De peuter is onlangs drie geworden. Naar goed Bijbels gebruik heb ik hem ook tot die leeftijd ‘gezoogd’. Oftewel, hij drinkt nog bij me aan de borst. En nee, ik ben niet bang dat hij dat op zijn zestiende nog steeds doet. En ja, ik vind het ook helemaal prima als kinderen met de fles groot worden. Zo, de disclaimers zijn gemaakt. Immers, er zijn weinig thema’s die meer ongevraagde adviezen en meningen oproepen dan borstvoeding.
Vol overgave
De Bijbel spreekt met tedere woorden over het voeden van een kind aan de borst. David beschrijft in de psalmen hoe hij stil wordt bij God als een kind dat is gevoed door zijn moeder. Een krachtig beeld, waaraan ik denk als ik de voldane peuter naar zijn bedje til. Vol overgave heeft hij gedronken. Zijn mollige armpjes en beentjes bungelen slap langs zijn lijfje. Al drinkend is hij in slaap gevallen. Tot morgen, fluister ik nog, als ik een kus op zijn voorhoofd druk.
Geen morgen
Maar de laatste tijd krijg ik ook een ander beeld voor ogen als ik hem zo optil. Ik kan het niet helpen, maar ik zie de beelden uit het nieuws van moeders en vaders die ook hun kind vasthouden. Ook met bungelende beentjes en armpjes. Maar deze kinderen zijn niet warm en rozig. De kou dringt juist onverbiddelijk hun lijfje binnen. Deze kinderen worden niet naar hun bedje gedragen, maar naar hun graf. Voor deze kinderen is er geen morgen, omdat er bommen op hen vielen. Omdat er niets meer was om ze mee te voeden. Zelfs geen moederborst.
Ontluisterde kinderen
We lazen afgelopen week aan tafel uit de profetieën van Micha. God spreekt daarin harde woorden over leiders die kinderen voor altijd de luister ontnemen waarmee God hen bekleed heeft. Het is vandaag niet anders. Kinderen worden aan de lopende band ontluisterd. Ik wil het de leiders van vandaag wel toeschreeuwen. Hoeveel meer ontluisterde kinderen wil je nog op je geweten hebben? En wij? Wat zijn we druk met rode lijnen en elkaar. Met de vraag of we wel aan de goede kant van de lijn staan. En of die lijn wel rood genoeg is. Maar laten we het er in Godsnaam over eens zijn, dat elk ontluisterde kind er één te veel is. Vrede, Heer, geef vrede. Voor al die ontluisterde kinderen.