“Sinds een jaar of 5 ga ik weer naar de kerk, na zo’n 50 jaar niet geweest te zijn. Het was in de tijd dat mijn vrouw op zichzelf ging wonen, de kinderen het huis uit waren, en ik mijn pensioen op me af zag komen. Ik was er ver van afgedreven, terwijl we in mijn vroege kinderjaren als gezin in Amsterdam ook naar de kerk gingen. Ik genoot toen van de bijbelverhalen, die ik ook op school hoorde. Vooral van de verhalen over het beloofde land, het land van melk en honing, ik zag het helemaal voor me. Israël beantwoordde echt aan dat beeld toen ik dat land voor het eerst bezocht. Het voelde als thuiskomen.
Ik heb me altijd sterk verbonden gevoeld met het Joodse volk. Mijn eerste vriendinnetje was joods. Ik vond alles prachtig wat bij haar thuis gebeurde, waaronder het aansteken van de kaarsen op vrijdagavond, aan het begin van de sabbat. Dat deden wij alleen met Kerst. Ik ben ook altijd enorm onder de indruk ben geweest van de Jodenvervolging, met name in de jaren 40 - 45, en de massavernietiging. Ik heb dat mijn leven lang meegenomen. In Amsterdam en later in Haarlem ging ik na waar Joodse mensen hebben gewoond.
Sinds mijn dochter een joodse vriend heeft, wil ik echt alles te weten komen over de joodse cultuur. Ik vind deze, net als de joodse geloofsbeleving, van een grote schoonheid. Omdat ik de tijd heb om te doen wat ik graag wil, ben ik vrijwilliger geworden bij het Joods Museum en de Portugese synagoge in Amsterdam. De Hollandsche Schouwburg en het Holocaust Museum komen daar straks bij, die zijn nu in verbouwing. Afgelopen zomer was ik drie maanden als vrijwilliger in Nes Ammim in Israël. Ik was er zielsgelukkig.
In de kerk ben ik pastoraal medewerker geworden. Mijn kerkgang en mijn fascinatie voor het jodendom versterken elkaar. Het christendom heeft wortels in het jodendom. Jezus was ook een jood, dat vergeten we nog weleens. Het komt allemaal bij elkaar in mijn persoon.”