Af en toe wandelt Elly met buurman Piet langs het weiland rond het boerderijtje waar ze woont met Rikkert. Dan gaat het gesprek over dagelijkse dingen, en soms ook over God, want die is voor Elly tenslotte ook onderdeel van het dagelijks leven.
De buurman gelooft niet in God, maar dat hindert het gesprek niet. “Ik heb het er weleens over: God is liefde. Wie liefheeft, kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet. Waardoor kunnen wij liefhebben? Dat móét door de Geest zijn. Op die manier praat ik erover met Piet.”
Eenvoud
Zo zijn Elly en Rikkert wijd en zijd bekend en geliefd geworden: ingewikkelde dingen terugbrengen tot eenvoud, mensen uitdagen om opnieuw te kijken naar zichzelf of de wereld. De woorden lijken hun te komen aanwaaien. “Hoe werkt dat, geeft de Geest jullie woorden?” vraagt Rob Visser zich af. “Muze, talent en liefde voor het vak gaan samen. En achter dat alles zit de Geest van God, die adem geeft”, realiseert Rikkert zich. “Dat is een zekerheid, maar je bent je er niet altijd van bewust.”
Zo ervaart Paul Visser het ook als hij een preek maakt. “En de Geest gaat vervolgens ook nog zijn ongekende gang. Elke kerkganger pikt mijn woorden op met zijn eigen radar.”
De Geest lijkt misschien ongrijpbaar, maar “je hoeft Hem ook niet altijd te benoemen”, vult Elly aan. “Hij ís er, Hij heeft lief. Als jij buiten jezelf om lief kunt hebben, zelfs al gebeuren er vreselijke dingen, als je kunt vertrouwen, geloven – dat móét de Geest zijn. Dat gaat boven ons verstand uit.”
Tussen de akkers
Niet altijd is die Geest te ervaren als je in de kerk bent, vindt Rikkert. “Soms wordt er zonder bezieling een programma afgedraaid. Dan voelt het als kerkje spelen. Zo is het niet overal natuurlijk, maar soms denk je: geen wonder dat mensen weglopen.” Rob Visser: “Raak je daardoor verbitterd? Je komt tot geloof, gaat naar de kerk, en dan krijg je dit.”
“Niet bitter, wel verdrietig”, zegt Rikkert. “Er is een ongelooflijke rijkdom in het geloof, maar die zie je soms verbleekt weer terug. Ik herinner me een dienst waarin we zongen: ‘We zijn verlost door het bloed van het Lam.’ En even later: ‘Zie mij voor U staan, zondig en onrein.’ Ik ben toen opgestaan en heb gezegd: ‘Wat is er in deze ene minuut allemaal gebeurd?’ Het bleef stil en we gingen gewoon weer verder met het volgende gezang.”
Rikkert komt nauwelijks in de kerk, hij wandelt op zondag liever tussen de akkers, “de kerk van het ongeverfde hout”, zoals Elly het noemt. Toch voelt hij zich er onderdeel van. “Het gaat uiteindelijk om Gods Koninkrijk.”
Elly komt wél in de kerk, dankzij asielzoekers die ze ooit elke zondag naar de kerk reed. “In het begin ergerde ik me aan die strakke liturgie, inmiddels vind ik het fijn. Ik kom daar nu met een vrouw die veel bitterheid in zich had. Op een dag liep de voorganger, die er voor het eerst was, midden in de dienst naar haar toe en zei: ‘God heeft jou gezien.’ En hij ging weer verder. Prachtig, toch? Dan gebeurt er iets wat boven de liturgie uitstijgt, waardoor de liturgie betekenis krijgt.”
Deur dicht
Rikkert groeide op in een socialistisch-humanistisch gezin en had niets met de kerk. Elly werd juist groot met het rooms-katholieke geloof. Op een gegeven moment nam ze daar afscheid van. “Ik riep naar God: ‘Ik wil niet meer in Je geloven!’”
“Ik probeerde de lijn met God te breken, maar Híj deed dat niet”
Paul Visser glimlacht: “Je nam nog even afscheid voordat je de deur dichtdeed.” Elly lacht. “Ja, later besefte ik dat ík de lijn probeerde te breken, maar dat Híj dat niet deed. De Geest is altijd met me meegegaan.”