Mijn moeder sterft
nog voor de merel zingt.
De nanacht komt
en heeft haar afgestaan
aan hoger dan het lied
dat dan opeens
de hemel bij de aarde brengt -
als troost.
Hoe hoger nu de klank
van vogelzang,
die buitelt van het dak -
een hemelzang,
hoe verder raakt zij weg
van mijn verdriet
dat hangen blijft rond bed -
en stijgt naar ver.