Deze overdenking komt uit de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (20 november, KRO-NCRV), met daarin o.a. het verhaal van Tjeerd, die zijn vrouw Anne-Karin het afgelopen jaar verloor. De hele aflevering terugkijken? Ga dan naar NPO Start.
‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven ons zou kunnen scheiden van de liefde van God die er is in Christus Jezus. Het zijn woorden van Paulus, woorden waar je juist tijdens deze dagen van gedenking de betekenis en diepte van kunt ervaren. Deze woorden staan in een indrukwekkend hoofdstuk van Paulus’ brief aan de gemeente van Rome. Hij schrijft daarin over de donkere kanten van het leven. Het was voor hem en voor de eerste christenen uit het leven gegrepen.
Vervolging, honger, ziekte, dood. De hele schepping zucht onder het lijden en de zinloosheid ervan, zegt Paulus. En dat is nu, 2000 jaar later, niet anders toch? We hebben allemaal onze eigen ervaringen en verhalen als het gaat om lijden.
Natuurlijk is er in het leven ook veel om van te genieten. Zo veel goede dingen en zegeningen die we ontvangen. Mooie dagen, mooie periodes soms, zelfs van jaren. Vaak gaat het onopgemerkt. Er zijn zo veel dingen die we gemakkelijk als vanzelfsprekend beschouwen. Je merkt het vaak pas op het moment dat het anders wordt. Als gezondheid niet langer vanzelf spreekt, als een relatie stukloopt, als je een geliefde aan de dood verliest. Dingen die je overkomen, of waar je misschien zelf de hand in hebt gehad. Dan komt het er natuurlijk op aan of je daarin bent teruggeworpen op jezelf, alles waar je mee te dealen krijgt, of dat je weet: God is erbij, ik ben van Hem.
Want Paulus zegt: midden in alles wat ons kan overkomen, als houvast van je hart, als troost in je tranen is daar Gods liefde, in Jezus Christus. En niets kan ons daarvan scheiden, zelfs de diepste diepte niet.
In mijn werk als predikant mag ik in levens van mensen vaak zien hoe dat geen doekje voor het bloeden is, maar in het diepste verdriet de grootste troost. Ik sta er soms versteld van waar mensen allemaal doorheen moeten. Ik verwonder me er dan over hoe ze in deze liefde hoop vinden. Hoe deze liefde hen staande en gaande houdt.’