Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Bright Richards: ‘Wíj zijn de gemeenschap’

Vluchtelingen, mensen die alles verloren hebben: daarmee voelt hij zich verbonden. Zelf raakte Bright Richards ook bijna alles kwijt, hij was zelfs zijn leven niet zeker. Rob Visser en Paul Visser leren van de bevlogen Liberiaanse theatermaker hoe belangrijk het is om dan vertrouwen te krijgen van mensen.

De posters aan de muur vertellen zijn eigen geschiedenis. Het zijn aankondigingen van theatervoorstellingen die Bright Richards maakte. Over hoe hij zijn oude leven in Liberia moest achterlaten, hoe hij als vluchteling in Nederland kwam, en hoe hij nu anderen helpt om hun weg te zoeken. En zijn ideeën zijn nog lang niet uitgeput.
In het kantoor van zijn organisatie New Dutch Connections in Utrecht vertelt hij over een filmvertoning met een actrice uit Oekraïne, over de theatervoorstelling Future Citizens met vluchtelingen, en over een theaterstuk-in-de-maak waarin hij de link legt tussen de aardbevingen in Groningen en de olieproblemen in Nigeria. 

Niet verschuilen

Richards, die zelf vluchtte tijdens de burgeroorlog in Liberia, ervaart een sterke verbondenheid met mensen die alles verloren hebben. Met Future Citizens wil hij vluchtelingen een nieuwe kans geven. De theatervoorstellingen vinden vaak plaats in samenwerking met bedrijven en kerken. Vijf ambitieuze nieuwkomers vertellen op het podium wat ze hopen van een nieuw leven in Nederland. Een acteur en een muzikant vertolken het verhaal van iemand die al werk gevonden heeft. Het publiek kan contact leggen met de nieuwkomers. “Wat heel bijzonder is: 50 procent van deze mensen krijgt binnen zes maanden een baan.” Hij laat een appje zien: “Kijk, deze jongen is nu onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. In de zaal zat een student die hem koppelde aan een docent.”
De gelijkenis over de barmhartige Samaritaan inspireert hem. “Misschien heeft Jezus dat verhaal heel bewust gekozen. Iemand heeft hulp nodig, maar hij kán niet eens om hulp vragen. Als niemand handelt, gaat hij dood. Het is aan ons of wij iets doen.”
De theatermaker heeft vaak contact met vluchtelingen en was in Ter Apel toen daar honderden mensen buiten moesten slapen. Hij vindt het te makkelijk om je te verschuilen achter instanties of politiek. “Wat zouden we doen als het COA en de IND er niet waren? Wíj zijn de gemeenschap.”

“Het lijkt wel alsof er momenteel allerlei verbindingen wegvallen tussen mensen”, analyseert Rob Visser de onrust over de vluchtelingenopvang. Dat herkent Richards: “Toen ik opgroeide, stond er altijd extra eten op tafel, want je wist nooit wie er langskwam. Misschien zijn wij dat niet meer gewend. We zijn druk met opschalen en afschalen, maar houden geen rekening met het onverwachte.”
Tegelijkertijd begrijpt hij dat er in sommige plaatsen onrust is over de opvang van vluchtelingen. “Als je 300 mensen onderbrengt in een dorp van 3.000 inwoners, dan voelen mensen zich overvallen. Je kunt niet tijdens een crisis ineens draagvlak verwachten, het is iets waar beleidsmakers continu in moeten investeren.”

‘Het is aan óns of wij iets doen’

Groot publiek

Richards carrière begon al toen hij op zijn 12e op het podium stond in de kerk. Hij deed mee met het kinderkoor van zijn tante en moest de tekst van Psalm 1 uit zijn hoofd leren. “Blessed is the man that walketh not in the counsel of the ungodly”, citeert hij uit de King James-vertaling, en in rap tempo volgt de rest. “Ik vond die tekst schitterend. En: ik had een publiek van meer dan drieduizend man.”
“Je hebt dus een heel gezond zelfbewustzijn meegekregen”, constateert Paul Visser. “Ja, ik werd al op jonge leeftijd gezien als iemand die waardevol was”, reageert Richards. “De kerk was een veilige, liefdevolle plek waar ik me artistiek kon ontwikkelen.”
Toen hij wat ouder was, ging hij werken voor de televisie en had hij een eigen theatergroep. Nog voor hij 20 was, kon hij niet meer over straat zonder herkend te worden. Toen op 24 december 1989 de burgeroorlog uitbrak, werd het steeds gevaarlijker. Veel collega’s werden ingelijfd door het rebellenleger. Op een dag wilden rebellen hem doodschieten. Maar: “Een toevallige voorbijganger herkende mij en smeekte voor mijn leven. Hij had dat niet hoeven doen, hij had omgebracht kunnen worden.”

‘Ik zei tegen de politie: als jullie hem meenemen, stap ik ook in’

Vertrouwen

Op aandringen van zijn familie vertrok Bright op zijn 24e naar Europa. Hij pakte het vliegtuig van Monrovia, de hoofdstad van Liberia, naar Schiphol. “Schrok je niet?”, vraagt Rob Visser zich af. “Een totaal andere cultuur, en ineens was je geen beroemdheid meer.” Richards: “Ik was vooral blij dat ik leefde. Ik ben in een fabriek gaan werken, ik deed van alles.”
Maar de jonge acteur kon niet zomaar aarden. “In Liberia kreeg ik vertrouwen van mijn publiek, in Europa voelde het alsof men je eerst het vertrouwen af probeert te nemen. Mensen zien je niet als iemand die waardevol is, maar als een profiteur.”
Lange tijd hield hij vast aan het idee dat hij weer terug zou gaan naar Liberia. “Tot iemand vroeg: ‘Bright, wat wil je doen met je toekomst?’ Ik realiseerde me dat ik niet meer in mijn eigen toekomst geloofde. Ik was het vertrouwen in mezelf kwijt.”
Dat veranderde toen hij in 1993 in Nijmegen het festival Circus Colourful City mocht presenteren. Hij lacht hard als hij eraan terugdenkt: “Ik begroette de mensen met: ‘Hooggehuurd publiek!’ Op dat podium voelde ik weer de energie die ik als 12-jarige had. Toen wist ik: als dit lukt, kan ik ook in Nederland mijn vak uitoefenen. Dat is de magie van vertrouwen: mensen hadden mij een kans gegeven, terwijl ik nog niet zo goed Nederlands sprak.”

‘Ik wil water uit mijn rots laten stromen’

Opgepakt

Vertrouwen kan het verschil maken voor een mens. Door zijn eigen ervaring als vluchteling ziet hij dat haarscherp. Hij vertelt hoe hij jaren geleden met zijn vrouw Margriet en hun dochtertje van 2 op vakantie in Tunesië zag hoe een West-Afrikaanse jongen die daar studeerde, werd opgepakt door de politie. De jongen wilde een Nederlands gezin bezoeken, maar had problemen gekregen met de bewaker van het hotel toen bleek dat hij Arabisch verstond. “Ik ben opgegroeid in een dictatuur, in mijn hoofd speelde zich meteen een film af: als deze jongen wordt meegenomen, zijn wij geen getuige meer van wat er met hem gebeurt. Dus ik zei tegen de politie: ‘Als jullie hem meenemen, stap ik ook in.’”
Hij lacht hard: “De politie dacht waarschijnlijk: twee donkere jongens, geen probleem. Maar toen zei mijn vrouw: ‘Dan ga ik ook mee.’ Ook zij stapte in, met ons dochtertje. Toen zei dat Nederlandse gezin: ‘Wij gaan ook mee.’ Ineens zat de politieauto helemaal vol.” De politie droop uiteindelijk af.
De Vissers lachen om het verhaal. Maar dan zegt Paul Visser serieus: “Dit verhaal heeft een eigen kracht. Juist door dit betrokken en kordate optreden houd je ons een spiegel voor: hier gaat het om.”

Door genade

“Je hebt veel meegemaakt, maar je lijkt oeverloos optimistisch”, merkt Rob Visser op. “Het lijkt wel alsof je je door het leven schatert.” Richards glimlacht, maar brengt ook nuance aan: “Waar veel licht is, is ook veel schaduw. Ik beweeg de hele tijd tussen die twee.”
“Het is eigenlijk een wonder dat het gelukt is om hier een leven op te bouwen”, vindt Paul Visser. “Dat vraagt een groot doorzettingsvermogen.” Richards: “Pas in Nederland heb ik weer ruimte gekregen voor reflectie. In Liberia moest ik elke dag overleven. In het contact met anderen heb ik mezelf teruggevonden. Op de Toneelschool leerde ik dat ik best mocht nadenken over mijn toekomst.”
“Oorlog verandert een mens”, denkt Rob Visser. “Je wordt beroofd van je individualiteit.” Dat beaamt Richards: “Je gaat alles anders zien. Je bent bereid je waardigheid op het spel te zetten om je naasten te redden.”
Ook na de oorlog houdt het niet op, weet hij: “Mensen die de burgeroorlog in Rwanda hebben meegemaakt, hebben vaak moeite om het Onze Vader te bidden. Ze stoppen bij: ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven …’ Dat gaat te ver, dat is veel te diep.” Paul Visser: “Al die woorden die wij zo makkelijk zeggen, krijgen ineens een heel ander gewicht.”
“Ik heb vaak het gevoel dat ik veel mazzel heb gehad”, vindt de acteur. “Als het te zwaar wordt, ervaar ik: nu word ik gedragen.” Wat hij fascinerend vindt: “Zelfs Jezus kon het kruis niet alleen dragen. Hij kreeg hulp van Simon van Cyrene.”
“Zoals jij het vertelt, zeg je dat Jezus eigenlijk een ‘geluksvogel’ was en kon worden wie Hij is doordat Simon van Cyrene op dat moment voorbijkwam. Blijkbaar ervaar je dat zelf ook zo”, glimlacht Paul Visser. “Ja, echt”, beaamt Bright. “Ik heb het gevoel dat ik leef door genade. Ik had dood kunnen zijn, maar ik leef nog.”

“Zoals jij het vertelt, zeg je dat blijkt Jezus eigenlijk een ‘geluksvogel’ was en kon worden wie Hij is te zijn doordat Simon van Cyrene op dat moment voorbij kwam. En blijkbaar ervaar je dat zelf ook zo”, glimlacht Paul Visser. “Ja, echt”, beaamt Bright, “ik heb het gevoel dat ik leef door genade. Ik had dood kunnen zijn, maar ik leef nog.”

Niet meer bang

“Je schrijft ook gedichten,” weet Rob Visser, “welk gedicht vat jouw denken samen?” Richards draagt er een voor:

Ik wil mij niet meer opsluiten,
opsluiten vanwege alles wat ik moeilijk vind om te vertellen.
Ik wil niet meer rennen,
rennen voor een wereld die ik niet meer begrijp.
Ik wil mij niet meer verbergen,
verbergen voor wie ik ook ben.
Ik wil niet meer bang zijn,
bang zijn voor mijn donkerte, 
bang zijn voor de nacht, 
bang zijn om door mensen verstoten te worden.

Als de wereld mij vreemd vindt,
laten ze mij vreemd vinden.
Ik wil al mijn lang gesloten kamers binnentreden. 
Ik wil het onbekende ik omhelzen.
Ik wil water uit mijn rots laten stromen,
licht uit mijn donkerte laten schijnen.
Ik wil mijn gekronkelde wegen recht maken, 
mijn vieze rivieren zoet maken.
Ik wil vliegen als een duif.

“Prachtig”, zegt Paul Visser. En Rob voegt eraan toe: “Als dominees zeggen wij dan ‘amen’.”

newdutchconnections.nl/future-citizens

 

Bright Richards (1969) is acteur, theatermaker en schrijver. Gevlucht voor de burgeroorlog in Liberia, belandde hij in 1991 in Nederland. Hij volgde de Toneelschool in Arnhem en speelde in diverse producties en gezelschappen. Zijn stichting New Dutch Connections helpt nieuwkomers in Nederland verder. De stichting ontving diverse prijzen en onderscheidingen. Hij is getrouwd en vader van drie kinderen. Regelmatig bezoekt hij kerkdiensten in de Janskerk in Utrecht. 

Rob Visser
Geboren: 17 december 1951, Den Haag.
Gemeenten: Deil/Enspijk, Holten, Apeldoorn, Amsterdam.
Emeritaat: januari 2018, maar nog actief als predikant in Vuren.

Paul Visser
Geboren: 24 januari 1959, Epe.
Gemeenten: Aalburg, Harderwijk, Bergambacht, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam-Zuid (Maranathakerk).

 

Lees ook:

Word gratis abonnee

Petrus gratis in de brievenbus?

Tekst: Marusja Aangeenbrug | Foto’s: Sjaak Verboom

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)