Wonen in Zuid-Limburg is wonen in een rooms-katholieke cultuur. Omdat we vijf jaar geleden rechtstreeks van de Biblebelt kwamen, was dat best even wennen. Om te beginnen hadden onze buren geen idee wat een dominee is, het woord ‘predikant’ hadden ze ook nog nooit gehoord. Toen ik uitlegde dat wij protestants zijn, keken ze me even bedachtzaam aan en zeiden toen: “O, maar wij zijn christelijk.” Er is een wereld van verschil tussen de katholieke en de protestantse geloofstradities en mijn ervaring is dat als die werelden met elkaar in gesprek zijn, we heel veel van elkaar kunnen leren en samen meer ontdekken van de rijkdom van geloven in God.
Heiligen
Ik zal een paar ervaringen van het leven in het rooms-katholieke zuiden delen. Om te beginnen de diepgewortelde verering van heiligen. Officieel doen protestanten dat niet, al kunnen we sommige theologen of voorgangers aardig op een voetstuk plaatsen. De Rooms-Katholieke Kerk heeft vele heiligen die allemaal hun eigen dag op de kalender hebben. Maria wordt hier volop vereerd, maar ook Jozef heeft een grote plaats.
Toen wij ons huis hadden gekocht, belde de vorige eigenaar een paar weken later bij ons aan. Of hij nog even wat uit de tuin mocht opgraven. Ik gaf hem een spa en liep nieuwsgierig met hem mee. Hij ging naar een hoek van de tuin, stak de spa in de grond en ik hoorde direct een schrapend geluid. “Ah, hier is hij”, zei de man, en groef voorzichtig verder met z’n handen. Even later trok hij een beeldje van zo’n 30 centimeter groot uit de grond, veegde de modder ervan af en hield hem triomfantelijk voor me omhoog. “De heilige Jozef”, verklaarde hij, “die begraaf je in je tuin als je je huis gaat verkopen. Hij zorgt voor een goede verkoop.” “Tjonge”, mompelde ik verbaasd. Maar de man glunderde: “En hij heeft geholpen, want we hebben een goede deal gedaan toch?” Priesters leggen me uit dat ze geen heiligen aanbidden, maar eren als goede voorbeelden van omgaan met God en geloof. Maar de leken maken dit onderscheid eerlijk gezegd niet.
Wegkruisen
Een ander Limburgs en katholiek fenomeen zijn de talloze wegkruisen. In onze straat staat zowel aan het begin als het eind van de weg een wegkruis. Het is een crucifix met een dakje boven het kruis en een stichtelijke spreuk eronder. Ik ben blij met die wegkruisen omdat ze mij dagelijks herinneren aan wat Jezus ook voor mij gedaan heeft. Heel vaak zeg ik even bewust “Dank U wel” als ik er langs fiets of loop. De crucifixen brengen Jezus echt dichterbij voor mij. Dat protestanten een ander kruis hebben, realiseerde ik me pas geleden nog tijdens een gesprek op mijn Leger des Heils-locatie. Een oudere dame zag het houten kruisje dat ik om m’n nek heb. Ze pakte het voorzichtig beet, keek verbijsterd en zei in plat Maastrichts: “Er hangt geen poppetje aan.” Ik legde haar uit dat Jezus is opgestaan en dus niet meer aan het kruis hangt. Ze dacht er even over na en zei toen: “Wat is dat fijn voor Hem!”
Doordeweeks open
Tot slot de prachtige katholieke gewoonte dat de kerken doordeweeks open zijn. Bijna altijd staat de deur van de kerk in ons dorp wijd open, en af en toe ga ik even in de lege, stille kerk zitten met vlak boven me een levensgrote Jezus aan het kruis. Wat een rust gaat hiervan uit, en wat een vrede voel ik na een paar minuten in me neerdalen. Wat gun ik dit ook al die protestantse kerken elders in het land. Gooi ze alstublieft open, maak er weer gebedshuizen van waar mensen even een kaarsje kunnen branden, een gebed kunnen doen of gewoon stil worden tot God. Hier in het zuiden gebeurt het volop, en ik merk hoe goed het is.
Beeld: Wikcommons. Mariakapel Stein.