Een mooi moment
Zondagochtend, het einde van de dienst. We krijgen de zegen mee. Altijd een mooi moment: de voorganger staat met de handen gericht op de gemeente en spreekt de zegen uit. En omdat ik houd van de symboliek ga ik altijd met ontvangende handen geopend staan. Ik ben immers gekomen om die zegen te ontvangen. Maar wat betekent dit nou eigenlijk? Regelmatig betrap ik mezelf erop dat die zegen weleens blijft hangen, ergens tussen de koffie en de fietstocht naar huis in. Tot ik me laatst opnieuw realiseerde wat die zegen eigenlijk betekent.
Hoop achter tralies
Ik was op bezoek in een gevangenis, gewapend met een gitaar en open oren. Daar, letterlijk achter de tralies, mocht ik zingen en vertellen over hoop. Over genade groter dan schuld. Over liefde die nooit loslaat. Het was een emotionele ochtend. We zaten in de ‘geestelijke ruimte’, een plek waar in principe geen beveiligers komen, zodat gevangenen zich tijdens de activiteiten in deze ruimte even geen gevangenen hoeven te voelen. En dat werkte, zo bevestigden de mannen me na afloop. Door de gesprekken en door de liederen heen mochten ze even vergeten waar ze waren. Er kwam iets binnen van buiten. Een sprankje licht.
De kerk is geen eindstation maar een tankstation
Om bij te tanken
En dat licht mocht ik brengen. Niet als een held die daarvoor schouderklopjes verdient. Niet als iemand met alle antwoorden. Maar als iemand die de zondag daarvoor een zegen ontvangen had om door te geven. Want de kerk is geen eindstation maar een tankstation. Je komt er niet om er te blijven. Je komt om bij te tanken. Hoop, moed, liefde, richting. Niet om het te bewaren maar om het uit te delen.
Zegen delen
En misschien werkte het ook wel zo voor de jongen met de vijf broden en de twee vissen. Zolang hij het voor zichzelf hield, was het veel te weinig. Maar toen Jezus het begon uit te delen was het genoeg voor een hele menigte. Er was zelfs nog over! Ik denk dat dát is hoe de zegen gebruikt mag worden. Je ontvangt hem niet om vast te houden maar om te breken, te delen en te zaaien. In het delen wordt hij overvloedig.
Hopelijk lukt het je zondag, bij het ontvangen van de zegen, stil te staan bij de vraag: ‘Wie mag ik tot zegen zijn?’ Je hoeft er geen gevangenis voor binnen te lopen, het kan ook bij jou in de straat. Een kop koffie met je buurman. Een praatje op het schoolplein. Een bloemetje voor iemand die rouwt.
Klein licht, grote zegen.