Download de bladmuziek (viool)
Download de bladmuziek (leadsheet)
Download de bladmuziek (cello)
Heer, raak mij aan met uw adem,
reik mij uw stralend licht,
wijs mij nieuwe wegen,
geef op uw waarheid zicht.
Raak met uw adem mijn onrust
tot ik de rust hervind.
Al mijn wonden heelt Gij:
Gij ziet in mij uw kind.
Wees ook de Geest die mij aanvuurt
en al mijn twijfels bant.
Als geroepen kom ik:
mijn tijd is in uw hand.
Kom en doorstraal mijn dagen,
Geest van God uitgegaan,
die mijn ogen opent
voor wie nu naast mij staan.
Heer, raak ons aan met uw adem,
geef ons een vergezicht!
Draag ons op uw vleugels,
zegen ons met uw licht!
Toegelicht: Heer, raak mij aan met uw adem
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Pinksterlied
Een ademtocht, een zuchtje wind. Je voelt het nauwelijks. En toch word je er even door aangeraakt. En zet het je in beweging. Of een onverwachte lichtstraal van de zon die je even aangenaam treft en uit de schaduw haalt. Zo ontstaat er nieuwe zin, hernieuwde moed. Zo is het pinksterverhaal.
Smeekgebed
Dit lied vraagt God om Zijn adem te zenden (couplet 1 en 2), die in de volgende twee coupletten ‘Geest’ wordt genoemd. Die adem van God, het stralend licht, hernieuwt. Hij wijst nieuwe wegen, geeft zicht op waarheid (couplet 1), doet de rust hervinden (couplet 2), bant twijfels uit (couplet 3), opent de ogen voor anderen (couplet 4) en geeft vergezichten (couplet 5). Zo is het hele lied een doorgaande lijn van hoopvol gebed.
Als geroepen
Precies op de helft van het lied klinkt het woord ‘geroepen’. Dat woord wordt in een heel mooie betekenis gebruikt. De zanger roept namelijk niet de Heilige Geest aan (zoals in het klassieke Veni sancte spiritus), maar wij zijn zelf de geroepenen! God komt in de Geest niet naar ons toe, maar wij worden uitgenodigd weer thuis te komen bij Hem. Onze tijd is in Zijn hand.
Naasten
Eerst lijkt het lied erg op de ik-persoon gericht: ‘raak mij aan’, ‘reik mij uw licht’, ‘de Geest die mij aanvuurt’, enzovoort. In het 4e vers wordt dat doorbroken. Daar is het namelijk de Geest van God ‘die mijn ogen opent voor wie nu naast mij staan’. En zo wordt het aspect van gemeenschap, waarop de Geest van Pinksteren altijd gericht is, geopend. In het slotcouplet is het ‘mij’ dan ook ‘ons’ geworden: ‘raak ons aan, geef ons een vergezicht’. Het gaat om het samen.
Melodie
Het lied heeft een Finse oorsprong en is geschreven als een kerklied voor jongeren, in 1981. De thema’s houden verband met waar jongeren zoal mee worstelen in het leven: onrust, twijfels, vragen over de toekomst, vriendschap met anderen. Een Nederlandse versie ontstond in 1998. De melodie heeft een heel bijzonder karakter. Vooral de hoge noot in de 3e regel brengt de vernieuwing zoals de Heilige Geest dat op de Pinksterochtend doet.