Het bestgelezen artikel van het afgelopen jaar op de Petrus-site was geen interview met een BN’er of een prikkelende column. Het was een artikel dat al een tijdje online stond en van de redactie een weinig spannende titel had meegekregen: ‘11x kloosters in Nederland voor stilte en retraite.’ Vooral via Google bleek het een hit. Wie googelde op ‘klooster’ en ‘stilte’ of ‘klooster’ en ‘retraite’ – en dat gebeurde dus nogal eens – vond het artikel prominent bovenaan zijn zoekresultaten.
Overal lawaai
Wat maakt het kloosterleven zo populair? Ik besluit het te vragen aan Hinne Wagenaar, een predikant die met het initiatief Nijkleaster al ruim vijftien jaar eigentijdse kloosteractiviteiten organiseert op het Friese platteland. Mensen uit het hele land komen erop af. Hinne ervaart de stilte uit de kloostertraditie als een noodzakelijk tegengif voor de drukte in de maatschappij, zegt hij aan de telefoon. “Overal om ons heen is drukte en lawaai. In winkels en restaurants klinkt bijvoorbeeld altijd muziek – alle stilte wordt opgevuld.”
Toen hij in de jaren negentig aan de slag ging als gemeentepredikant, realiseerde hij zich dat óók in de kerk vaak nauwelijks ruimte is voor stilte. “Meestal vullen we onze kerkdiensten volledig met woorden en muziek. Als een dienst wordt begonnen met een hele lijst mededelingen, staat mijn hoofd al volledig in de doe-stand. Dan is er nauwelijks meer ruimte om te verstillen en me te openen voor mezelf en voor God.”
‘In de stilte kunnen we onze kijk op de wereld opnieuw afstellen’
En juist dat verstillen is wat hem betreft cruciaal. “Vroeger leerde ik dat bidden praten tegen God is. Maar in de loop van de tijd is bidden voor mij veel meer luisteren geworden. God hoeft niet te weten wat ik allemaal vind en allemaal verlang – met een beetje geluk weet Hij dat allemaal wel. Het gaat er veel meer om dat ik leer luisteren naar wat God van mij wil, wat nu nodig is. En voor dat luisteren is stilte nodig. Als ik stil ben, ontstaat langzamerhand helderheid over wat ik in mijn leven moet doen of laten. Stilte is de zendtijd van de heilige Geest, las ik ooit. Die zin is me altijd bijgebleven.”
Stille revolutie
Persoonlijk herken ik Hinnes behoefte aan stilte. Het liefst trek ik minstens twee keer per week het bos in om in de rust van de natuur alle indrukken van de afgelopen dagen te verwerken, een beetje te reflecteren op het leven en nieuwe energie op te doen. En in de kerk laaf ik me aan een moment van stilte na een lezing of aan een lang stil gebed.
Maar ik weet ook dat niet iedereen van nature zo naar stilte verlangt. Daarom ben ik verrast als ik een pleidooi voor de stilte lees van de Zweedse voorganger Tomas Sjödin, iemand die zichzelf als een gezelschapsmens beschrijft, die graag omringd is door mensen, muziek en reuring. Vroeger beschouwde hij stilte als iets voor andere mensen – zelf haalde hij juist energie en richting uit ontmoetingen en gesprekken. Maar inmiddels is hij ervan overtuigd dat juist de ‘sociale mens’ stilte nodig heeft. Hij schrijft: ‘In de stilte ontvangen we de mogelijkheid om innerlijk te herstellen, om onze waarden, onze kijk op mensen en wereld opnieuw af te stellen.’
Sjödin heeft ervaren dat het opzoeken van stilte hem tot een mens maakt met een helderder blik, een gevoeliger gehoor, een rijker en warmer gevoelsleven en een diepere betrokkenheid. ‘Stilte en een rijk sociaal leven hoeven elkaar niet uit te sluiten. Integendeel, samen dragen ze bij aan een duurzaam gepassioneerd leven. Deze ontdekking is voor mij een soort stille revolutie geworden.’
Ingebed in het leven
Niet alleen introverte, rustminnende mensen hebben dus baat bij een dosis stilte in hun leven. Maar hoe maak je daar ruimte voor, in een wereld vol lawaai, uitpuilende agenda’s en een stortvloed aan mails en appjes? Hinne Wagenaar heeft het eigenlijk maar makkelijk, lacht hij. Sinds een tijdje woont hij met zijn vrouw en vier andere kloosterlingen in een tot klooster omgebouwde boerderij. Samen met de kerk in Jorwert is het de uitvalsbasis voor hun kloosteractiviteiten. “De stilte is nu vanzelfsprekend ingebed in ons leven. Elke dag hebben we drie vieringen, waarin het minstens vijf minuten stil is. En van tien uur ’s avonds tot tien uur ’s ochtends hanteren we een nachtstilte.” Toch had hij ook vóór zijn kloosterleven al manieren gevonden om de stilte te zoeken. “Ik begon de dag altijd in stilte terwijl ik wat oefeningen deed. En als ik een preek of toespraak voorbereidde, ging ik altijd in stilte wandelen.”
Gewijde plek
De Engelse abt Christopher Jamison geeft in zijn boek Levenslessen van een abt praktische tips voor niet-kloosterlingen die verlangen naar meer stilte in hun leven. ‘Er zijn twee klassieke momenten om stilte te ervaren: ’s morgens vroeg en ’s avonds laat. Je kunt een stiltemoment inbouwen in je ochtend- of avondprogramma. Wat echt helpt, is het hebben van een fysieke, gewijde plek ergens in je huis. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn: het kan iets simpels zijn als een kaars, een afbeelding en een favoriete tekst. Of het kan worden uitgebreid tot een hoek van een kamer met een kussen of een hoek van een kamer met ruimte voor het hele gezin.’
Hij adviseert om te beginnen met vijf minuten ’s morgens en vijf minuten ’s avonds. ‘Die tweede periode is belangrijk, hoe kort ook, om een bepaald ritme aan de dag te geven, om de dag in een kader van stilte te zetten. Misschien vind je vijf minuten helemaal niet lang. Maar als je vijf minuten in echte innerlijke stilte wilt doorbrengen, heb je nog wel vijf minuten nodig om die stille plek te bereiken, om tot rust te komen en je hoofd leeg te maken. Met andere woorden: voor vijf minuten echte stilte heb je in totaal tien minuten nodig.’
Ongemak en ongeduld
Hoe ik ook kan genieten van een boswandeling in stilte, het volhouden van het soort dagelijkse stiltemomenten dat abt Jamison beschrijft blijkt nog niet zo eenvoudig. Geïnspireerd door een kort verblijf in Nieuw Sion – evenals Nijkleaster een eigentijds, oecumenisch klooster – besloot ik afgelopen herfst elke avond een stiltemoment-met-avondgebed in te lassen. Voortvarend zette ik een dagelijkse wekker die me in het juiste spoor moest houden. Het ging drie dagen goed. De vierde dag had ik ’s avonds een vergadering en moest ik haastig in mijn tas grabbelen om de wekker tot zwijgen te brengen. Eenmaal thuis was ik het avondgebed alweer volledig vergeten. En de dag erna had ik ’s avonds nog zo veel mails te beantwoorden dat ik de wekker ongeduldig uitschakelde.
‘De stilte confronteert je met de drukte in je eigen hoofd’
Zelfs als het me wél lukt om tijd te maken voor stilte, is dat niet altijd even rustgevend. Welk moment van de dag het ook is, mijn gedachten vliegen vaak alle kanten op – naar alle to-dolijstjes in mijn hoofd, naar dat belangrijke overleg dat ik nog moet voorbereiden, naar die vriendin die ik nodig moet appen. Gelukkig ben ik niet de enige die daar last van heeft, hoor ik van Hinne. “Het is volstrekt normaal dat er allerlei gedachten door je hoofd spoken”, zegt hij. “Bij de stilte hoort óók dat je geconfronteerd wordt met de drukte in je eigen hoofd. Soms ervaar ik tijdens de stilte of meditatie dat mijn gedachten steeds naar hetzelfde onderwerp gaan. Dan heeft dat blijkbaar even aandacht nodig. En dan besluit ik om daar bewust wat langer bij stil te staan, of het juist even te parkeren.”
Noodzakelijk onderdeel
Het kloosterleven met al zijn stiltemomenten is dus geen garantie voor innerlijke rust. Abt Christopher Jamison schrijft zelfs dat wie tijd in eenzaamheid en stilte doorbrengt, onvermijdelijk zal moeten worstelen met zijn eigen demonen. Toch pleit hij ervoor om de stilte te blijven zoeken. ‘In de monastieke traditie ziet men afzondering in stilte als een noodzakelijk onderdeel van het leven en niet als een extraatje. Jezelf leren kennen en groeien vraagt om een zelfkennis die alleen afzondering je kan geven.’
‘Groei vraagt om een zelfkennis die alleen afzondering je kan geven’
Als stilte zo confronterend kan zijn, is het misschien niet zo gek dat we in de praktijk vaak geneigd zijn maar snel weer de afleiding van drukte en geluid op te zoeken. Ook in de kerk, waar tenslotte altijd genoeg te doen is. En waar we – geheel in lijn met onze protestantse traditie – graag volop aandacht hebben voor het Woord. Toch hoopt Hinne dat méér protestantse kerken in de toekomst ruimte zullen maken voor stilte. “Hoe drukker de maatschappij wordt, hoe groter de behoefte aan verstilling. Onze gebouwen en gemeenschappen hebben een enorme potentie om mensen te ontvangen die op zoek zijn naar stilte en bezinning. Ik geloof dat daar heel veel mogelijkheden liggen.”
Midden in de wereld
Hinne benadrukt ten slotte – net als pastor Tomas Sjödin – dat de stilte geen eindpunt is. “In Nijkleaster hanteren we drie kernbegrippen: stilte, bezinning en verbinding. De stilte stelt je in staat om te herijken en te beseffen dat je diep verbonden bent met anderen en met de schepping. Stilte brengt je dus midden in de wereld.”
Het is gesproken als een echte kloosterling, want ook in traditionele kloosters staat het zoeken van stilte en afzondering altijd in de context van het bijdragen aan een gemeenschap, begrijp ik van abt Jamison.
Het is ook herkenbaar. Juist als het me lukt om wél de stilte te zoeken – of dat nu thuis is, in de natuur of in de kerk – heb ik het gevoel dat ik weer sterker geworteld ben en ontvankelijker en opener kan zijn voor de mensen om me heen. Het geeft me de heldere blik en de diepere betrokkenheid die Sjödin zo mooi beschrijft. In die zin zou het weleens een heel hoopvol teken kunnen zijn dat zo veel mensen googelen op ‘stilte’ en ‘klooster’. Een beetje meer stilte zou zomaar een heilzame uitwerking kunnen hebben op onze levens, relaties en de hele samenleving.
Leestips
- Tomas Sjödin, Het geluid van de stilte
- Christopher Jamison, Levenslessen van een abt
- Henri Nouwen, Even alleen
- Hinne Wagenaar, Zalige eenvoud
Tekst: Jedidja Harthoorn