De Protestantse Kerk in Nederland heeft 1.477.000 leden, verdeeld over 1470 kerkplekken (cijfers: 1 januari 2023). Dit kan een ‘standaard’ wijkgemeente zijn, maar ook bijvoorbeeld een pioniersplek, een huisgemeente of een stadsklooster.
Organisatie van onderaf
De Protestantse Kerk is van onderaf georganiseerd, dat wil zeggen: de gemeente bepaalt grotendeels het eigen beleid, maar wel binnen de regels van de kerkorde. Dit reglement is met de vorming van de Protestantse Kerk in 2004 vastgesteld.
De kerkopbouw van onderaf was tijdens de Reformatie een reactie op de machtsstructuur van de kerk. Die was van bovenaf geregeld en was sterk verbonden met de wereldlijke macht. Waar Luther het katholieke organisatiemodel grotendeels in stand wilde houden, was Calvijn stellig: hij wilde juist een grote mate van gezag voor kerkelijke gemeenten.
Vergadering van oudsten
De leiding van een gemeente is toevertrouwd aan het presbyterium. Dat betekent letterlijk: ‘vergadering van oudsten’, de kerkenraad. Verschillende ambten vormen samen de kerkenraad, namelijk: het ambt van predikant, van diaken en van ouderling. Een speciaal vierde ambt is die van ouderling-kerkrentmeester, vooral belangrijk in gemeenten met een eigen kerkgebouw. Hoe groter de gemeente, hoe meer ambtsdragers, al beschrijft de kerkorde wel een minimale grootte voor een kerkenraad: één predikant, twee ouderlingen, twee ouderlingen-kerkrentmeesters en twee diakenen.
Classis: kerk-zijn met de regio
Vanuit de kerkenraad zijn er afgevaardigden (meestal de dominee en een ouderling) die hun gemeente vertegenwoordigen in de classis, een vergadering van een groep protestantse gemeenten uit dezelfde regio. In Nederland zijn er 11 classes, die elkaar materieel en geestelijk steunen en zaken behandelen die een plaatselijke kerk niet alleen kan afhandelen. Zo’n classis komt meestal zo’n twee tot vier keer per jaar samen. De classispredikant stuurt het geheel aan.
De classisstructuur is bijna net zo oud als de protestantse kerk. Het woord ‘classis’ werd voor het eerst gebruikt in het Zwitserse kanton Vaud, waar ze bijeenkomsten van nabijgelegen protestantse kerken zo noemden. In de Nederlanden werden de eerste protestantse kerken vanaf 1571 (de synode van Emden) in classes opgedeeld.
Kerkenraad van de hele kerk
Weer een stapje hoger in de organisatiestructuur kom je terecht bij de (generale) synode. Die wordt ook wel de ‘kerkenraad van de hele kerk’ genoemd. De classes vaardigen leden af naar deze synode. In totaal zitten daar 55 ambtsdragers in.
Daarnaast zijn er nog 3 afgevaardigden namens de evangelisch-lutherse synode en 4 afgevaardigden van 3 kerkgenootschappen waar de Protestantse Kerk intensief mee samenwerkt. Ze vergaderen twee keer per jaar meerdere dagen.
Net als de kerkenraden en classes heeft ook de generale synode een leidinggevende taak, namelijk aan het leven en werken van de kerk in haar geheel, van alle gemeenten samen. Ze verkent en initieert op het gebied van kerk-zijn in de wereld.
Het begrip ‘synode’ is bijna zo oud als de kerk zelf. Het is afgeleid van het Griekse sunodos, dat ‘samen op weg’ betekent. In zowel de Oosters-orthodoxe als de Rooms-Katholieke Kerk werd en wordt de term gebruikt, afgewisseld met het bekendere ‘concilie’.
Naast de generale synode heeft de Protestantse Kerk ook een kleine synode, waarin weer 20 afgevaardigden van de generale synode een aantal keer per jaar samenkomen en zich buigen over meer zakelijke details, zoals jaarplannen en financiële jaarverslagen.
Lokaal en landelijk moderamen
De dagelijkse leiding van de synode is in handen van het moderamen, dat eens in de twee weken vergadert. Het telt vijf leden: een preses, diaken (eerste assessor), ouderling-kerkrentmeester, ouderling en een scriba. Die laatste is een predikant die is vrijgesteld om inhoudelijk leiding te geven aan de Protestantse Kerk. Hij/zij denkt na over de koers van de kerk en representeert de Protestantse Kerk in allerlei verbanden en organisaties.
Zoals de synode een moderamen heeft, heeft ook op lokaal niveau een moderamen de leiding over de kerkenraad(svergaderingen). Het moderamen bestaat daar meestal uit een predikant, ouderling en diaken. Deze organisatiestructuur, met een leidinggevend moderamen op lokaal én landelijk niveau, werd (ook) al ingevoerd in 1571, tijdens de synode van Emden.
Lees meer over dit soort protestantse onderwerpen in de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Tekst: Francis Boer | Foto: Ds. Trijnie Bouw spreekt de generale synode toe in april 2024 in verband met haar aantreden als pres