“Ik heb nog altijd het idee dat hij elk moment binnen kan wandelen.” Ze is nog jong, begin dertig, maar haar gezicht oogt vermoeid, zorgelijk en veel ouder dan haar leeftijd. Anderhalf jaar geleden is haar vriend verongelukt. Ze vindt het moeilijk om verder te gaan, vertelt ze tijdens een interview. Alles voelt zinloos en donker, en “het lijkt alsof het nooit meer overgaat”.
Iedereen die een verlies meemaakt, gebruikt er andere woorden voor: een steen op je maag, een gat in je lichaam, een grauwe deken over het leven. Alsof het ongrijpbare beter te vatten is in beeldspraak.
Rouw komt in vele vormen. Het treedt niet alleen op als een dierbare overleden is, maar ook bij allerlei ander verlies. Je lichaam dat niet (meer) goed functioneert of chronisch ziek is, je loopbaan die niet gaat zoals je had gewild, het plaatje van het ideale gezin dat uit elkaar is gespat door een relatiebreuk of kinderloosheid, het contact met je ouders dat verbroken is, je bedrijf dat failliet is gegaan. Of misschien rouw je over wie je vroeger was – en nu niet meer lijkt te zijn.
Zwaar en eenzaam
Het lijkt misschien gek om in deze weken voor Kerst bezig te zijn met verlies en verdriet. Hoort het niet te gaan over de verwachting van het Licht? Maar ze heten niet voor niets de ‘donkere dagen voor Kerst’ – letterlijk, omdat de zon zo vroeg ondergaat, maar ook figuurlijk: de decembermaand kan zwaar en eenzaam zijn. En de laatste zondag voor Advent, Gedachteniszondag of Eeuwigheidszondag, laat je zelfs ‘gepland’ stilstaan bij mensen die je verloren hebt. Rouw kan júíst in deze tijd extra zwaar aanvoelen.
Rouw uit zich bij iedereen anders. Je kunt te maken krijgen met emoties als verdriet, boosheid, eenzaamheid, hulpeloosheid, maar ook met allerlei lichamelijke klachten, zoals intense vermoeidheid, hoofdpijn, concentratieproblemen, slaapproblemen en depressie. En dit lijstje is nog lang niet compleet, zoals blijkt uit het artikel ‘Hoofd, schouders, knie en teen – je hele lijf rouwt’ van journalist Lisanne van Sadelhoff op decorrespondent.nl. Rouw is als kauwgom op straat, vergelijkt zij. “Kauwgom slijt, langzaam maar zeker, maar zal daarna altijd een afdruk achterlaten.”
Soms komt en gaat de pijn, zoals de Ierse auteur, priester en filosoof John O’Donohue (1956-2008) omschrijft in deze paar regels uit zijn gedicht ‘For Grief’ (uit zijn boek Gezegend de ruimte tussen jou en mij):
“Er zijn dagen waarop je gelukkig wakker wordt,
weer midden in de volheid van het leven,
tot dat moment breekt
en je teruggeworpen wordt
op de zwarte golf van verlies.”
Iemand fiksen
Zo’n zwarte golf kan voelen alsof je in het donker zit en niet weet welke kant je op moet – een duistere plek waar je zelf niet uit komt en waar anderen niet (echt) bij kunnen komen. Coldplay-zanger Chris Martin schreef het liedje ‘Fix you’ voor zijn toenmalige vrouw, actrice Gwyneth Paltrow, nadat haar vader overleed. Hij schetst in het nummer hoe de tranen over je wangen stromen als je iets verliest wat onvervangbaar is, en zingt dan in het refrein: “I will try to fix you.”
Maar kan dat, iemand ‘fiksen’? Het klinkt mooi om dat te kunnen zeggen (of zingen). Maar als het echt donker is, helpen goedbedoelde woorden, warme knuffels of bemoedigend bedoelde kaartjes je er niet uit. Ook – of zelfs – met bijbelteksten kun je dan misschien helemaal niets. Neem een tekst als Openbaring 21 vers 4: “Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn.” Mooie woorden over een toekomst zonder pijn en verdriet, maar heb je er op dit moment iets aan?
Emotionele chaos
De Amerikaanse anglicaanse priester Tish Warren ging ooit door een diepe crisis: ze verhuisde naar de andere kant van het land, haar vader overleed, en ze verloor twee ongeboren baby’s. Het werd een emotionele en geestelijke chaos. “Ik wist niet meer hoe ik God nog moest benaderen”, schrijft ze in haar boek Prayer in the Night over deze periode. “Er waren te veel dingen om te zeggen, te veel vragen zonder antwoorden. De diepte van mijn pijn overschaduwde mijn vaardigheid met woorden. En, pijnlijker nog, ik kon niet bidden omdat ik niet zeker wist hoe ik God nog kon vertrouwen.”
Daar zit je dan, in dat donker.
Alleen.
Geen mens die écht begrijpt wat jij voelt.
Geen God.
Is het erg als je niet kunt geloven of vertrouwen? De Engelse auteur C.S. Lewis (1898-1963) beschreef na de dood van zijn vrouw zijn eigen rouwproces in Verdriet, dood en geloof. “Welke reden is er, behalve ter wille van onze eigen wanhopige wensen, te geloven dat God – naar maatstaven die wij kunnen bevatten – goed is. Suggereert niet alle beschikbare bewijsmateriaal precies het omgekeerde?” Net als Warren worstelde hij met verdriet, dood en geloof.
Bang om te verdwalen
Warren zocht naar een manier om haar donkere dagen en nachten door te komen. Het hielp haar om de completen te bidden: vaste gebeden waarmee je de dag afsluit. “Het gaat er in die gebeden over dat het leven soms donker is en dat mensen sterven”, vertelt ze in een interview met Trouw. “Die ruimte voor dubbelzinnigheid en het mysterie, maar dat God daarbij is, dat had ik nodig. Voor mij verwoorden de completen dat dingen fragiel en gebroken kunnen zijn, maar dat God desondanks machtig en goed is.”
Ze bedoelt het niet als een makkelijke oplossing, onderstreept ze in het interview. Ze was alleen bang om te verdwalen in de donkere vragen. Iedereen gaat op zijn eigen manier door het donker, maar de gebeden gaven Warren houvast tot zij ze weer van harte kon bidden. Ze kreeg geen antwoorden, maar leerde wel dat er in het duister toch iets gebeurde. Zoals een zaadje in de grond wacht om te ontkiemen, zo bleek ook het donker niet eeuwig te duren.
Boemerang
De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter, die er onvermoeibaar voor pleit om de imperfectie van het leven te aanvaarden, vergelijkt verdriet met een boemerang. “Therapeuten hebben de neiging te helpen dat ding, dat verdriet dus, weg te willen nemen”, schrijft hij in zijn boek Vertroostingen. “Ik denk dat dit niet de juiste manier is. Weggooien van dat pakket zet een boemerang in werking. Ooit komt dat verdriet terug (...) en het zal je nog meer verwonden.”
Niet alles kan geheeld worden, niet alle ongemak verdwijnt. “Verdriet is een ding met stekels”, omschrijft De Wachter. Hij schreef zijn boek nadat hij in 2021 de diagnose kanker kreeg. De optimistische mens die hij zich altijd voelde, maakte kennis met angst, duisternis, “de hel”. Hij vond troost in allerlei dingen. Een ander die er voor je is bijvoorbeeld, je echt ziet. Rituelen. Samenzijn. Muziek en kunst. De stilte van een kapel, het licht dat binnenvalt door een raam.
Koester het
De Wachter komt steeds weer terug bij ‘aanvaarding’. Hij noemt een voorbeeld van iemand die een kind verliest. Het ding met stekels “verwondt die mens tot bloedens toe. Daar is geen ontkomen aan.” De kunst is volgens hem om het ding met stekels te behouden. “Wikkel het in, omzwachtel het met verhalen en woorden, met schoonheid en nabijheid. Pak het zo in zodat je het onder je arm mee kunt dragen. Het is er dan nog, maar het steekt niet meer. Mensen in grote rouw willen die rouw niet zomaar vergeten. Omdat ze hun kind niet willen vergeten. Je wilt dat kind altijd bij je hebben en dus moet je dat verdriet nooit vergeten. Het mag niet meevallen. Dat verdriet bestaat vanwege die grote liefde. Maar het mag alleen niet meer zo verwonden.”
Leren leven met een tekort, met kwetsbaarheid, gemis, mislukking – het hoort allemaal bij ‘de kunst van het ongelukkig zijn’. “De troost is niet dat verdriet wegnemen, de troost is er een schoonheid aan te geven”, stelt De Wachter. “Kunnen vertellen hoe mooi het was te leven met je kind dat nu gestorven is. Je moet huilen van miserie dat het nu niet meer mooi is, maar koester dat verdriet vooral als een heel gevoelige herinnering. Want het verdriet heb je om iets wat mooi was.”
Tegen de reflex in
De rouw zijn weg laten gaan, is niet hetzelfde als niets doen. De jezuïtische priester en internetpastor Nikolaas Sintobin schrijft in zijn boek Vertrouw op je gevoel (over wat je kunt leren van de laatmiddeleeuwse geestelijke Ignatius van Loyola) dat je soms tegen je reflexen in moet handelen om te zorgen dat je niet verdrinkt in negatieve gevoelens. “Als het niet goed gaat, hebben mensen vaak de neiging minder tijd te nemen voor stilte, gebed en meditatie. Ignatius raadt het tegenovergestelde aan. Als het je niet goed gaat, heb je méér nood om te drinken aan de bron.”
Hetzelfde geldt voor moeilijke vragen stellen: gewoon doen. Neem de tijd om terug te blikken en te reflecteren. “Zo kan je scherper inzicht krijgen in wat er aan de hand is.” Overschreeuw je onrust niet door bijvoorbeeld voortdurend bezig te zijn met vrienden of leuke activiteiten. Soms heb je rust en eenvoud nodig “om meer plaats te maken voor waar het eigenlijk op aankomt”. En soms is het nodig om hulp te zoeken (zie kader).
God in de duisternis
Is er een verband tussen rouw en Kerst? Ja, júíst, stelde Marleen van der Louw vorig jaar in de adventskalender van Petrus. Zij werkte in 2017 als uitgezonden medewerker voor Kerk in Actie in Israël en verloor daar onverwacht haar man. “Als alles grijs is, zie je het licht niet meer. Als je erkent dat pijn en leed echt duisternis zijn en beseft dat God juist daarin wil komen, zie je de diepte van Gods liefde en Jezus’ komst naar de aarde veel duidelijker.”
Help!?
Sommigen vinden op den duur hun weg uit het doolhof van de rouw, alleen of met hulp. Anderen lijken de uitgang nooit te vinden. Hoe weet je of je hulp nodig hebt? De Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht en Universiteit Twente ontwikkelden de rouwmeter. Dit is een zelftest om te kijken of het voor jou raadzaam is om professionele hulp te zoeken in je rouwproces.
Tekst: Marusja Aangeenbrug | Beeld: Xander de Rooij