Op mijn werk in de zorg zijn veel veranderingen gaande in korte tijd. De nieuwe directeur werd ziek. Iemand uit ons midden werd aangewezen als interimmer voor een korte periode, maar die periode werd steeds langer. In diezelfde periode waren er twee mensen met verlof, voor hen kwam een vervanger. Daarbovenop werd een aantal bezuinigingen doorgevoerd.
Het betekende nog meer werkdruk, minder collega’s om op terug te vallen en geen vaste leidinggevende. Het zorgt voor veel spanning; mensen zijn boos of wanhopig. Ikzelf ook. Zo jammer, want mijn werk is een fantastische plek, een kleine creatieve gemeenschap.
Stilte: confronterend maar heilzaam
Het is niet de eerste keer in mijn leven dat ik me in zo’n situatie bevind. Ergens relativeert dat al een boel. Op een dag komt het weer goed, linksom of rechtsom. Alleen duurt het de ene keer wat langer dan de andere keer. Toch moet ik elke keer opnieuw ontdekken wat mij ook alweer helpt. Esther Kouw geeft in haar boek een belangrijk terugkerend advies: neem de tijd en de ruimte voor je gevoelens: 'Er is moed voor nodig om naar jezelf te kijken met behulp van de stilte. (…) Het is veel gemakkelijker om je af te laten leiden door van alles en nog wat.' Met televisie kijken gaat de onrust niet weg heb ik ervaren, integendeel. Ik heb de stilte nodig om te kijken wat het met mij doet, en waarom. Ik geef gedachten en gevoelens de ruimte, ze mogen er zijn. Kouw: 'Als je leert om op een afstandje te kijken naar datgene wat er vanbinnen bij je leeft, kun je dit makkelijker erkennen en accepteren, om het vervolgens weer los te kunnen laten.'
Eerst boosheid, dan angst, dan vermoeidheid
Eerst kom ik boosheid tegen. Geen fijn gevoel, maar ik moet het wel de ruimte geven. Ik heb redenen genoeg om boos te zijn. De gedachten daarover kunnen heel lang in me ronddraaien. Ik voer hele (boze) gesprekken in mijn hoofd. 'Schrijf het op!', adviseert Kouw. O ja natuurlijk, dat helpt. Het wordt gelijk duidelijker. Waarover ben ik precies boos? Ik kan beter onderscheiden wat van belang is. Ik moet denken aan de Benedictijnse geloften die Kouw in een eigen jasje steekt: Wees stil, Luister, Accepteer en Kies. Ik heb de stilte opgezocht. Nu ben ik aan het luisteren. Ik schrijf met aandacht op wat er naar boven komt. Wat mijn lichaam me zegt. Ik ben boos maar ook bang. Ik ben bang dat iedereen om de beurt om gaat vallen. Bang dat mensen ontslag nemen. En dat de werklast dan nog zwaarder wordt. En dat er mensen zullen vertrekken van wie ik hou. En na een lange stilte maakt de stress plaats voor een enorme vermoeidheid.
'In de stilte heb ik dat wat groot, onoverzichtelijk en onoplosbaar leek afgeschaald tot een behapbaar stukje'
Accepteer en kies
Het is belangrijk om het leven te accepteren zoals het zich aandient. Je kunt niet alles veranderen. Je hebt niet overal invloed op. In deze fase leer ik onderscheiden: wat accepteer ik en wat kies ik? Ik besluit dat ik het belangrijk vind om mijn stem te laten horen aan de leidinggevenden. Hoe kunnen zij weten wat er in mij speelt als ik het niet vertel: wat mijn zorgen zijn, waar ik boos om ben en wat ik verlang. Ik stuur hun een mail. Wat overblijft is: introspectie. Wat vraagt aandacht in mij? Welke grenzen en beperkingen in het leven kan ik accepteren? Wat wil ik loslaten? Ik voel me altijd snel verantwoordelijk voor anderen. Ik wil naar anderen luisteren, anderen helpen en het schip drijvende houden. Maar ik kan dat niet allemaal alleen. Het loslaten daarvan lukt maar ten dele, dat zit nou eenmaal in mijn aard. Maar het helpt om mezelf niet groter te maken dan ik ben, en mezelf en anderen toe te vertrouwen in Gods hand. Dat geeft rust.
Wat heb ik nodig?
Er is al heel wat van me afgevallen. Wat overblijft is een keuze. Wil ik dit werk blijven doen en onder welke voorwaarden? Want uiteindelijk kan ik alleen maar in mijn eigen hart kijken. Kouw: 'Het gaat bij kiezen om datgene waar je van harte “ja” tegen zegt, maar ook waar je van harte “nee” tegen zegt.' Een keuze maken vraagt ook tijd en ruimte. Ik voel na verloop van tijd een ‘ja’ voor mijn werk. Het werk zelf is fantastisch: theatermaken met mensen met een beperking. Ik ga er alleen goed over nadenken onder welke voorwaarden ik mijn werk kan en wil doen. En dan de moed verzamelen om dit ook uit te spreken. Gelukkig heb ik daar nog even tijd voor. Ik verlang op het werk weer naar de energie en speelsheid die we voorheen hadden. Dat kan ik weer inbrengen waar mogelijk. Ook wil ik er zijn voor anderen als ze me nodig hebben en als ik er ruimte voor heb.
Zo heb ik in de stilte dat wat groot, onoverzichtelijk en onoplosbaar leek afgeschaald tot een behapbaar stukje voor mezelf. En elke keer als ik weer veel onrust voel, doorloop ik dezelfde stadia. Totdat het uiteindelijk stiller in mij wordt.
Rebecca schreef al eerder over het boek Rust, Ritme, Ruimte; leren van de Benedictijnse levenskunst van Esther Kouw.