De jongste zoon stelt met hongerige maag en spijt een diagnose: ik heb het slechter dan vaders dagloners. Dat zijn degenen die de buitenste cirkel vormden van het huishouden van vader. Zou het hem lukken om van dagloner, knecht, ooit weer zoon te worden? Als de vader hem ziet, komt zoonlief niet ver met zijn plan. Vaders diagnose is diepgaander: je was dood en bent nu weer levend. Die oudste zoon kan deze ‘snelle genade’ niet meemaken. Uit zijn reactie blijkt dat hij meer een knecht of dagloner van zijn vader was dan zijn geliefde zoon. ‘Die zoon van u …’ En dan dat antwoord: ‘Mijn jongen …’ De enige route voor de oudste zoon terug naar de inner circle is dat mijn jongen ook ‘mijn broer’ leert zeggen. Geldt dat ook niet voor ons? In de kerk, ons dorp, ons land?
Luistertip
Een pelgrimsgebed van Amanda Strydom:
Gebed
Vader,
Misschien zijn wij wel
meer oudste dochter of zoon
dan wij gedacht hadden.
Al jaren kind aan huis,
maar eigenlijk nog steeds knecht.
Dat wij dan door de jongste,
de paradijsvogel van ons twee,
weer leren zeggen: mijn zus, mijn broer …
Zodat wij ons weer uw zoon of dochter weten.
Onze Vader bent U gebleven,
door Christus onze Heer,
Amen
Weekthema: Eenling is geenling
Eenling is geenling: dat is de titel van een nog altijd actueel boekje van Jos Brink. Maar hoe zit het dan als je single door het leven gaat? Daar willen we in het midden van deze week bij stil staan. Toch is het zo dat er in de Bijbel voortdurend mensen ‘paarsgewijs’ ter sprake komen. Altijd weer zijn er twee zonen of dochters, twee rivalen op weg naar de troon. Twee is het getal van de bevestiging en versterking, maar ook van het onderscheid en de tegenstelling. De tweede lijkt er steeds om de eerste te zijn; ze hebben elkaar iets te leren over vernieuwing en heiliging. In deze vierde week van de Veertigdagentijd schemert ook door dat er Eén is die echt alleen is en tot geenling wordt: Jezus Christus.
(door ds. Ardin Mourik)