Er zit al dagen een oorwurm in mijn hoofd. Het refrein van het opwekkingslied ‘De kracht van Uw liefde’ zingt in mijn oren, en vooral tussen de oren, vanaf het klaarmaken van het ontbijt tot het slapen gaan. Ik hoor het zelfs ’s nachts, als ik even mijn bed uit moet.
Dat komt omdat ik naar de sing-in kerkdienst in Oudemirdum ben geweest. De voorganger deed de groet, de zegen, een kinderpraatje, en twee korte gebeden. De rest van de dienst bestond uit liederen verzorgd door een muziekgroep en een aantal zangers uit het dorp.
De liederen waren de weken ervoor door de leden van de kerk aangevraagd. Dus zongen we veel verschillende lievelingsliederen van veel verschillende mensen. De dienst begon om elf uur, gewoonlijk de minst populaire aanvangstijd voor een kerkdienst. Nu zat de kerk afgeladen vol.
Jong en oud, eigen kerkleden en fans uit de omtrek, Friezen en een bus vol oudere Hollanders – er moesten zelfs stoelen worden bijgezet. Nog voor er één noot geklonken had, was iedereen al zo blij met de volle kerk, dat de dienst niet meer stuk kon.
Zo verschillend als het kerkvolk, zo divers waren de liederen. We zongen klassieke gezangen in het Fries en in het Nederlands, opwekkingsliederen ook in de beide talen, oude liederen van Johannes de Heer, en een nieuw 'Onze Vader' uit het Liedboek van onze kerken.
Alle liederen kwamen recht uit het hart, en gingen recht in het hart.
Onder het zingen voelde je één grote gemene deler: alle liederen kwamen recht uit het hart, en gingen recht in het hart. Menig traantje moest bij menige kerkganger even worden weggepinkt. Troost, inspiratie, mededogen, verdriet en vreugde – alles smolt samen.
De kerkgangers dronken na afloop gezellig koffie met wat lekkers erbij, en ieder ging na afloop met een blij hart naar huis. Ik dus ook nog met een evangelische oorwurm. En met een probleem: ik ben niet zo van de opwekkingsliederen, hoe kom ik dan aan zo’n oorwurm?
Overigens heb ik op liederen van Sela en verzen uit de Opwekkingsbundel niets tegen. Ik zie hoe velen daar veel aan hebben. Alleen maak je mij vooral blij met een oude psalm of een mooi klassiek gezang. Liefst één uit Iona, Taizé of de rijke liturgische traditie. Zo ben ik nou eenmaal opgegroeid.
Waarom word ik dan toch zo getroffen door een lied uit een traditie die wat verder van me afstaat? Misschien wel omdat ook liederen die je vreemd zijn zich zomaar ineens een weg naar je ziel kunnen banen. In dit geval, denk ik, omdat we het lied ooit zongen op de begrafenis van een vriend, en ik daar dan meteen terug ben. De zang is sneller dan het denken.
Misschien moeten we kerkmensen en hun liederen wat minder indelen in hokjes. En aanvaarden dat gelovigen veelzijdig zijn. Vooral dat mijn eigen geloof meer kanten heeft dan ik altijd heb gedacht. Vooral dat je samen kerk bent.