God, ik dank je
– veel te weinig –
voor deze dag die ik weer mocht leven,
voor de benen en de voeten
die mij nog steeds dragen naar waar ik wil,
voor tanden die geen pijn doen,
voor kleren op mijn lijf,
voor een dak zonder gaten boven mijn hoofd,
voor de lucht om te ademen
en voor de wijn en voor het brood,
voor hen die met mij aan tafel zitten,
die van mij houden
en die het volhouden met mij.
Ik dank je
– veel te weinig –
voor de liefde en het verlangen,
voor het lachen van mijn kind,
en voor het weten en vertrouwen en vermoeden
dat Jij er bent.
Dank U wel.
Amen
(door ds. Kersten Storch, geestelijk verzorger en lid van de werkgroep Eredienst en Kerkmuziek)