Als Gij er zijt, wees dan aanwezig,
niet als een vuur dat ons verbrandt
– vuur is te heilig en te hevig –
geef ons de schaduw van uw hand
om in te schuilen, dat wij leven
al zijn wij dood, zo dood als as.
Laat ons er zijn, een eeuwig even,
laat ons er zijn met U die was,
die is, die komen zal ten laatste,
ten eeuwigste. Kom niet te laat!
Gij kunt U toch in ons verplaatsen?
Kom dan, wij zijn ten einde raad.
Tekst: Willem Barnard
Melodie: Willem Vogel
© makers
Toegelicht: Als Gij er zijt, wees dan aanwezig
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
‘Als …’
Dit lied begint met een vooronderstelling: ‘Als Gij er zijt …’. Gods bestaan is niet een boude stelling, geen stevig geloofsfundament, maar een zoektocht, een diepe menselijke levensvraag als het leven tegenzit of als de dood voor ogen is. Vanuit die vraag is dit lied geschreven.
Aanwezig
Het vraagt God – ook al roept zijn bestaan misschien meer vragen op dan dat het antwoorden geeft – aanwezig te zijn, niet meer, niet minder. Maar, is de vervolgvraag: wees dan niet aanwezig als een verterend vuur (ontleend aan het ‘brandende braambos’ waarin God zich bekendmaakt aan Mozes). Om dan vervolgens met zelf opgeroepen beeld weer aan de haal te gaan: vuur is té heilig en te hevig. De ‘oude’ Godsbeelden van een almachtige God kunnen soms meer schade aanrichten dan goed doen. Immers: als een almachtig God alles in de hand heeft, waarom laat Hij dan toe dat …
Schaduw
Liever gebruikt de dichter het – eveneens Bijbelse – beeld van God als een schaduw waarin wij kunnen schuilen. Dat is troostrijker. Zelfs als wij ‘dood’ zijn. Dat kan lamgeslagen betekenen, spiritueel ‘dood’, maar het woord ‘as’ verwijst ook naar de daadwerkelijke dood zelf of de dreiging ervan. Niemand weet hoe het na de dood is. Maar dit lied hoopt: ‘Laat ons er zijn, een eeuwig even, laat ons er zijn met U die was, die is, die komen zal.’ In die laatste zin wordt natuurlijk verwezen naar Christus die daadwerkelijk als mens in deze wereld was, maar volgens de verhalen opstond uit de dood. Zo willen wij ook!
Wanhoop
Die Mens, de Opgestane, kan zich bij uitstek in ons verplaatsen. Het laatste couplet zegt dat dwingend, als een retorische vraag: ‘U kunt dat toch? Wees er dan ook!’ Zo is dit lied een lied ontsproten uit existentiële wanhoop: ‘wij zijn ten einde raad’ met al ons denken, geloven en leven. En uit de diepe wens dat Hij er mag zijn, als eeuwige troost.
Onbeantwoord
Dat de vraag naar Gods bestaan in dit leven onbeantwoord blijft, wordt uitgedrukt in de melodie, die eigenlijk aan het slot niet afgerond wordt, maar een vervolgtoon oproept (namelijk die waar het lied mee begint). Zo ervaart de zanger dat de diepste levensvragen levenslang met ons meegaan, terugkeren in een eindeloze herhaling, en wellicht pas een definitief antwoord vinden als dit leven voorbij is.
Dit lied komt uit een aflevering van Petrus in het land (7 januari 2023). Kijk hier de hele aflevering terug. Of kijk hieronder de overdenking terug: