“Mijn roots liggen in de Nederlandse Hervormde Kerk, maar ik ben katholiek geworden om in te kunnen treden in de norbertijnengemeenschap van Berne. Dat is het resultaat van een lange zoektocht. In de kerk voelde ik me niet altijd thuis. De nadruk lag me soms te veel op de organisatie, niet op het zoeken van God.”
“Een aantal jaren geleden, toen ik van Utrecht naar Ameide verhuisde, terug naar waar ik vandaan kwam, heb ik een depressieve periode gehad. Toen ik daar weer uit was, ging ik nadenken wat ik wilde met mijn leven. Door veel te lezen over zingeving kwam het verlangen boven om meer met God bezig te zijn. Ik bracht drie maanden door in het klooster van de benedictijnen in Egmond. Daar voelde ik voor het eerst echt de grootheid en de heiligheid van God. Maar het klooster zelf vond ik te veel naar binnen gekeerd.”
‘Ik heb veel weg moeten doen, maar ben niets kwijtgeraakt’
“Terug in Ameide zocht ik contact met de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther, een kleine gemeenschap van dertien broeders. Daar vond ik meer dynamiek dan in Egmond, de broeders hebben ook een taak in de parochie of de maatschappij. Dat past beter bij wie ik ben. Eerst dacht ik erover om participant te worden en een huisje op het terrein te gaan bewonen. Maar waarom zou ik geen broeder worden? Het voelde als een roepstem. In augustus 2022 heb ik intrede gedaan en ben ik broeder Frans geworden.”
“Ik leef op door de structuur van de getijdengebeden, de rust en de regelmaat. Ik lever een bijdrage aan de gemeenschap van Berne. Ik heb mezelf beter leren kennen en ik kan hier groeien in geloof. Ik heb het gezocht, maar het is me ook overkomen. Ik heb het gevoel dat ik op mijn bestemming ben gekomen, de Heer heeft mij hier gebracht. Ik heb veel weg moeten doen, maar ben niets kwijtgeraakt. Het enige wat ik mis, zijn de preken en het zingen van psalmen met orgelbegeleiding. In mijn hart blijf ik hervormd.”
Tekst: Janet van Dijk | Beeld: Leonard Walpot