In de Bijbel is ‘genade’ een vertaling van cheen (Hebreeuws) of charis (Grieks). Deze woorden staan voor ‘welwillendheid’ en ‘goedgunstigheid’: situaties waarin de sterkere partij tegenover de zwakkere staat. Genade gaat over goedheid, gunst, een geschenk, en tegelijk over barmhartigheid en mededogen.
In het Oude Testament typeert ‘genade’ Gods houding tegenover Israël, Zijn eigen volk. Dat wil niet zeggen dat er geen straf komt. Maar genade heeft het laatste woord.
Persoonlijk
Genade is nooit onpersoonlijk, maar is altijd op iemand gericht. Op Israël, op wie in nood een beroep doet op God (zoals in de psalmen), of op wie trouw is aan Jezus Christus (het Nieuwe Testament). God zelf bepaalt voor wie Hij genadig is (Exodus 33:19, Romeinen 9:15).
Geschenk
Paulus schrijft veel over genade, als Gods plan om de mensen te redden door het geloof in Jezus Christus. Hij benadrukt dat Gods genade ons geschonken wordt óndanks onszelf. Vanuit menselijk oogpunt is het onwaarschijnlijk, tegen alle verwachtingen in. We kunnen Gods genade ontvangen, niet claimen.
Genoeg
Dat biedt een les voor vandaag: Gods genade hangt niet af van onze waardigheid. We hoeven geen mooi weer te spelen, geen schijn op te houden van een geslaagd leven. Het gaat er niet om wat we voorstellen volgens onszelf of volgens anderen. Het gaat erom wat God voor ons wil betekenen. Denk aan 2 Korintiërs 12:9, waar Paulus schrijft over wat God hem leerde: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade’ (NBV21).
Dr. Matthijs de Jong, hoofd vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap, is betrokken bij de NBV21. De vernieuwde versie van de NBV verschijnt in oktober.
De grondtoon van alles
Leven van genade, dat is de rode draad in de Visienota. Hierin verwoordt de Protestantse Kerk hoe ze in de huidige tijd en situatie kerk wil zijn. ‘Wat er ook is gebeurd of aan welk kwaad je ook debet bent, je mag uit genade opnieuw beginnen. Genade is de grondtoon.’
Lees ook: