snoeimessen. Niemand zal meer een wapen hanteren. Dat zou ook niet kunnen, want alle wapens waarmee mensen elkaar te lijf kunnen gaan zijn werktuigen geworden, om de aarde om te ploegen tot een paradijs en alles wat daartegen indruist met milde hand weg te snoeien. Zo is dit lied een prachtige verklanking van die onsterfelijke profetie van gerechtigheid en vrede voor alle volken samen.
Dit lied werd gezongen in de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (9 oktober, KRO-NCRV). Bekijk of lees ook de overdenking van ds. Annelies Jans: