Trots laat Pleun de Heer de Goede Herderkerk zien, een gemeentemonument. De stoelen staan sinds kort in een andere opstelling, “zo is het veel gezelliger”. Op verzoek van de dominee van de protestantse wijkgemeente - “een jonge meid” - worden de muren binnenkort in een lichtere kleur geschilderd. “Ze vond het wat somber en donker.” Hij vindt het prima: “We moeten met de tijd meegaan.”
Voordat hij wegloopt om een kopje koffie in te schenken, legt De Heer een lijstje neer. “Ik heb even opgeschreven wat ik allemaal doe. Het past haast niet op één A4-tje, ik schrok er zelf van.” En terecht: voorzitter kerkrentmeesters, coördinator Kerkbalans, penningmeester wijkkas, voorzitter commissie Rommelmarkt, lid werkgroep Kerk in de Wijk, medewerker Vakantiegeld samen delen, planning koffieschenkers zondagmorgen, planning gastdames vrijdagmiddagspreekuur, planning ambtsdragers verpleeghuis Randerode, kopiëren liturgie, verzorgen vrijdagmail, commissie Startzondag, voorzitter Jeugdraad, ledenadministratie, autodienst …
Altijd druk
“Ik vind het allemaal leuk”, onderstreept hij. “Ik geniet er gewoon van om mensen te ontmoeten. En om ervoor te zorgen dat zij elkaar kunnen ontmoeten. Ik zeg altijd: ‘Het is jullie huis en iemand moet voor het huis zorgen. Laat mij dat maar zijn.’ Ik zorg dat er genoeg vrijwilligers zijn voor alles wat er gedaan moet worden. Ik ben van het regelen, het organiseren. Faciliteren, ja, dat is het woord. Dat past bij mij.”
“Of ik altijd zo dienstbaar ben geweest? Ja, dat denk ik wel. Ik ben het achtste kind van twaalf. Mijn moeder was altijd druk, dus we letten op elkaar. Misschien hou ik daarom van mensen om me heen, van gezelligheid. Mijn vrouw heeft dat ook, die komt uit een gezin van elf kinderen. Zij begrijpt mijn passie voor de kerk heel goed. Ze gaat vaak mee om lekker te kunnen kletsen met iedereen.” Soms trekt zijn vrouw aan de bel, als hij zich te veel op de hals haalt. “Ze is mijn wandelende agenda.”
Dubbele longontsteking
Vier jaar geleden ging het mis: toen ging De Heer bijna over de kop. Nou ja, helemaal eigenlijk. “Ik kwam met een dubbele longontsteking op de IC terecht. In die tijd was ik ook nog voorzitter van de kerkenraad. En daar lag ik dan. Ik zei tegen mijn zoon, die op bezoek kwam: ‘Wil je thuis mijn laptop gaan halen? Ik moet nog even wat mailtjes doen.’ Toen zei mijn zoon: ‘Lig je verdraaid nog aan toe op de IC, vraag je nóg om je laptop!’ Hij is naar huis gegaan en heeft iedereen uit mijn adresboek een mail gestuurd: ‘Mijn vader is drie maanden niet bereikbaar.’”
Het zorgde voor een flinke schok in de gemeente. Ineens stond alles stil. “Wie doet de ledenadministratie? Wie doet dit, wie doet dat? We hebben daar met z’n allen van geleerd, ikzelf ook. Ik stuur nu vooral aan. Terwijl ik vroeger vaak dacht: ik doe het zelf wel, dan gaat het sneller. Nu denk ik: hoe meer mensen iets doen, hoe minder werk. Als er nu iets moet gebeuren, denk ik: dat doet Pleun niet, ik vraag iemand anders. Ik ben dan heel direct: ‘Ik heb nu iets en dat is echt iets voor jou!’ Dus als ik iemand bel en zeg: ‘U spreekt met De Heer’, dan denken ze meteen: o help! Haha!”
Verbinder
De Heer zit nu twintig jaar bij de Goede Herderkerk, inmiddels kent hij bijna iedereen en weet hij welke kwaliteiten en interesses mensen hebben. Het is dus makkelijk voor hem om de juiste mensen te zoeken. “Ik vind het helemaal niet moeilijk om mensen over te halen. Ik regel, als ik er nu zo over nadenk, vooral de bemensing van een aantal dingen, zoals het koffierooster, de rommelmarkt en de gastvrouwen van het vrijdagmiddagspreekuur. Ik ben een verbinder. Als je de juiste mensen bij elkaar brengt, komt daar veel goeds uit voort. En ja, ik denk ook heel vaak: dat pak ik wel even op. Zoals het rooster van de kerkdiensten in het verpleeghuis. Dat is zo weinig werk - en iemand moet het doen. En die autodienst? Ik rijd toch naar de kerk, dan kan ik net zo goed wat mensen meenemen. Of het kopiëren van de liturgie. Ik ben toch bezig in de kerk, met de post of zo. Nou, dan druk ik ook even op de knop van het kopieerapparaat, dat stelt niks voor.”
“Ik was 55 toen ik moest stoppen bij de marechaussee. Dat was toen de pensioenleeftijd. Ik had wel door kunnen gaan, maar dan had ik naar Joegoslavië gemoeten en na twee uitzendingen vond ik het wel genoeg. Toen zei ik: dan doe ik wel vrijwilligerswerk. Bij de marechaussee deed ik ook altijd de regeldingen.”
Vaak kosten kleine dingen weinig moeite, vindt De Heer. “Zo kregen we een vraag van Stimenz, een organisatie voor sociaal werk hier in Apeldoorn. Er was een meneer van wie de fiets was gestolen en hij had geen geld om een nieuwe te kopen. Toen heb ik een oproep gedaan in onze weekbrief en een tijdje later werd ik gebeld: ‘Ik heb hier nog een fiets staan.’ Dan ga ik die halen en dan is die man weer blij. Dat is weinig moeite voor veel plezier.”
Mantelzorg
Ook thuis zit hij niet stil. Sinds haar tia heeft zijn vrouw hulp nodig bij praktische dingen, dus doet hij boodschappen en veel in het huishouden. “Ze kijkt erg graag tv en ze luistert veel ingesproken boeken en bladen. In die uren pak ik mijn laptop of iPad en doe ik weer wat mailtjes of telefoontjes voor de kerk.”
“Ik ben nu 74 en mijn krachten nemen wel af, hoor. Ik ben geen 40 meer. We krijgen straks een ‘coördinerend koster’ die gelukkig veel gaat overnemen. Er blijft nog genoeg over, maar nu denk ik: als er iets met mij gebeurt, moeten anderen het kunnen overnemen. Zoals het kasboek, of de ledenadministratie. Twee mensen moeten weten hoe iets werkt. Het mag niet weer gaan zoals toen ik op de IC lag. Dus vraag ik nu regelmatig: ‘Loop met me mee, dan kun je het oppakken als er iets met mij gebeurt.’ Want dat kan maar zo, hè. De Heer heeft ook niet het eeuwige leven op aarde.”
Foto’s: Niek Stam | Tekst: Theanne Boer